Handen schudden met een niet-mahram vrouw
Dit is één van de zaken waar onjuiste sociale gewoonten prioriteit boven de
wetten van Allah hebben gekregen, tot zo een mate, dat als je probeert te
praten met mensen en ze bewijs laat zien dat dit verkeerd is, ze je zullen
beschuldigen van een complex te hebben, het proberen familiebanden te
breken, hun goede intenties in twijfel te brengen, etc. Handen schudden met
nichten, vrouwen van broers, en vrouwen van ooms is nu in onze maatschappij
gemakkelijker dan het drinken van water, maar als we goed kijken, zullen we
de ernst van de kwestie begrijpen.
De Profeet heeft gezegd: “Als één van jullie met een ijzeren naald in het
hoofd zou worden gestoken, zou dat beter voor hem zijn dan het aanraken van
een vrouw die hij niet is toegestaan aan te raken.” [1].Er is geen twijfel
dat dit een daad is van zinaa, omdat de Profeet heeft gezegd: “De ogen
kunnen zinaa plegen, de handen kunnen zinaa plegen, de voeten kunnen zinaa
plegen en de geslachtsdelen kunnen zinaa plegen.” [2].
Is er iemand zuiverder in het hart dan Mohammed ? Toch zei hij, “Ik schud
geen handen met vrouwen.” [3]. En hij zei, “Ik raak de handen van vrouwen
niet aan.” [4]. Aa’ishah (moge Allah tevreden zijn met haar) zei: “Nee, bij
Allah, de hand van de Boodschapper van Allah heeft nooit de hand van een
(niet-mahram) vrouw geraakt. Hij ontving bay’ah (geloften van trouw) van hen
door het woord alleen. [5]. Laat hen Allah vrezen! Die mensen, die hun vrome
vrouwen met scheiding dreigen als ze geen handen schudden met hun broers.
We zouden ook moeten opmerken dat plaatsing van een barrière zoals een stuk
kleding geen enkel nut heeft; het is nog steeds haraam om handen te schudden
met een niet-mahram vrouw.
--------------------------------------------------------------------------------
[1] overgeleverd door al-Tabaraani, 20/212; zie ook Saheeh al-Jaami’, 4921
[2] overgeleverd door Imaam Ahmad, 1/412; zie ook Saheeh al-Jaami’, 4921
[3] overgeleverd door Imaam Ahmad, 6/357; zie ook Saheeh al-Jaami’, 7054, en
al-Isaabah, 4/354, Daar al-Kitaab al-‘Arabi editie
[4] overgeleverd door al-Tabaraani in al-Kabeer, 24/342; zie ook Saheeh
al-Jaami’, 7054 en al-Isaabah, 4/354, Dar al-***ub al-‘Arabi editie
[5] overgeleverd door Muslim, 3/489