Het Openbaar Ministerie verwacht "op korte termijn" meer duidelijkheid te kunnen geven over de voorwaarden waaronder Marengo-verdachte Saïd R. aan Nederland is uitgeleverd door Colombia.





De rechtbank vroeg begin oktober om opheldering daarover, nadat de advocaten van R. aan de bel hadden getrokken over de omstandigheden.

Volgens de advocaten van R., de vermeende rechterhand van Ridouan Taghi, hadden de Colombiaanse autoriteiten laten weten dat R. enkel naar Nederland mocht als hij geen levenslange gevangenisstraf zou krijgen. Volgens het OM, dat waarschijnlijk de langste straf gaat eisen, klopt dat niet.

De officieren van justitie lieten woensdag tijdens een nieuwe zitting in het omvangrijke liquidatieproces Marengo weten dat er inmiddels verzoeken aan Colombia zijn gedaan. "De stukken zijn vertaald en half oktober ingestuurd", zei de officier. De stukken kwamen echter terug omdat er een officiële stempel op moest en ook dat is nu volgens haar gebeurd. "We hopen op korte termijn een reactie uit Colombia te ontvangen."

Uitleveringsvoorwaarden R.
R. (50) werd in februari 2020 opgepakt in Colombia, nadat hij jarenlang internationaal werd gezocht. In december vorig jaar is hij aan Nederland uitgeleverd. Volgens zijn advocaten is bij die uitlevering een document ondertekend door de president van de Hoge Raad van Colombia, waarin staat dat de uitlevering enkel onder bepaalde voorwaarden mag plaatsvinden. Bijvoorbeeld dat de verdachte niet gefolterd mag worden of levenslang de cel in gaat.

Echter, volgens het OM is er daarna aanvullende en verduidelijkende correspondentie geweest, waarin de Colombiaanse autoriteiten hebben laten weten dat het in dit geval niet gold. De rechtbank gaf aan dit opgehelderd te willen hebben, onder meer omdat "de gevolgen van het al dan niet bestaan van een dergelijke voorwaarde zeer groot kunnen zijn voor verdachte en dat de rechtbank daarom iedere mogelijke onduidelijkheid op dit punt wil vermijden".

Marengo-proces
R. is een van de hoofdverdachten in het omvangrijke Marengo-proces, waarin tegen onder anderen Taghi en medeverdachten een levenslange gevangenisstraf is geëist. De behandeling van de zaak van R. loopt echter achter bij die van andere verdachten, vanwege zijn late uitlevering en een advocatenwissel.

De voorzichtige planning is dat R. in februari zal horen wat er tegen hem geëist gaat worden en dat zijn advocaten daar in mei of juni op kunnen reageren in hun pleidooi.