Polisario-voorman Brahim Ghali kwam eerder dit jaar op volledig legale wijze het Spaanse grondgebied binnen.
Dat concludeert de Spaanse politie na uitgebreid onderzoek naar de zaak, meldt persbureau Europe Press.
De separatistenleider heeft geen fraude gepleegd maar kwam het land legaal binnen als Spaanse staatsburger.
De politie heeft naar eigen zeggen meerdere documenten van Ghali geverifieerd, onder meer een Sahrawi-identiteitskaart die op naam staat van Gali Sidi Mustafa Sidi Mohamed afgegeven op 14 november 1970. Volgens de Spaanse politie "bevestigt het document de Spaanse nationaliteit waarop alle Sahrawi van vóór 1975 recht op hebben". De Sahara stond destijds onder Spaans beleid.
In december 2004 werd door de burgerlijke stand van Valencia een Spaanse identiteitskaart afgegeven aan Gali Sidi-Mohamed Abdelyelil. De afgifte was gebaseerd op de vereiste dat een persoon tien jaar lang in bezit moet zijn van een Spaans verblijfsdocument.
De politie heeft ook onderzoek verricht op een Algerijns paspoort die op naam staat van Gali Sidi Mustafa Sidi Mohamed. Het Algerijnse paspoort werd uitgegeven op 29 juli 2003, en kan volgens het Algerijnse consulaat "niet worden gebruikt om de Algerijnse nationaliteit te bewijzen".
Het Algerijnse paspoort geeft, in tegenstelling tot de Sahrawi-identiteitskaart, een geboorte aan in Algiers (1949) en niet in Smara (1948). Ondanks de inconsistentie kon Ghali op 2 juni het Spaanse grondgebied verlaten.
Mensenrechtenschendingen
De aanwezigheid van Ghali zorgde de afgelopen maanden voor een dieptepunt in de betrekkingen tussen Marokko en Spanje. Marokko verkeert in een open oorlog met de Polisario.
De separatistenleider werd in Spanje gezocht voor mensenrechtenschendingen maar werd eind april met open armen ontvangen om medische behandeling te ondergaan in een ziekenhuis in het Noord-Spaanse Logroño.
De Spaanse onverschilligheid inzake de Marokkaanse soevereiniteit viel verkeerd in Rabat die vervolgens sprak van een "onaanvaardbare provocatie" en waarschuwde voor diplomatieke gevolgen als Spanje de gezochte mensenrechtenschender niet zou berechten.
De diplomatieke crisis bereikte een hoogtepunt en kreeg internationale aandacht nadat begin mei de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla werden bestormd door duizenden migranten.
Naar aanleiding van deze zaak werd de voormalige stafchef van de voormalige Spaanse buitenlandminister Arancha González Laya opgeroepen om te getuigen. Laya werd niet lang daarna vervangen.