Maandenlang zweeg Nederland over het lot van de Marokkaanse journalist Omar Radi, die werd beschuldigd van spionage voor de Nederlandse ambassade in Rabat. Dit tot ontzetting van zijn familie, die opheldering eiste. Pas nu hij tot een lange celstraf is veroordeeld, neemt het demissionair kabinet voorzichtig stelling: Radi was géén spion.
Over de lange stilte zegt het ministerie dat het (nog steeds niet) over de officiële aanklacht beschikt, ondanks navraag bij de Marokkaanse autoriteiten. Daardoor kon ‘niet met zekerheid gezegd' worden dat de aanklager Nederland noemde. Tussen Buitenlandse Zaken en de advocaten van Radi is geen contact geweest om informatie over de aanklacht te achterhalen.
De relatie tussen de twee landen staat bekend als zeer moeizaam. Het Marokkaanse regime is uiterst gevoelig voor internationale kritiek op de binnenlandse gang van zaken. Tegelijk is Nederland afhankelijk van het islamitische koninkrijk, bijvoorbeeld als het uitgeprocedeerde asielzoekers wil terugsturen. Het maakt het kabinet terughoudend om Marokko vermanend toe te spreken.
Opmerkelijk genoeg tekenden Nederland en Marokko op 8 juli een ‘actieplan’ waarin de landen ‘wederzijds respect voor elkaars soevereiniteit en instituties’ beloofden. Dat was anderhalve week voor de veroordeling van Radi en een dag voor die van een andere journalist, Soulaiman Raissouni, die werd veroordeeld tot 5 jaar cel. In de Marokkaanse media is het actieplan breed uitgemeten.
Het ministerie bevestigt het bestaan van dit plan, maar wil de inhoud verder niet delen omdat het ‘niet openbaar’ zou zijn. ‘De afronding van het actieplan is een separaat traject en staat los van de rechtszaak van Omar Radi.’
https://www.volkskrant.nl/nieuws-ach...land~bcd00e9c/