Het Iraanse besluit om uranium te gaan verrijken tot 60 procent is een reactie op het "nucleair terrorisme" door Israël.



Dat zei de Iraanse president Hassan Rohani, die daarmee verwees naar de vermeende sabotage van de nucleaire installatie Natanz. "Wat wij doen is legaal", beklemtoonde hij.

Iran maakte dinsdag bekend dat het uranium verder gaat verrijken. Daarmee schendt het land opnieuw het atoomakkoord uit 2015. Dat gebeurt op een gevoelig moment, omdat internationaal topoverleg plaatsvindt om die deal over het nucleaire programma van Iran te redden. In dat akkoord was vastgelegd dat uranium niet boven de 3,67 procent zuiverheid verrijkt mag worden.

Hoogverrijkt uranium is nodig voor de productie van kernwapens, al zegt Iran daar niet op uit te zijn. Het land stelt dat het hoger verrijkt uranium wil gebruiken voor medische doeleinden. De Iraanse regering houdt aartsrivaal Israël verantwoordelijk voor de explosie in de nucleaire installatie van Natanz. Die heeft volgens ingewijden enorme schade aangericht.

Israël staat zeer kritisch tegenover het atoomakkoord met Iran uit 2015. De Iraniërs beloofden destijds dat ze hun nucleaire programma aan banden zouden leggen in ruil voor verlichting van internationale sancties.

De deal kwam al na enkele jaren onder grote druk te staan toen de Amerikaanse president Donald Trump zijn land terugtrok uit het akkoord en Iran weer sancties oplegde. Daarna stopte ook Iran met het naleven van de afspraken.