Nooit hadden Hicham Ghalbane (37) en Rick Leeuwestein (35) kunnen bedenken dat ze een huissleutel zouden vasthouden uit Al-Andalus, beter bekend als het Moorse rijk dat tussen 711 en 1492 was gevestigd op het Iberisch Schiereiland, het huidige Spanje en Portugal. Sinds 2015 sporen de twee mannen de restanten van dat rijk in Marokko op. Immers: na de val van Granada in 1492 joegen de christenen stapsgewijs de joden en moslims het veroverde gebied uit en een deel van hen vluchtte naar Marokko. Hun genen leven voort in naar schatting drie à vijf miljoen Marokkanen en één van hen kwam aanzetten met de sleutel van het huis dat zijn voorvaderen vijf eeuwen geleden achterlieten.
Abdelghaffar El Akel heet hij, geboren in het Marokkaanse stadje Chefchaouen in de uitlopers van het Rifgebergte, in de vijftiende en zestiende eeuw een toevluchtsoord voor Andalusische joden en moslims. El Akels familie trok in 1490 naar Chefchaouen vanuit Granada, want al voor de val van die stad voelden veel niet-christenen de hete adem van de vervolging in de nek. De sleutel van hun huis namen ze mee, kennelijk hoopten ze op een terugkeer. Maar zo ging het niet: ze bleven in Marokko en gaven de sleutel van generatie op generatie door. Abdelghaffar kreeg hem van zijn vader. ‘Bewaar hem goed, hij is van ons huis in Al-Andalus’, sprak hij.
Toen Ghalbane en Leeuwestein dit verhaal hoorden, mochten ze de sleutel even vasthouden. Hij was zo groot dat je hem het best in twee opengespreide handpalmen kon leggen. Daar lag hij, bruin en een beetje verroest. El Akel had geen idee of het bijbehorende huis in Granada nog bestond, maar dit robuuste stuk ijzer uit de vijftiende eeuw was er nog. ‘Waanzinnig toch?’ zegt Leeuwestein.
Het was een van de hoogtepunten in hun onderzoek, waarvan het resultaat in februari verschijnt: Children of Al-Andalus: A Lost Paradise in Morocco, een omvangrijk boek met interviews met veertig joodse en islamitische Marokkanen met wortels in Al-Andalus.
Veel nazaten van de joodse en islamitische verdrevenen hebben nog steeds een gevoel van verlies. Een van de geïnterviewden sprak van een ‘posttraumatische stoornis in ons DNA’ die van generatie op generatie is doorgegeven. Sommigen vertelden zelfs nog vrij concrete verhalen over hun Andalusische voorvaderen, die werden gedwongen alles achter te laten, nota bene soms hun jonge kinderen. In Marokko voelden ze zich vreemdelingen, en uit angst en heimwee klampten ze zich aan elkaar en hun Andalusische cultuur vast. Zo bleef in Marokko een deel van Al-Andalus voortbestaan – tot op de dag van vandaag.
https://www.groene.nl/artikel/het-grote-rijk