De voortdurende afweging/ratio tussen inzichten in :
1.de psychobiologische fundamenten (morele instincten) van de mensapen als sociale soort
daaruit volgt reciprociteit, altruïsme en wederkerig altruïsme
geconceptualiseerd in de Gulden Regel (eeuwen voor de Abrahamistische religies).
2.Gelijkheidsbeginsel
3.Schadebeginsel
Verder uitgebreid tot :
4.Open samenleving
5.Sociaal contract
6.Wetenschaps(filosofie)
Daar is deze Westerse seculiere samenleving en rechtspraak in grote lijnen ook op gebaseerd.
(Of ze daarmee de theorie correct toepast in de praktijk is een ander debat. Dat is een relevante bedenking die elk type samenleving zou moeten maken).
Deze afwegingen zijn iteratief in context en tijd, niet in steen gebeiteld, want dat zou een inherente tegenspraak zijn.
Voor zover ik zicht heb op Islamitische morele fundamenten zijn die in veel gevallen specifieker, contextueler , ... al dan niet geënt op specifieke gebeurtenissen.
In zeker opzicht moeten theologen en geleerden ook continu de hedendaagse morele vraagstukken aftoetsen en afwegen aan de fundamenten.
Dan heb je potentieel 2 mogelijkheden.
Hoe specifieker die fundamenten zijn hoe moeilijker om die praktisch toe te passen in nieuwe contexten en tijden.
Tenzij - andere uiterste - ze alsnog rigide worden toegepast waarbij (een deel van ) de feiten worden genegeerd.
Laat ons er een wederkerige vraag van maken.
Wat is het fundament van een goddelijke moraal? Hiermee vraag ik jou het Euthyphro dilemma vanuit Islamitisch standpunt te verduidelijken.