1. #1
    Haar op de tanden

    Reacties
    4.329
    19-09-2019

    Eindelijk: het geminachte Riffijns bestaat nu echt

    Het Riffijns Berber, de moedertaal van veel Nederlandse Marokkanen, werd nooit serieus genomen. Pas nu is er een grammatica van verschenen.

    Eind jaren zestig kwamen de eerste Marokkanen naar Nederland. Daarna duurde het zestig jaar voordat er een boek verscheen waarin wordt uitgelegd hoe de taal die de meeste Marokkaanse Nederlanders van huis uit spreken, de Riffijnse variant van het Berber, grammaticaal in elkaar steekt. Dit boek, An introduction to Tarafiyt Berber, is in Duitsland uitgegeven (Ugarit-Verlag) en werd door twee Nederlanders samengesteld: Khalid Mourigh en Maarten Kossmann.

    In Marokko zelf is zo’n boek nog nooit verschenen. Daar vond men het Riffijns tot voor kort maar een onbeduidende, irrelevante taal.

    Hoeveel sprekers heeft deze taal in Nederland? „Goeie vraag”, zegt Khalid Mourigh op een terrasje in Leiden. „Dat weet niemand. Begin jaren tachtig is er ooit onderzoek naar gedaan. Toen bleek dat 70 tot 80 procent van de Marokkanen in Nederland Riffijns sprak. Dat percentage wordt sindsdien altijd aangehouden.”

    Er zijn inmiddels 400.000 Marokkaanse Nederlanders. Waarvan er dus rond de 300.000 Riffijns spreken? Nou nee, het aantal is natuurlijk lager, want voor de jongere generatie is het Nederlands vaak de belangrijkste taal geworden. Wat niet wegneemt dat zij nog altijd in hun directe omgeving te maken hebben met het Riffijns en dat dus ook, goed of minder goed, verstaan of beheersen.

    Een van de problemen bij het schrijven van deze grammatica was dat Mourigh en Kossmann moesten kiezen voor één van de dialecten van het Riffijns. Er is geen standaardtaal, geen Algemeen Beschaafd Riffijns, er zijn alleen dialecten. De keuze viel, niet heel verrassend, op het meest invloedrijke dialect: dat van de stad Nador – toevallig ook de variant waarmee Mourigh zelf opgroeide.

    Als je als taalkundige naar je moedertaal kijkt, welke dingen ontdek je dan? „Heel veel natuurlijk. Bepaalde structuren die in zo’n taal zitten, waar je als spreker niet bij stilstaat. Bijvoorbeeld de meervouden van zelfstandige naamwoorden. Daar zitten zo ontzettend veel verschillende patronen in.”

    Terwijl het Nederlands twee grote meervoudspatronen heeft (meervouden op -en en op -s) en een paar kleine patronen (zoals -eren en -ae), heeft het Riffijns tientallen patronen. Het maakt daarbij gebruik van uitgangen, maar ook van voorvoegsels en klinkerveranderingen.

    Het meervoud van dad (vinger) is idudan: dat heeft de uitgang -an, en daarnaast een voorvoegsel (i-) en ook nog eens een elegante klinkerverandering: de a van dad wordt u in idudan. Andere zelfstandige naamwoorden doen dit weer helemaal anders. Steen is azru, stenen izra. Ezel is agyur, ezels igyar. Ur is hart, urawen harten.

    „Interessant hè. En ja, dan begrijp je ook opeens waarom veel mensen in Nederland daar moeite mee hebben. Je moet van ieder woord het meervoud kennen, je kunt het niet zomaar zelf verzinnen.”

    Uit een onderzoek dat twintig jaar geleden in Nederland gedaan werd bleek dat toen al veel Marokkaans-Nederlandse kinderen die meervoudsvormen niet goed beheersten. Ze gebruikten vaak het enkelvoud als meervoud. Of ze gebruikten de meest voorkomende meervoudsuitgang voor álle woorden. „Het normale meervoud van aghyur (ezel) is ighyar. Maar in Nederland hoor je ook wel: ighyaren.”

    https://www.nrc.nl/nieuws/2020/12/04...-echt-a4022586
    Toezichthouder openbaard kunstgebit

  2. #2
    Verbannen

    Reacties
    7.219
    26-11-2019

    Nog even wachten en Al Hoceima gaat met haar eigen remix dialect komen. Je kaken gaan op en neer als een ontspoorde trein

    Advies aan de Riffijnen: hou je vast aan de officieel amazigh taal. Dialecten is leuk als je wilt gaan rappen met je pa of zo.

    Hoe meer groeperingen hoe meer verdeeldheid. Zou me niet verbazen als deze ezel wordt betaald door de overheid.