Ik nam een diepe zucht en keek naar Issam. "Wat vind je ervan"? Vroeg ik. Hij keek weg en de zon scheen fel in onze gezicht. "Ik weet het niet.. ik weet het niet Naima. Hoe.. hoe moet ik ze omkopen? Ik heb geen cent. Ik heb een beetje kunnen sparen voor Canada maar dat heb ik allemaal erdoorheen gejaagd voor mijn aanvraag en papieren". Zei hij. Ik keek verdrietig. "Dan verkoop ik mijn zaak". Zei ik. Issam keek me aan. "Dat nooit! Ik wil dat niet hebben Naima". Zei hij standvastig. Ik had mijn besluit al gemaakt. Ik wist dat geld een grote rol zou spelen en dacht meteen aan mijn jurken die vast iets van 6000 euro zouden moeten opleveren. Ik zou alles verkopen. Ik zou het doen. Voor hem. Issam maar ook Bilal. "Daar is geen discussie over mogelijk". Zei ik. Issam keek me aan en schudde zijn hoofd. "Ik wil het niet hebben Naima. Dat is.. dat is jou alles. Je zei het zo vaak. Dat is je kindje! Laat me alsjeblieft kijken hoe ik dit moet regelen, maar niet zo." Zei hij. Ik keek hem aan. "Issam.. we hebben geen tijd. Jij hebt geen tijd. Het is niet dat we hier maanden over kunnen gaan discuseren. Je vertrekt over 1.5 week begrijp je dat wel? Bilal is met jou in Canada veiliger." Zei ik. Issam werd rood en zijn ogen werden vochtig. Hij ging akkoord en moest wel akkoord gaan. Ik knikte en wist wat ik van mijn kant moest doen. Alles verkopen. Zo snel mogelijk. Nu naar de volgende stap.
Ik liep naar de mensen toe later op die dag. Ik had al in mijn hoofd wat ik wilde zeggen, wat ik niet moest zeggen. Issam liep naast mij en stond stil. Alsof hij bang was voor hun reactie. "Issam. Het is nu of nooit". Zei ik. Hij knikte en even later klopte ik aan. Dezelfde vrouw deed open en keek ons beiden aan. "Wat.. doe jij hier?". Zei ze tegen Issam. Een mannenstem hoorde we hard roepen wie er voor de deur stond. Even later voegde hij zich er ook aan toe en keek ons aan. "Wat doen jullie hier?". Zei hij. Ik keek naar de man en Issam was doodstil. Ik vroeg het hem ook. "Mogen we ten eerste binnen komen? We zouden heel graag met u beiden willen praten". Zei ik zo vriendelijk mogelijk. De man keek me vreemd aan. "Als er iets te bespreken valt kan het ook hier. Ik wil hem niet in mijn huis." Zei de man qua agressief. Hij duwde zijn vrouw iets opzij om zijn macho gedrag goed te laten zien. "3emie.. alsjeblieft we komen in vrede en willen enkel wat bespreken zonder dat de buren daar iets van op kunnen pikken". Zei ik. De man keek me aan. "Jou ken ik nog wel. Jij bent die dame van gisteren. Wat.. doe jij hier?". Zei hij. "Dat wil ik met u bespreken.. binnen." Zei ik weer. Ik had ineens een portie zelfvertrouwen en geduld ober mijn heen. SoebhanAllah..
De man humde en we mochten naar binnen. "Als je je zoon komt claimen mag je daarnaar fluiten.. jarenlang je kind verwaarloosd en nu kom je hem opeisen?". Zei de man direct tegen Issam. Issam zweeg vooralsnog. "Het kind is niet verwaarloosd 3emie. Jullie hebben voor hem gezorgd." Zei ik. We mochten in een kleine keuken op een gammele sedari zitten. Issam keek steeds om zich heen of hij wel zijn zoontje zag. De vrouw was bezig met een kopje thee maken. "Nou.. wat doen jullie hier?" Zei de man ongeduldig. Ik keek hem aan. Hij was groot, flink maar je zag zo dat hij moe was. Vermoeid en doodop. "Wat kunnen we doen zodat vader en zoon weer bij elkaar kunnen zijn?". Viel ik met de deur in huis. De man schaterde het uit van het lachen en de vrouw kromp van schrik ineen. "Wesh is dit serieus?? Waar is zijn tong gebleven dat een vrouw het woord moet doen?". Zei hij. Ik keek hem aan en Issam tilde zijn hoofd op. "Ik heb geen woorden. Er zijn geen woorden die ik kan zeggen zodat jullie mijn idiote, walgelijke actie kunnen vergeven." Zei Issam. De man keek hem aan en humde. "Hoe halen jullie het dan in jullie hoofd naar ons te komen en te zeggen dat Bilal doodleuk maar mee moet". Zei hij. "Nee.. dat is niet de bedoeling. Dat is niet waarom ik hier zit. Waarom we hier zitten. Het feit dat we al in u huis mogen zijn is al een eerste stap. Issam heeft verschrikkelijk veel spijt. Wat hij gedaan heeft is onvergeeflijk. En het feit dat jullie Houria opvingen en haar zoontje is iets wat onvergetelijk en mooi is. Alleen maar lof voor jullie. Alleen we weten allemaal dat een zoontje bij zijn vader hoort. Dat een vader bij zijn zoon hoort." Zei ik. Ik keek naar Issam die eigenlijk al in tranen was. "Houria was als een dochter voor ons. Natuurlijk hebben wij haar opgevangen. Ze had een mooie leven kunnen hebben. Als die idioot daar haar had geaccepteerd! Sinds haar zelfmoord is het anders." Zei de man. Issam keek op. "Zelfmoord? Heeft ze zelfmoord gepleegd?". Zei hij. Ik keek hem aan. "Ja.. zelfmoord. Ze kon het verdriet niet aan. Ze moest elke dag maar horen wat voor een schande ze was. Ze had geen contact meer met haar moeder en vader en zussen en broers. Voor hun was ze al dood. De dag dat wij haar begraven hadden kwam niemand van de familie langs! Ze kijken amper naar hun neefje en kleinzoon om. De enige voor wie ik nog enigszins respect heb was je vader en je moeder." Zei de man. Issam hield zijn handen voor zijn ogen en zelfs ik kreeg tranen door dit verhaal.