De telefoon ging over en na een paar keer nam hij op. "He Naima! Alles goed?". Zei hij. Ik zei dat het goed ging en zijn stem heb ik zo vreselijk gemist. Ja, als was het eergisteren dat we elkaar voor het laatst spraken. "Eh wat doe je zoal?". Vroeg ik. "Pff.. studeren en nog eens studeren. Dit land is prachtig Naima, was je maar hier!". Zei hij. Ik werd rood en glimlachte. "Hoe is het nu met je? Laatste keer dat ik je sprak had je heimwee naar Marokko en mij". Zei Issam met een wat ondeugende klank in zijn stem bij de laatste woorden. "Ja.. dat had ik zeker. En nog steeds hoor! Ik mis de meiden. Ik hou elke dag contact met ze en had net Houda nog gesproken. Ze is weer aan de slag gegaan. Lang leve Facebook en WhatsApp wat communicatie betreft". Zei ik. Issam lachte en het werd even stil. Ik moest het ijs nu breken. Het was nu of wellicht nooit!
"Eh je krijgt trouwens de groeten van Hamid. Mijn broer." Zei ik met een ietwat zenuwachtige trilling in mijn stem. "Ohh Hamid! Wow, shokran hoe gaat het met hem?". Vroeg hij. "Goed,.. goed hamdoulah." Zei ik. "Perfect, doe hem alsjeblieft de groeten van mij en ik zou hem graag persoonlijk willen spreken als ik zijn nummer van jou mag hebben. Kan dat?". Zei Issam. "Ja natuurlijk, dat vind hij vast geen probleem. Ik app je de nummer door in sha Allah". Zei ik. Kom op Naima! Nu! Of nooit.. zei mijn stem vanbinnen. "Oh.. ja pff gisteren vroeg Hamid of je getrouwd was en ik zei nee. Ik moest er zelfs om lachen. Maar toen zei hij dat je wel zou trouwen ofzo..? Ik snapte niet wat hij daarmee bedoelde en dacht als ik jou spreek, dan vraag ik het wel haha". Zei ik zo vreselijk, echt vreselijk luchtig en down to earth tegen Issam. Maar ik leek iets getriggerd te hebben. Issam werd namelijk stil. Doodstil. Je kon een speld horen vallen, ondanks dat ik hier zat in een drukke speeltuin met schreeuwde kinderen en moeders en drukke verkeer. Alsof alles even stil stond. Eigenlijk is hiermee mijn vermoeden bevestigd. Hij had iemand anders lief. En ja, het waren jaren geleden, maar het deed enorm veel pijn. Ik dacht dat ik namelijk de enige was. En hallo, trouwen.. we hebben het over trouwen. Die stap wilde hij maken. Het leven delen met iemand anders, niet met mij. Nee, met iemand anders. Het was geen ordinaire flirt. Het was iemand huwen, dan moet je wel gehouden hebben van diegene.
"Sorry Naima. Ik moet weer aan de slag. Kan ik je vanavond terug bellen?" Zei hij. Uit verwardheid stemde ik toe en hing hij op. Waarom gaf hij geen antwoord? Waarom zei hij niks meer? Wat triggerde ik bij deze man met deze woorden dat hij abrupt ophangt zonder te vertellen hoe het zit. Ben ik achter iets gekomen wat ik niet mocht weten? Het was mij een complete raadsel. En dit is niets voor Issam. Zo het gesprek eindigen. Ik zuchte en mijn hart trok samen. Echt, één van deze dagen begeeft mijn hart het. Als het niet door Abdel of Adil kwam dan door het liefdesverdriet om Issam. Ik stond op en verzamelde de vier kleine kopjes van het gezin. "Tante mogen we nog een ijsje?". Zei bilal, de jongste. Ik knikte en glimlachte, maar van binnen ging ik kapot.