Thuis was het anders zonder mijn schoonmoeder. Hol en leeg. Marwa maakte zich erg zorgen. Ik zei haar dat alles goed kwam. Abdel is natuurlijk niet thuis gekomen uit schaamte. Maar goed, weet zo'n monster wel wat schaamte is? "Ga slapen lieverd, ik blijf wel op ok?". Zei ik tegen Marwa. Marwa knikte en ging naar haar kamer. Ondanks dat ik doodmoe was en nog steeds ziek kon ik het verdriet in haar ogen niet aanzien. Ze had rust nodig. Iedereen in dit huis. En vooral rust van Abdel. Ik maakte de keuken schoon en hoorde de deur opengaan. Mijn hart tikte zich bijna uit mijn borstkas toen ik hem zag in de deuropening. De duivel vloekte ik binnensmonds. "Zo waar eh was jij?". Vroeg hij. Hij kon door de drank amper uit zijn woorden komen. "Werk". Antwoorde ik kortaf. "Werk.. werk.. en waar is deze werk dan wel? Want ik vind het nogal gek dat je niet eens doorgeeft waar je werkt". Zei hij. Ik voelde mijn hart nog meer tikken en moest bluffen. "Dan ga je toch morgen mee? Dan weet je waar ik werk". Zei ik. Ik keerde me om en ruimde verder de keuken op. "Misschien doe ik dat wel.." Zei hij. Ik voelde hem dichtbij komen en de geur van alcohol omringde me nu ook. Ik voelde zijn vinger langs mijn rug gaan. Ik rilde en sloeg doodsangsten uit. Het feit dat hij dit deed en gewoon doet alsof hij niks ergs gedaan heeft maakte me nog bozer. Ik voelde zijn hand naar mijn boezem reiken en op dat moment trok ik me terug en ben ik de eettafel gaan schoonmaken. Abdel lachte ineens hardop. "Je vind jezelf nogal heel wat. Denk je nou écht dat ik belangstelling hebt voor die uitgemergelde lichaam van jou. Ik kan veel beters krijgen". Met die woorden verliet hij de keuken en liep richting de slaapkamer. Eén ding was zeker, slapen in die kamer doe ik niet. Snel deed ik het licht uit en ging naar de kamer van Marwa. Ze was nog wakker en snikte. "Mag ik hier slapen?". Vroeg ik. Marwa keek me aan en knikte. "Natuurlijk, dat hoef je niet te vragen." Ze pakte een extra kussen en ik dook het bed in. "Die engerd is beneden". Zei ik. Marwa stond ineens halfop. "Wollah?? Ik maak hem af!". Marwa maakte aanstalten om het bed uit te komen, maar ik hield haar tegen. "Nee, Marwa doe geen gekke dingen. Hij is gek en sterk. Dit wil jou moeder er nou niet bepaald bij. Alsjeblieft. Morgen is ze weer thuis en dan kunnen we kijken wat we gaan doen, maar nu ga je je eigen vingers branden." Zei ik. Ze keek me aan en knikte. "Je hebt gelijk". Marwa ging weer onder de deken liggen en rilde. "Wanneer zijn jullie van plan om te gaan trouwen?". Vroeg ik om haar even op andere gedachten te zetten. Gelukkig lukte me dit, want er verscheen een minuscule glimlach op haar gezicht. "Volgende maand, van mij mag het morgen al zijn". Zei Marwa. Ik schoot dit keer zelf overeind. "Volgende maand? Dat is.. dat is echt snel!". Zei ik. Marwa zat ook ineens overeind. "Ja dat weet ik, maar Naima. Wat moet ik nog hier doen? Hoe eerder ik hier kan vertrekken, hoe beter. Ik kan dan weer met school starten, ik kan gaan en staan waar IK wil. Ik kan gaan reizen met Marouan. Dit.. dit is een hel." Zei ze. Ik gaf haar ook wel gelijk, alleen elke persoon met wie ik een band had opgebouwd verliet dit huis. "Ik maak me alleen zorgen om mama, ik durf haar niet eens achter te laten. Straks.. straks loopt het echt slecht af met haar." Zei Marwa en ze begon zachtjes te snikken. Ik legde een arm om haar heen. "Zolang ik hier ben, gebeurt haar niks Marwa". Zei ik. Ik bedacht me dat dit een domme belofte was. Ik kon Abdel niet temmen, ik kon dat monster toch niet tegenhouden. Ik zocht juist een uitweg hier en ik wilde grof gezegd toch niet de oppas van mijn schoonmoeder zijn. Ik zuchte en Marwa legde haar hoofd op mijn schouder. Eén feit was zeker. Malik was weg, Marwa straks ook. De andere broertjes zouden binnenkort ook dit huis verlaten omdat ze een eigen woning hadden gevonden. Ik zou het alleen moeten doen met me schoonma en hem. Ik dacht aan de woorden van Rabia laatst, waar ik stiekem af en toe mee bel of berichtjes stuur. "Kom hier Naima, loop weg!". Zei ze al meerdere malen. Maar het lukte me gewoonweg niet. En na vandaag al helemaal niet. Zo die arme vrouw achterlaten zou me de rest van me leven achtervolgen.