Rond drie uur, nadat ik alles schoon gemaakt had ben ik Esma gaan halen. Ze was opgewekt en vrolijk. Thuis maakte ik wat te eten voor haar en tegelijkertijd ook iets voor Youssef. Ik wist dat hij een lange dag had en zo hoefde hij straks niet iets klaar te maken. Ik speelde even met Esma en ze wees naar mijn lip. "Heb je pijn?". Vroeg ze. Ik schudde van niet en glimlachte. Rond half vijf kwam Youssef naar binnen. Hij keek erg serieus en groette niet. In plaats daarvan ging hij meteen naar boven en riep Esma te komen. Het meisje liep meteen naar haar vader en ik begreep er niets van. Na tien minuten kwam Youssef zonder Esma naar beneden. "Ik moet jou spreken..". Zei hij..
Ik keek hem aan en ging zitten op ze bank. Hij ging tegenover mij zitten en ik was totaal benieuwd waarover hij wilde spreken. Hij pakte zijn mobiel en haalde zijn mobiel tevoorschijn. "Kan jij mij vertellen wie dit is?". Ik keek hem aan en daarna naar het beeldscherm. Ik schrok, want ik zag mezelf en Abdel bij de voordeur staan. Ik wist niet wat ik hierop moest zeggen! Ik voelde me betrapt en kon wel janken. Youssef keek echter serieus, bloed serieus. Ik wist amper dat hij een camera had bij de voordeur, maar ja hoe stom is dat ook om het niet te denken. Deze kast van een huis kost tonnen, zoniet vast miljoenen! Zoiets moet je toch wel bewaken. Ik slikte een paar keer. "Dat is eh mijn man..". Zei ik. Youssef pakte zijn mobiel en zette het weg. "Naima, ik vind het prima als je man een keer een kopje koffie wil drinken, maar zoiets moet je van te voren aangeven. Vreemde mensen over de vloer vind ik niks. En ik snap het, het is je partner, maar ik ben gewoon voorzichtig." Zei hij. Ik knikte en boog mijn hoofd iets omlaag. Die rot Abdel. Ik haatte hem zo erg. "Trouwens wat was de reden dat je man er was?". Vroeg Youssef. "Eh, de sleutels van het huis wilde hij hebben". Loog ik maar. Ik hoopte dat hij hier thuis geen camera's had hangen. Als hij zag wat er in de ochtend gebeurt was.. "Ok prima, maar laat het van te voren alsjeblieft weten". Zei hij. In zijn ogen zag ik dat hij het niet geloofde, mijn leugen over de sleutels. Ik stond op en pakte mijn jas en tas. "Ga je weg?". Zei Youssef ineens. Ik keek hem aan. "Ja.. ik eh ben al klaar". Zei ik. "Ik dacht misschien wil je wel mee eten". Zei hij. Ik keek hem even aan. "Ik.. eh heb niet zo trek, dank je wel". Zei ik en zo met die laatste woorden liep ik de deur uit. Iets verderop begonnen de tranen over mijn wangen te rollen...