Marwa was weer wat rustiger maar wat Abdel haar wil aan doen, zijn eigen zusje ging te ver. Ik wist alleen niet hoe ik het tegen zou moeten houden! Als ik me ermee zou bemoeien zou hij me kort en klein slaan. Hij was al gepikeerd na wat er gisteren wat gebeurt en zijn haat jegens mij is nog extremer geworden. Ik kon simpelweg niets voor haar doen. Ik liep naar het bed en ging erop zitten. Marwa zag er lijkbleek uit. Gauw stond ik op en pakte ik de tas die ik ergens in een hoekje gegooid had. Ik haalde er chocolade uit en gaf het haar te eten. "Hier eet dit, dan heb je weer wat energie." Zei ik. Marwa nam het aan en at het op. "Luister Marwa, stel je voor dat het echt een leuke jongen is die morgen langskomt? Stel je voor dat hij lief is en zorgzaam?". Zei ik. Marwa keek me aan. "Denk je dat Naima? Hij heeft me uit school geschopt. Pa zal het hem nooit vergeven, nooit! Pa wilde altijd dat we onze school gingen afmaken en kijk wat hij doet. Het is een monster Naima, een monster!". Zei ze hardop. "Dat weet ik Marwa, geloof me. Ik ben ermee getrouwd." Zei ik. Ik zuchte diep en streek haar haren naar achteren. "Dat ik ooit zou trouwen snapte ik wel. Maar daar dreigde hij mee en dan dacht ik dat hij het niet meende. Maar na gisteren.. pff ik weet echt niet wat ik moet doen Naima. Als ik wegloop krijgt mijn moeder een hartstilstand en zoekt hij me op en vermoord me". Snikte ze. Ik keek haar aan. Het was een zielig hoopje en ik wilde haar zo graag helpen, maar ik wist niet hoe. Ik dacht na en kon me echt niets bedenken. "Besef je wel dat als je trouwt wel verlost van hem bent? Je kan gewoon je school herpakken en je kan doen wat je wil." Zei ik. Marwa schudde haar hoofd. "En als het zo'n idiote vent is als mijn eigen broer? Waar ik niks mag? Alleen kinderen baren en thuis voor het huishouden zorgen? Ik wilde verdomme dokter worden! Ik wilde mijn school afmaken en écht arts worden Naima". Zei Marwa. "Het is mijn schuld. Ik had je echt niets moeten zeggen. Door mij heeft ie je van school gehaald en moet je nu trouwen met de eerste beste man die hij wilt. Het spijt me zo". En dat meende ik. Ik moest gewoon mijn mond dicht houden zoals mijn schoonmoeder zei, zwijgen. Dit bedoelde ze dus. Ik maakte er niet alleen mezelf kapot mee, maar ook Marwa. Mijn schoonma wist dat als ik het zou vertellen, iedereen zich tegen hem zou keren en dat had hij vast verdiend, maar de gevolgen die ze moesten dragen waren niet te overzien. "Ik ga eten voor je maken ok? En please Marwa, jezelf van het leven beroven zal je niet verder brengen. Écht! Wat wil je tegen Allah zeggen in het Hiernamaals? Denk je daar niet aan? Beloof me dat je dat nooit meer zal doen". Zei ik. Marwa knikte en ik liep de kamer uit.
In de keuken maakte ik het avondeten klaar. Even later kwam mijn schoonmoeder naar binnen en terwijl ze bezig was bekeek ik haar. Ze kon nog amper staan. Ze slikte elke dag zowat een hele apotheek in. Verschillende kleuren medicatie en puffers stalde uit op het kastje en een insulinespuit. Ze pakte een kom en deed er wat meel in. Kennelijk wilde ze donuts maken, want onderhand kende ik elke recept in dit huis. Haar handen trilden soms en ik vroeg me werkelijk waar af of ze wel voor controles naar de huisarts gaat. Ik weet dat ik haatgevoelens voor haar heb, maar aan de andere kant heeft zij Abdel niet tot die smerige daad gezet en ze heeft niet gevraagd of ik met haar zoon wilde trouwen of zal moeten trouwen. Eigenlijk.. heeft deze vrouw me niets misdaan als ik het nu bekijk. Behalve die twee flinke klappen die ik van haar kreeg natuurlijk en die dit alles nooit goed zullen praten, begon ik zelfs medelijden met haar te krijgen. Ik maakte de kip klaar en legde het te sudderen in de pan. Ik liep naar haar toe en pakte de kom, "Ik maak het wel..". Zei ik. Mijn schoonmoeder keek me ineens met de meest verbaasde blik ooit. Ze knikte, pakte haar tasbeeh van de tafel en medicatie en liep terug naar de huiskamer. In dit huis kon je beter de lieve vrede bewaren. Tijdens het kneden van de donuts hoorde ik de voordeur open gaan. Het was duidelijk Abdel. Hij schopte zijn schoenen uit en ging meteen naar de slaapkamer. Nadat ik de deeg weg deed voor te rijzen ben ik meteen naar hem toe gegaan. Het is nu of nooit. Morgen had ik om vier in de middag een afspraak met Youssef voor het werk. Hopelijk zou hij in mijn leugen trappen. Ik deed de deur open en hij lag op bed met zijn telefoon in zijn handen te appen. "Ik eh heb werk gevonden". Zei ik maar snel. Abdel keek me aan en zette zijn telefoon weg. "Waar?". Zei hij. "Oh bij een vrouw, voor in de schoonmaak en oppassen. Het is vijf dagen in de week van maandag tot vrijdag. De tijden ga ik morgen overleggen". Zei ik weer vlug, hopende dat hij niet veel zou verstaan en dus de nodige vragen ook niet zou stellen. "Tijden? Wat denk je zelf, dat je avonden gaat werken ofzo gek". Zei hij. Ik zweeg en wilde weglopen. Hij is er in ieder geval ingetrapt. "Wacht eens even..". Hoorde ik ineens vanuit de slaapkamer. Ik liep weer terug. "Hoe kom je aan die werk?" Zei hij. "Ik ben naar een supermarkt geweest om te solliciteren. Ze hadden geen werk zeiden ze en een mevrouw naast mij hoorde dat waarop ze me vroeg of ik bij haar kon werken". Zei ik. En ja, ik had me goed voorbereidt. "Hmm wat een geluksvogel ben je. Een mevrouw die het zogenaamd hoorde..". Zei hij. Hij stond op en ik sloeg wederom doodsangsten uit. Hij pakte me bij me haar en zei, "Als ik merk dat je hierover liegt of wat dan ook dan.." en hij trok me haren meer naar achteren. Eindelijk liet hij los en ik trilde. "En trouwens morgen hebben we bezoek. Om vier uur heb je die afspraak, om vijf uur ben je thuis. Owee, als je een minuut later bent. Ik ga bij de deur staan wachten. Het is dat ik morgen belangrijke gasten ontvang anders was ik zelf mee gegaan naar die afspraak." Zei hij. Ik knikte en liep meteen weg. Mijn hoofd deed pijn en ik was in ieder geval blij dat hij erin getrapt was. Zijn agressie werd met de dag erger en erger en ik wist hoe dat kwam. Door mij, zolang ik hier in dit huis was, was het voor hem een onmogelijke plan te trouwen met iemand die hij wilde. Hij wilde me geestelijk en lichamelijk kapot maken totdat ik gek werd, als ik het al niet ben.