Ik rook de geuren van kruiden, stro, warmte, zweet en hem. De geur van de duivel. We waren aangekomen in Marokko. De douane was hij zonder moeite langs gekomen in Spanje. In de boot mocht ik geen kick geven. Zelfs naar de wc liep hij mee. Ik raakte in paniek en huilde een uur lang op de wc. Nu zitten we hier in dit land en alhoewel ik het Arabisch een beetje beheerste, Abdel kon daarentegen iedereen met zijn vlotte babbels om zijn vinger winden. Douaniers, politie, kortom alles. Mijn vader werd altijd kwaad op mij als ik alleen maar Nederlands sprak in huis. "Vergeet je eigen taal niet, ooit kom je voor een situatie te staan in Marokko en dan ga je jezelf nog flink achter de oren krabben, Naima!". Oh lieve vader, je moest eens weten hoe gelijk je heb gehad! We stonden bij de Marokkaanse douane. Na een aantal auto's voor ons waren wij aan de beurt. "Selaamoe'ailakom". Knikte de douanier. Ze stonden met z'n drieën naar ons te kijken. Abdel bleef uiteraard kalm en braaf. Met deze mensen moest je geen heibel zoeken. Dat weet ik uit de wilde verhalen van Rabia. Zo moesten zij een keer alle bagage eraf halen en er weer op gooien omdat één van de douaniers daar gewoon zin in had. Ze konden erg onmenselijk zijn en hard. "Wie is dat?". Knikte één van de douaniers naar Abdel. Er werd vlot arabisch gesproken en ik probeerde mee te luisteren en te begrijpen. "Dat is mijn vrouw." Zei Abdel. "Kun je dat bewijzen?" Vroeg de douanier. Abdel keek hem met grote ogen aan. Natuurlijk kon hij dat niet. We hebben amper een Nederlandse huwelijksakte laat staan een Marokkaanse akte! Daar heb je niet aan gedacht hè sukkel! Dacht ik in mezelf. De douanier werd ongeduldig en vroeg Abdel uit te stappen en ik ook. Ik was bang, maar ergens blij. Zou dit de ondergang van Abdel zijn? Zou het nu eindelijk afgelopen zijn. Ik ben in goede handen nu. Hamdoulilah. Een douanier liep naar mij toe en begon me vragen te stellen. Wat is je naam? Waar is je paspoort? Wat is de achternaam van je vader en moeder? En uiteindelijk, is dit je man? Ik antwoorde op alles maar bij die laatste vraag zweeg ik. Abdel keek me aan. Ik werd tegen de auto geduwd en de douanier begon me te betasten. Althans te fouilleren, maar de manier hoe hij het deed was walgelijk en ik kromp in elkaar. Zover het sprookje dat ik dacht, dat ik in goede handen was!. "Jullie zijn getrouwd en hebben niets om het te bewijzen. Ook geen foto's?". Zei de douanier. En inderdaad, ook geen foto's! Wie zou er nou foto's maken van onze vreselijke schijnhuwelijk! Ik schudde mijn hoofd en de douanier kneep voordat hij naar Abdel liep stevig in mijn billen. Ik kon wel janken! "En jij? Ook geen foto's en papierwerk, walow? Hoe moeten wij geloven dat jullie wettelijk getrouwd zijn. Je snapt dat daar een straf op staat toch? Wat denk je dat je uit Hollanda komt en je die kafir regels naar ons land mee kan nemen?". Zei de douanier. Het was ironisch. Zo zat hij mij te betasten en zo gaf hij een preek over regels. Het was tevens walgelijk en onredelijk. De andere twee douaniers genoten van de show. "Jij kan instappen, ik ga even een woordje babbelen met jou.. wat het ook is". Zei één van de douaniers. Ik knikte en ging gauw de auto in. Abdel keek me aan en was vuurrood. Hij pakte zijn tas uit de auto en toen hij dat deed wist ik meteen wat ze verlangde. Geld. Na tien minuten kwam hij terug en ging zitten. Hij klemde zijn handen om het stuur en reed met volle vaart weg...