Seks is een enorm issue tussen mijn man en mij. Soms
is het fantastisch. Maar er zijn ook momenten dat ik aan
mijn lichaam denk, dat de laatste tien jaar heel erg is veranderd.
Dan raak ik in paniek. Ik denk dat mijn man mij
beoordeelt aan de hand van de idealen die ikzelf in mijn
hoofd heb en dan draai ik door. Ik zoek ruzie. Ik doe alles
om eraan te ontsnappen en mijn kleren weer aan te
trekken.
Op een dag reed ik door onze wijk en stopte ik bij een
verkeerslicht naast een auto vol jongemannen. Ze glimlachten
naar me. Ik glimlachte terug en bloosde zelfs een
beetje. En toen, uit het niets, beet mijn dochter van vijftien
die achterin zat met haar beste vriendin, me toe: ‘Jeetje,
mam, kijk nou niet meer naar hen. Dacht je echt dat
ze met jou aan het flirten waren? Kom op, zeg!’ Ik kon
mijn tranen bijna niet bedwingen. Hoe kon ik zo stom
zijn?
Als ik mezelf in de spiegel bekijk heb ik daar soms geen
problemen mee. Maar er zijn ook momenten dat ik alleen
maar iemand zie die dik en lelijk is. Dan wordt het
me echt te veel en krijg ik bijna geen lucht meer. Ik word
misselijk en walg van mezelf. En dan wil ik me in huis
verstoppen zodat niemand me kan zien.
Ik ben eenenveertig en net weer met een opleiding begonnen
om een diploma te halen. De helft van de tijd
weet ik niet waar ze het over hebben, dan zit ik daar maar
wat als een halvegare te knikken. Ik voel me onecht, alsof
ik niet slim genoeg ben om daar te zijn. Als dat gevoel
over me heen komt zou ik er het liefst tussenuit willen
knijpen... gewoon mijn tas pakken, ’m smeren en nooit
meer terugkomen.
Mijn leven ziet er van de buitenkant best goed uit. Leuke
man, mooi huis, leuke kinderen: huisje, boompje, beestje.
Maar in werkelijkheid is het een ander verhaal. Als we
ons er niet zoveel aan gelegen zouden laten liggen wat andere
mensen ervan vinden, zouden we gaan scheiden. We
praten nauwelijks meer met elkaar. Onze kinderen hebben
het allebei moeilijk op school. We moeten de school
heel veel geld betalen om ervoor te zorgen dat ze er niet
afgeschopt worden. Het wordt steeds moeilijker om de
schijn op te houden. Ik weet dat mijn vrienden af en toe
glimpjes van de waarheid zien, dat kan haast niet anders.
Ik word misselijk bij het idee dat ze erdoorheen kunnen
kijken.
Ik voel me constant beoordeeld als moeder, alsof niets
van wat ik doe goed of goed genoeg is. Het ergste is het
als andere moeders kritiek op je leveren. Eén afkeurende
blik van een andere moeder raakt me tot op het bot.
Ik vertel niemand over de dingen die ik heb meegemaakt.
Ik wil niet dat ze me zielig vinden of anders over me gaan
denken. Het is gemakkelijker om mijn verleden voor
mezelf te houden. Als ik eraan denk dat men mij verantwoordelijk
stelt voor wat me in het verleden is overkomen
of dat ik daarop wordt beoordeeld, krijg ik al bijna geen
lucht meer.
Niemand weet hoe beroerd het gaat tussen mij en mijn
man; dan zouden ze slecht over hem gaan denken en over
mij, omdat ik bij hem blijf. Ik lieg vaak en verzin verhalen
om het te verdoezelen. Als ik lieg voel ik me achterbaks
en schaam ik me.