Turkije heeft boos gereageerd op Europese sancties tegen een Turks bedrijf dat het VN-embargo tegen Libië zou schenden.



Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken verwijt de EU vooringenomen te zijn en met "twee maten te meten". De Europese Unie legde deze week voor het eerst sancties op aan schenders van het wapenembargo voor Libië. Die treffen naast het Turkse Avrasya Shipping ook een Jordaanse vrachtrederij en een vliegmaatschappij uit Kazachstan.

De drie bedrijven hebben wapens en andere benodigdheden voor de gewapende strijd naar Libië vervoerd, stelden de EU-ministers van Buitenlandse Zaken maandag vast. Hun Europese banktegoeden worden bevroren. Ook mogen Europese bedrijven geen zaken meer met ze doen.

Het wapenembargo dat voor Libië van kracht is moet helpen een eind te maken aan de slepende burgeroorlog in het Noord-Afrikaanse land. Een EU-land als Frankrijk beticht Turkije er al langer van dat het niet alleen als beschermheer, maar ook als wapenleverancier van de regering in Tripoli optreedt en zo olie op het vuur gooit.

In het Noord-Afrikaanse Libië heerst chaos sinds de dood van dictator Muammar Kaddafi in 2011. Turkije steunt de door de VN erkende regering in Tripoli. De rivaliserende krijgsheer Khalifa Haftar krijgt eveneens hulp uit het buitenland, onder meer van de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte.

De EU denkt dat via het Turkse bedrijf militair materieel naar Libië is gesmokkeld. Ankara zegt zelf dat het ging om hulpgoederen. Het ministerie klaagt dat "Turkse humanitaire hulp aan de rechtmatige regering" nu wordt bestempeld als een schending van het embargo, terwijl buitenlandse wapenleveranties aan Haftar door de vingers worden gezien.