Column Turkije
Een seculiere pesterij van een Turks politicus

6 augustus 2020

En plotseling gaf de gekielhaalde Turkse vader des vaderlands Atatürk een grom vanuit zijn graf, bij monde van een brutale lokale politicus, sfeerbederver in het blijde Ayasofya-carnaval. Het tij zit tegen, maar seculier Turkije bijt wel terug.

Turkse media jubelen over al die vele mensen die bidden in of bij de Ayasofya, ooit een kerk, daarna een moskee, in 1934 door Atatürk tot museum gemaakt en nu weer een moskee. De moenafiek islamistische president Erdogan zette die laatste transformatie luister bij met een vervloeking van de seculiere halfgod Atatürk. Zijn naam noemde hij niet, zo ver durfde hij niet te gaan.

Gejuich klinkt er ook vanuit de oude sultans-familie, in 1924 verbannen door Atatürk, maar sinds de jaren zeventig weer welkom in Turkije. Sultan Mehmet maakte in 1453 van de Ayasofya een moskee. Een verre nazaat is Abdülhamid Kayihan Osmanoglu. Turkije is nu weer echt onafhankelijk, vrij van buitenlandse betutteling, zegt hij in 5pillars.com. Hij is blij dat hij de graven van zijn voorouders, bij de Ayasofya, voortaan kan bezoeken zonder toegangskaartje. De sultans-familie heeft altijd geweigerd entree te betalen voor de Ayasofya. Het enige toegangsbewijs is de ‘woedoe’, de rituele wassing voor het gebed, vindt Osmanoglu.

En toen was er die wanklank van een lokale politicus van de CHP, onder Atatürk de enige partij, nu oppositie. Het klonk als een opzettelijke boer bij een diner. Osman Ayradilli, woordvoerder van de CHP in het stadsgewest Bursa, verstaat de kunst rood vlees in de arena te gooien. Hij had het niet over het beroemde gebouw in Istanbul, toen hij voorstelde van de Ayasofya een museum te maken. De naam komt meer voor. Hij bedoelde de Ayasofya van de stad Iznik, vroeger Nicea. De omgekeerde weg dus, niet van museum naar moskee maar van moskee naar museum. Het was pesterij, dat voorstel. Bij voorbaat kansloos. Wel leuk.

Was Jezus God of mens of allebei?

Iznik heeft toerisme nodig, vindt Ayradilli. Een museum kan daarbij helpen. Nicea was belangrijk in de christelijke kerkgeschiedenis. In 325 probeerde een beroemd concilie in Nicea een einde te maken aan een chronische twist over Jezus: was hij God of mens of allebei. Later zou vooral de islam de goddelijkheid van Jezus en de Drie-eenheid fel afwijzen, maar ook de oude christenen waren verdeeld.

In 787 was er opnieuw een concilie in Nicea, nu in de plaatselijke Ayasofya. Onderwerp: iconen. Byzantijnse keizers zagen een verband tussen het vernielen van iconen en het winnen van oorlogen. Het volk vereerde juist de afbeeldingen van heiligen. Ellende was het gevolg. In 787 organiseerde een regentes, Irene, het tweede concilie van Nicea, dat het keizerlijke vandalisme verbood. Maar Byzantium bleef oorlogen verliezen en dus koelden keizers toch weer hun woede op iconen. Opnieuw greep een vrouw in, regentes Theodora. Zij riep in 843 een concilie bijeen in Constantinopel, dat definitief partij koos voor de kunstwerken.

Volgens Ayradilli telt Iznik genoeg moskeeën. Maak dan liever van onze zo rijk met historie beladen Ayasofya een museum, dat trekt toeristen en levert geld op, betoogde hij. Gelijk oversteken: de Ayasofya in Istanbul een moskee en de Ayasofya in Iznik een museum. Wat is daar mis mee? Veel. Jij platte geest, de islam verloochenen voor geld, zo klinkt het. Maar om geld ging het Ayradilli niet. Zijn echte boodschap: blijf af van onze icoon Atatürk. Ayradilli’s beloning: naamsbekendheid, de levensbron voor elke politicus.

In de rubriek ‘In de schaduw van de minaret’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld van Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw.


https://www.trouw.nl/religie-filosof...icus~b53178b3/