Neem het heft in handen en gedraag je als een man? Dat vind ik leuk. Dat doe ik.
Maar de keuzes die ik maak passen dan weer niet. Zij zoekt een andere vorm van 'man zijn'. Ik weet niet welke.
Maar hoe zie je dat dan voor je? Vraag ik vol hoop, met een lichte wan daarin. Dat moet jij weten, want jij bent de man.
En daar werd het wanhoop in plaats van hoop.
Ok, laten we beginnen bij het begin. Hoe het vroeger was. Nee, daar begint ze niet aan want toen waren we jong en onvolwassen.
Ok. We beginnen bij het moment dat we volwassen werden? Laat me met rust, hoor ik dan. Ik kan het met jou nergens over hebben.
Ik heb het gevoel dat ik de controle over de situatie verlies. Volg jij het nog? Ik steeds minder.