Nederlandse Syriëgangers ontkennen in documentaire alles waar zij van beschuldigd worden
Polderjihadi’s: ’We gingen daar alleen maar heen om koekjes te bakken’
AMSTERDAM - Nederland laat kansen lopen om in Syrië nog bruikbaar bewijs te vinden tegen ’onze’ IS’ers. Omdat de polderjihadisten zelf met stalen gezicht volhouden dat ze geen misdaden hebben begaan in het kalifaat, neemt het risico op halfzachte veroordelingen toe. Dat is de trieste slotsom van programmamaker Sinan Can, die een zoektocht ondernam langs de sporen van de polderjihadisten. „Ze hebben daar zogenaamd allemaal koekjes gebakken.”
Voor de documentairereeks De Lokroep, die deze week wordt uitgezonden, probeerde Sinan Can ter plekke informatie te vinden over de Nederlandse jihadisten in Raqqa. Hij merkte dat hun sporen snel ondersneeuwen. Steeds lastiger blijkt het om getuigen te vinden die weten waar de Nederlanders woonden, met wie ze omgingen en welke functies ze hadden. „Probleem is dat die IS’ers allemaal lange baarden hadden, je kon ze niet onderscheiden”, verzucht een bewoner van de Firdawsstraat waar het ’Nederlandse huis’ stond.
Massagraf
Ook op andere manieren vervaagt het bewijsmateriaal steeds verder. Can zag hoe slachtoffers van IS uit een massagraf werden getild om te worden herbegraven. De lichamen worden niet onderzocht, daardoor verdwijnen mogelijk aanwijzingen over de daders van de slachtpartijen.
„Nederland moet meer moeite doen om ter plekke informatie te verzamelen over wat de Nederlanders daar gedaan hebben”, zegt Can. „In de rechtszaken die tot nu toe zijn gevoerd zie je dat de straf, een paar jaar gevangenis, is gebaseerd op een paar Facebookberichten of een foto met een wapen. In Syrië moet er veel meer bewijs zijn te vinden, maar dan moeten we wel snel zijn. Ik begrijp niet dat er daar niet allang een Nederlandse post is waar stelselmatig informatie wordt verzameld.”
Can kwam echter niemand tegen die al eens bevraagd was door een Nederlandse justitiebeambte. „Ik ontmoette een man die voor de Iraakse inlichtingendienst als mol in Mosoel heeft gezeten en met gevaar voor eigen leven bijhield wie welke functies had in het kalifaat. De Nederlandse overheid had nog nooit bij hem informatie gevraagd.”
Dat kan kloppen, want het OM is terughoudend met onderzoek in Irak en zeker in Syrië waar het gros van de Nederlanders zat. Speuren ter plaatse is onmogelijk, stelde justitie eerder in de zaak van ’Balie-jihadi’ Abdelaziz al H.
Vuur na aan de schenen
Tegenover het gebrek aan bewijs staan de ex-IS’ers die hun handen in onschuld wassen. De documentairemaker sprak met vier beruchte Nederlandse oud-kalifaatbewoners en legde hen het vuur na aan de schenen om door hun pantser te breken. Dat blijkt niet makkelijk.
Zoals Mokhtar M. alias Dadi Meki uit Eindhoven, al sinds 2001 bij de diensten in beeld als jihadist. Hij kreeg ooit 20.000 euro schadevergoeding omdat hij niet veroordeeld kon worden onder de oude terrorismewetgeving. Hij trok naar Syrië waar hij zijn bruid Xaviera S. ontmoette. Het jihadstel gaf zich over en zat slechts kort in een Turkse cel. Inmiddels zijn ze van elkaar gescheiden. Hij is uitgezet naar Algerije, Xaviera zit hoogzwanger op de Terroristenafdeling in Vught. Op de vraag wat hij heeft gezien van de gruwelen van IS zegt Dadi Meki: „Dat kan ik niet allemaal vertellen nu.”
„Ik was niet voor IS, ik had een cafetaria en wilde alleen mensen helpen op het pad van God. Ik verkocht Franse koekjes, mille-feuilles en tompouce, appeltaart. En iedereen maakt daar foto’s met een wapen. Maar die foto was niet voor mijzelf.”
Het is voor justitie frustrerend dat heimweejihadi’s grossieren in dergelijke verhalen, terwijl het zeker voor mannen uiterst onwaarschijnlijk is dat ze het hielden bij koekjes bakken. Ook de vrouwen droegen stevig bij aan de Islamitische Staat, benadrukte de AIVD al eerder. „Het zusternetwerk zorgde er door sociale controle voor dat iedereen in het gareel werd gehouden”, zegt Can.
Cakejes verkopen
Xaviera S. uit Apeldoorn, gehuld in nikab, beweert echter tegen Can dat ze uitsluitend thuis heeft gezeten. „Ik zag alleen mijn zusters en deed het huishouden. Ik had contact met Nederlandse vrouwen. Zo heb ik Mokhtar ontmoet, hij is toen cakejes gaan verkopen. Gruweldaden? Nee, ik heb wel gehoord dat er iets in Frankrijk was gebeurd. Maar ik weet dat allemaal niet, ik zie dat niet. Bataclan, wie is dat?”
Ook Angela B. uit Soesterberg woonde vijf jaar in het kalifaat en wast haar handen in onschuld. Zij zit (in nikab) in een Koerdisch kamp. „Ik mocht nooit weten welk werk mijn man deed. Ik weet dat er speculaties zijn dat hij deel uitmaakte van de groep die filmpjes maakte voor IS. Maar ik zag nooit laptops of USB-sticks. Executies, daar heb ik nooit iets van meegekregen.”
Ze distantieert zich mondjesmaat van IS. „De staat zoals ik die heb beleefd, waar je niet mag roken en je gesluierd de straat op moet, die vind ik goed. Ik sta er niet achter wat ik nu op video’s zie… Waarom kan ik niet een normaal leven gaan leiden in Nederland?”
Keiharde manier
Mounir el K. uit Den Haag tenslotte. In afgetapte gesprekken stelde hij dat hij de ’keiharde manier gewoon lekker vindt, gewoon kop d’r af’. Bij verstek werd hij veroordeeld tot zes jaar, hij zit nu in een Koerdische gevangenis.
Voor de camera geeft hij toe dat hij militaire training kreeg, maar dat hij vier jaar lang ’alles ontliep’. De straf als hij niet kwam opdagen bij gevechten? Hooguit een korting op zijn salaris. Geen glimp ving hij ooit op van martelingen of moorden. Mocht hij ooit terugkeren dan moet Nederland hem maar op zijn woord geloven, zegt hij. „Dat is een stuk vertrouwen.” Vindt hij dat elke moslim jihad moet bedrijven? „Ik geef daar geen antwoord op.”
De Lokroep, over de radicale islam in Nederland. Dinsdag, woensdag en donderdag bij BNNVARA op NPO2.
https://www.telegraaf.nl/nieuws/1131...kjes-te-bakken