Deze kleur blauw was anders als anders. Alsof zijn ogen iets wilde vertellen. Ik durf te zweren dat ik er zo in werd mee getrokken. Passie en verdriet lees ik eruit. Ze zeggen ook je leest aan de ogen van een persoon hoe gelukkig, passievol, of verdrietig diegene is. "Wat een warm welkom!" Zei hij met een zachte stem. Natuurlijk kwam Maria aan lopen en zich ook excuseren. Namens het bedrijf, want ja die flinke logo van één bij één meter op me uniformjasje is niet te missen. "Ehm sorry, ik.. ik zag je niet" stamelde ik eruit. "Geeft niet, je kan me ook niet gezien hebben als je naar achteren loopt plus ik vloog ook die lift uit.." knipoogde hij en gaf mij een glimlach waardoor ik alweer vergeten was dat ik kwam om te werken en niet om de klunzige klootviool uit te hangen. "Zullen we dan maar?" Klonk er iets verderop. Geen Maria, maar een slanke gedaante met een nogal te korte rokje en een wit overhemdje keurig gestreken. Lang, donker haar en de meest ongeduldige blik die ik ooit van mijn leven gezien heb. Een stapel mappen onder haar rechterarm en aan de ene hand een handtas. Zonder iets te zeggen liep hij meteen door achter mevrouw ongeduldig.
Maria keek even op en zwaaide met de formulieren of ik haar richting op wilde lopen. Ik liep haar kant op en ze deed een deur open. "Hier heb je alles wat je nodig zult hebben. Schoonmaakkar, schoonmaakmiddellen, doekjes, vloermoppen, nou ehm je kent het wel" Ik antwoorde dat ik het bereep en we maakte samen alles klaar. Het wordt een lange dag vandaag en hierna hebben we nog een gebouw die we moeten bezoeken zodat Maria het één en ander daar kan uitleggen.
Het was natuurlijk spits zoals ik het altijd noem. We maakten samen de kantoren schoon. Soms zat er iemand druk te telefoneren en gaf ook aan dat het niet uitkwam. "Dit is het meest irritante aan deze baan" zei Maria nog. Ik gaf ook aan waarom het niet beter is als er avonden worden schoongemaakt. Dan zijn de panden leeg en kan je op je gemak schoonmaken. Maria legde uit dat het nogal qua kantoren verschilt. De één wil het ochtenden en middagen en de ander wil enkel avond. "Dit bedrijf wil het dus overdag nou dan krijgen ze het ook" zei Maria terwijl ze wat bureau's af zat te stoffen. "Moet je kijken meis!" Ze liet het doekje uitgevouwd zien die zijn blauwe kleur in had geleverd voor een nogal smerig kleurtje bruin "Zelfs mijn kleinkind van drie maakt er niet zo'n rommeltje van" Ik lachte om haar opmerking. Het is ook écht zo. Ik heb veel ervaring in de schoonmaak en wat volwassen kunnen achterlaten is een drama!
"Ahlam" zei Maria, "Je kan alvast het kantoortje hiernaast schoonmaken" Ik knikte en nam de kar mee.
Ik tikte twee keer op de deur en doodse stilte. We hebben sleutels van de kantoren natuurlijk maar bij aanwezigheid moet je altijd kloppen. Gouden regel nummer drie. Nummer één is uiteraard diefstal en twee geen relatie met klanten. Duidelijk dus. Nog een keer klop ik op de deur. "Ja!" Ik schrok van de nogal hoge toon in de stem en melde dat ik kwam schoonmaken. De deur vloog open en daar stond ik oog in oog met mevrouw ongeduldig. "Oh de schoonmaak.." zei ze quasi geïrriteerd. Ok, dat naambordje op mijn linkertiet heeft dus geen toegevoegde waarde dacht ik. "Eh ja, ik kom schoonmaken, kom ik gelegen?" Ze draaide zich om en zonder antwoord te geven plofte ze neer op de bureau stoel en streek een hand uit dat ik mijn gang kon gaan. Wat ik dus ook deed. Prullenbakje verschoont, bureau afgenomen maar 9 van de 10 keer lukte het niet omdat mevrouw druk bezig was met wat handelingen. Een piepstemmetje in mijn hoofd zei "Ahlam dit ga je niet pikken, mevrouw ongeduldig, hoogtevrees stop er gewoon mee!" Maar ik wuifde die gedachte weg. Ik heb te lang stil gezeten. De muren komen op je af, je gaat nadenken, huilen, dit is in ieder geval ondanks dit alles veel beter. Dacht ik.
Ik voelde haar ogen prikken in mijn rug toen ik aan het dweilen was. Ze was mooi. Mooier als mij in ieder geval. Vond ik dan. Ik probeerde een naam te zien maar kon nergens wat vinden. Ze is marokkaans dat zie ik zo. "Zo, dat was het dan tot woensd.." ik kon mijn zin niet eens afmaken of ze wees naar de deur. Ik vatte het als jallah ga maar weg zonder groet of gedag, maar nee. "Ehm de vorige schoonmaakster maakte ook de deur schoon. Van binnen en buiten" ik liep naar de deur en nam deze af. Van binnen en van buiten. "Tot woensdag" klonk het nog toen ik de deur sloot. Ik zei niks terug en liep naar Maria die ik natuurlijk niet kon vinden. De schoonmaakkar had ik even aan de kant gezet. Uit het niet verscheen er een man die haastig iets vroeg "Zeg kun je even naar mijn kantoor komen, ik heb iets laten vallen en.." hij maakte zijn zin niet eens af of ik hobbelde met de schoonmaakkar achter hem. Nadat ik daarmee klaar was kwam Maria het kantoortje binnen. "Gaat alles goed hier?" Ik knikte en nadat we een paar kantoortje hadden schoon gemaakt gingen we even pauzeren. Omdat ik een lange dienst had bleef ik in het bedrijf lunchen. Daarna zouden we naar het andere bedrijf gaan. Maria liep naar buiten om te roken en ik zocht het restaurant. Na een poosje zoeken kwam ik aan in het restaurant en bestelde een broodje gezond en een flesje sap. Na de lunch zocht ik een lift om mijn lijst af te tekenen en mijn spullen te pakken. Ik stapte de lift binnen en hieldt mijn adem weer in aangezien we weer helemaal omhoog moesten. Maria wachte al beneden dus ik moest gauw opschieten. De liftdeur werd bij het dichtgaan tegen gehouden door een mannelijke hand. En daar verscheen hij weer. Weer die azuur blauwe ogen. Ik sloeg mijn ogen dit keer neer. Zo'n stomme fout als in de ochtend kon ik niet twee keer maken. Ik ben hier om te werken. Hij moest natuurlijk ook naar etage 15. Akward stilte in de lift. "Ben jij onze nieuwe schoonmaakster?" hij onderbrak de stilte met deze cliché vraag en best wel dom. Hij moet het toch aan mij jasje zien? "Ehm ja" ik durfde hem niet eens aan te kijken. Uit mijn ooghoek zag ik een goed gebouwde figuur, ongeveer 1.80 in de lengte, lichtblauwe overhemd met een donkermarine pantalonbroek. Dat lichtblauwe stond vreselijk mooi bij zijn ogen. Goed gematcht dacht ik nog. Met zijn handen in z'n zakken stond hij er ook beetje ongemakkelijk bij. Wanneer gaat deze lift stoppen?? dacht ik tussendoor. Zijn donkere haren strak naar achteren gekamd en volgens mij is hij pas op vakantie geweest. Je bent anders gezegend als je van jezelf al zo'n mooi kleurtje hebt. Weer dwaalde ik weg. "Welkom" en hij stak een hand uit.. ik bleef even staan. "Je mag me een hand geven hoor ik bijt niet" ja de berggeit houding kwam weer in me naar boven. Ik gaf hem een hand waarop hij zei "Mijn naam is Nabil.."