Ibn Abi Dunya levert over in 'Mudaaraat al-naas' :



عَنْ هِشَامِ بْنِ عُرْوَةَ ، قَالَ : عَطِسَ نَصْرَانِيٌّ طَبِيبٌ عِنْدَ أَبِي ، فَقَالَ لَهُ : " رَحِمَكَ اللَّهُ " ، فَقِيلَ لَهُ : إِنَّهُ نَصْرَانِيٌّ . قَالَ أَبِي رَحْمَةُ اللَّهِ عَلَى الْعَالَمِينَ

Hisham bin 'Urwah zei:

Een Christen dokter ging naast mijn vader niezen.

Mijn vader zei: "Rahimak-Allaah!" (moge Allah jou genadig zijn)

Iemand zei: "Hij is een Christen."

Mijn vader zei: Allah's genade is op de 'Aalamien (alles/werelden en wat het bevat)"