Burgemeester Halsema kreeg kritiek op haar uitspraak het boerkaverbod niet te handhaven. Wat betekent dat voor haar positie?
De mediastorm had Halsema kunnen voorzien. Islam en integratie zijn nu eenmaal de meest polariserende onderwerpen in de Nederlandse samenleving – en de boerka is daarvan hét symbool. Maar de heftigheid van de Haagse reacties kwam vooral door iets anders. Door haar afkeer van het verbod expliciet te verbinden met de vrijheidsminnende en tolerante cultuur van Amsterdam, suggereerde Halsema dat de hoofdstad boven de wet staat – een status aparte voor de Republiek Amsterdam.
Buiten de hoofdstad zijn ze, niet onterecht, nogal gevoelig voor ‘Amsterdamse arrogantie’. De burgemeesters van Utrecht en Rotterdam, die net als Halsema niets zien in het boerkaverbod, begrijpen dit. Zij waren zo slim om zich niet te beroepen op de mentaliteit van hun stad en kozen voor een puur praktisch argument: prioriteit in de handhaving. Er zijn belangrijkere zaken dan een handjevol vrouwen wier gezicht je niet kunt zien – zeker met het tekort aan politieagenten waar de grote steden al jaren mee kampen. Halsema zei dat ook, maar legde de nadruk op de principiële kant van de zaak.
Maar wat heeft ze eraan als het kabinet en een groot deel van de Tweede Kamer geïrriteerd zijn? Het linkse Amsterdamse college heeft grootse plannen: honderden extra politieagenten, bestrijding van de lokale drugseconomie, een brug over het IJ, minder vluchten op Schiphol, een reusachtige nieuwe woonwijk in het Westelijk Havengebied. Zonder steun en geld van Den Haag zal er van die ambities weinig terechtkomen.
Een ervaren burgemeester als Ahmed Aboutaleb van Rotterdam had Halsema kunnen vertellen: zint Haags beleid je niet, dan leg je het in stilte naast je neer. Ondertussen regel je achter de schermen miljarden voor de stad. Zijn gemeente is hier al jaren uitermate bedreven in.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/12/01...cipes-a2883575