Qur3iyabi قرعيابي taa ti toeقل سبحان الله ومآ أنا من المشركيين ~ ومآ من المبتدعييييين
Het is overgeleverd door van Boecharie en Moslim op gezag van Hudhayfah ibn al Yaman:
“Toen de mensen de Profeet sallallahoe aleihi wassallam vroegen over het goede, vroeg ik over het slechte, in angst dat het mij zou overkomen. Dus ik vroeg: Oh, Profeet van Allah, we waren in djahiliyyah toen Allah dit goede naar ons toe bracht, zal er iets slechts komen hierna? De profeet antwoorde: ja, dat zal komen. Ik zei: zal er daarna weer goeds komen? Hij zei: Ja, maar het zal enige onzuiverheden hebben. Ik vroeg: wat zijn deze onzuiverheden? Hij zei: mensen zullen leiden zonder mijn leiding. Je zal er van af weten maar het ontkennen. Ik vroeg: is er goeds na dit slechte? Hij antwoordde: Ja er zullen mensen zijn die uitnodigen naar de Poorten van de Hel, een ieder die naar hen luistert zal in het Vuur geworpen worden. Dus ik zei: Oh Profeet, beschrijf ze voor ons. Hij zei: Ze zijn van ons en spreken onze taal. Ik vroeg: wat moet ik doen als ik dit mee maak? Hij zei: blijf bij de groep moslims en hun leider. Ik vroeg: Wat als ze geen leider hebben? Waarop hij zei: Als zij geen leider of imam hebben, verlaat dan al deze groepen zelfs als je je vast moet bijten in een boom totdat je sterft.” (Boechaarie)
Qur3iyabi قرعيابي taa ti toeقل سبحان الله ومآ أنا من المشركيين ~ ومآ من المبتدعييييين
The Prophet (ﷺ) said: Allah forgives my ummah those (bad deeds) their souls may whisper or suggest to them, as long as they do not act (on it) or speak (with it). Bukhari 6664
Sharh Sahih Muslim:
The Prophet (ﷺ) said: Allah forgives my ummah those (bad deeds) their souls may whisper or suggest to them, as long as they do not act (on it) or speak (with it). Bukhari 6664