Sara staat voor de spiegel. De zomervakantie is voorbij en de eerste schooldag is aangebroken. Dit jaar gaat ze starten in 4 HAVO. Ze had voorgaande jaren op het VWO gezeten maar helaas was ze blijven zitten en heeft ze besloten om HAVO te gaan doen. Ze keek in de spiegel en bekeek haar outfit. Een donkerblauwe spijkerbroek met een wit shirtje erop. Met een paar sneakers eronder zou dat een een veilige outfit voor de eerste dag met nieuwe klasgenoten moeten zijn dacht Sara.

“Sara schiet eens op, je komt te laat” riep Sara’s moeder. “Ja mama, ik moet vandaag later beginnen we hebben een kleicursus in plaats van les vandaag” riep ze terug. Ze kende nog helemaal niemand uit de klas. Haar beste vriend, Younes, kende wel een jongen uit haar klas: Daniel. Younes had aan haar gevraagd of ze haar telefoonnummer mocht geven aan Daniel voor huiswerk. Daniel was door zijn profielkeuze ook in een klas terechtgekomen waar hij niemand kende. Ze vertrouwde Younes, hij zou niet vragen of hij haar nummer aan een jongen mocht geven als die jongen slechte bedoelingen had. Ze had daarom gezegd dat het goed was. Zij had Daniels nummer ook gekregen van Younes.

Ze moest er om 9.00 uur zijn. Ze keek op haar horloge en het was al 8.30. “Shit, ik weet helemaal niet waar ik heen moet” dacht ze. Ze kende ook nog niemand uit de klas behalve Daniel. Zou ze hem dan toch maar bellen om het te vragen? Ze had geen andere keus. Ze pakte haar telefoon, zocht zijn nummer op en belde hem. “Hallo?” hoorde ze. “Hey, Daniel. Met Sara spreek je.” “Ja Sara, ik weet het ik heb je telefoonnummer opgeslagen”. Sara schrok van zijn botte reactie. “Oh, sorry. Ehm, ik weet niet waar we heen moeten. Weet jij het wel?” “Ja, je moet op de Loevensstraat zijn achter de winkelstraat, weet je wel.” Sara had geen idee waar hij het over had en wist niet waar ze heen moest. Ze durfde eigenlijk niet toe te geven door zijn botte reactie maar ze had geen keus. “Nee eh eigenlijk weet ik niet waar het is. Kun je het misschien iets meer uitleggen.” “Kom naar het grote plein met dat waterstandbeeld, dan fietsen we samen” zei Daniel. Sara voelde zich overrompeld, ze kende hem niet zo goed maar ze had geen keus. “Oke, dat is goed. Ik vertrek nu direct naar het standbeeld. Tot zo!”

Sara kende Daniel helemaal niet. Ze had hem misschien een keer langs zien lopen op school. Dus ze vond het erg spannend om nu met hem te fietsen. Ze liep snel naar de schuur. Pakte haar fiets en reedt naar het pleintje. Daar zag ze hem al wachten. “Hey, het is niet ver weg. Kom dan fietsen we gelijk door.” zei hij. “Hey, dat is goed” zei ze zachtjes terug. Wat was Daniel knap! Ze wist dat hij Libanees was. Hij was licht getint, had donkere krullen, grote donkerbruine ogen en een kortgetrimd baardje. Sara wist niet welke kant ze op moest kijken…