Dit verhaal was ik een keer begonnen, maar heb het nooit afgemaakt. Ik plaats eerst de oudere delen en dan ga ik verder.
Veel leesplezier!
De Verhalenmaker
Deel 1
Piep-piep, piep-piep. Ik deed mijn ogen open en staarde naar het plafond. Ik herkende de paarskleurige ronde kap van de lamp die boven het bed hing. Was dit het dan? De dag waarvoor vele mensen mij gewaarschuwd hadden? De hele nacht had ik gehoopt uiteindelijk wakker te worden uit een droom. Een droom waarin ik de liefde bedreef met mijn… even leek het stil in mijn hoofd. We hadden toch een relatie? Ik zie haar als mijn vriendin, maar toch weigerde ze altijd zo genoemd worden. Niet omdat ze niet van me hield, maar uit principiële redenen. Het hoorde niet. Mijn toekomstige, dan maar? Ze lag naast me en leunde half op mijn arm. Haar ogen waren iets dikker dan normaal, haar make-up was uitgelopen. De nacht ervoor had ze veel gehuild. Elke traan deed mij pijn. Hoe had ik haar dit kunnen aandoen?
Ik keek naar haar mooie haren die prachtig langs haar gezicht vielen. Dit was geen droom. Dit was werkelijkheid. Piep-piep…ik drukte snel mijn telefoon weg en zette hem op stil. Vier gemiste oproepen van “ma lyca”. Waarom belde ze zo vroeg? – het was pas half acht! Mijn moeder en ik hebben een geweldige relatie. Ze heeft me altijd gesteund en zag me als lievelingskind. Ze noemde me bij iedereen Yassin-inoe. Ik deed in haar ogen nooit wat fout. Ze heeft nooit een dochtertje gekregen, alleen vier jongens. Ik fungeerde als dochter-model door af en toe te helpen met eten. Ik kan me nog goed herinneren dat ik vroeger naar de supermarkt werd gestuurd om de juiste haarkleur te kopen. Zij durfde dat niet, vanwege haar "vrouwelijk schaamte". Dit besefte ik me pas vele jaren later. Op jonge leeftijd waren dat voor mij vrij ‘normale boodschappen’ . Alleen van het merk Schwarzkopf! Daarvan keek ze altijd vol bewondering naar de reclame. Kastanjebruin met glans. Dat was haar favoriete kleur. Als ik de bijsluiter aan haar voorlas luisterde ze altijd aandachtig. Alsof ik een scheikunde-college gaf. Vragen stelde ze achteraf. Met ramadan was ik als snel de aangewezen persoon die hielp met chabakia en brewat koekjes. Ik deed het inmiddels zo vaak dat ik ‘een eigen’ manier van vouwen had. Bij familiebezoek toonde ze met trots de koekjes aan de uitgenodigde gasten, alsof ze het zelf had gemaakt. Ik haalde mijn voldoening uit de blijdschap die dat met zich meebracht.
Nu lag ik in bed, naast Amel. Een overwegend praktiserend meid. We hadden elkaar ongeveer een half jaar eerder op een vroege dinsdagochtend ontmoet in the Subway. Zij had die dag een broodje gezond gekocht en zat aan tafel in het midden van de broodjeszaak. Ik liep naar binnen en bestelde een panini met zalm. Een vreemde gewoonte die ik al sinds jong af aan heb is dat overal waar ik binnen kom, snel rond me heen kijk om te kijken of er bekenden zijn. Daar zag ik een leuk uitziende meid met lichtgroen-gekleurde hijaab. Nothing special, toch?
“Alstublieft, dat word dan E3,75. “
Ik betaalde en zocht een plekje op. In mijn ooghoeken wist ik dat ze daar zat. Waarom voelde ik me zo tot haar aangetrokken? Pff, ik moet echt trouwen, klonk het in mijn gedachten. Kedeng! Ik liep tegen een geel driehoek bordje waarop een waarschuwing op stond met ‘uitglijd-gevaar’ . Mijn panini vloog in de lucht en viel een aantal meter voor mij. Nee he! Moet mij weer overkomen! Snel keek ik om mij heen om te zien of iemand het gezien had. Amel vond het amusant en glimlachte, ik keek haar en glimlachte terug. Ik haalde mijn schouder op en gooide het broodje snel in de prullenbak. De zalm was half op de grond gevallen. Het enige wat ik er aan overhield was de sterke zalmgeur aan mijn handen. Zonde. De kassajuffrouw kwam naar me toe en vertelde dat het iedereen wel kon gebeuren, dat bordje stond ook ongelukkig in de weg. Ik kreeg een nieuwe panini. Ik liep richting het hijaab-meisje en knipoogde. “Grappig he!” Ze lachte terug en antwoordde “Nee hoor, kan iedereen wel overkomen..”.
Amel draaide zich om en ging op de krukjes zitten bij het raam, waardoor ze naar buiten kon kijken. Ik besloot om iets te doen wat ik normaliter nooit deed en ook best ordinair vond: naast haar gaan zitten.. Achteraf gezien was dit het begin van een hoofdstuk in mijn leven waar ik totaal niet op was voorbereid..
Mijn vader vertelde me vroeger dat verliefd zijn ‘een ziekte’ was, “El7oub mtel’lmarad!” (“Liefde? Net een ziekte!”). Ik snapte dat nooit. Verliefdheid was toch iets moois? Ik was toentertijd nooit verliefd geworden of geweest. Ik ervaarde leuke momenten met meiden van school, maar had nog nooit de drang en het gemis gevoelt dat ik nu voelde.