De profeet nam zijn echtgenote(s) in vertrouwen en vertrouwde haar zijn (meest grote) geheimen.
Zelfs zijn meest geheime projecten deed hij aan haar toevertrouwen. Zoals bijvoorbeeld inzake de strategie, overkwam het hem een oorlog voor te bereiden, en hij maakte dit enkel aan zijn echtgenote ('Aisha ) bekend. Zelfs Aboe Bakr wist er niets van en zijn dochter hield het geheim (die de profeet aan haar had toevertrouwd) ook voor haar vader verborgen toen hij haar vroeg wat er aan de hand was.
De profeet liet dus zijn echtgenotes merken dat hij hen vertrouwde.
Overgeleverd op gezag van At-Tabari,
vroeg de boodschapper van Allah drie dagen voordat hij het nieuws ontving dat in verband stond met het verbreken van het verdrag, aan 'Aisha , zijn echtgenote, om voorbereidingen te treffen die specifiek zijn voor oorlog. Aboe Bakr kwam naar binnen en vroeg aan 'Aisha wat er aan de hand was, en toonde verbazing over de oorlogsvoorbereidingen, omdat het volgens hem niet de tijd voor oorlog was. Zij antwoordde, dat ze geen idee had. Op de morgen van de derde dag arriveerde 'Amr bin Salim Al-Khoeza'i onder begeleiding van drie ruiters om aan de profeet te berichten over de toestand van hun volk en om de moslims te verzoeken hen te helpen met wraaknemen. Vervolgens hoorden de mensen van Medina, dat de Qoeraish het verdrag verbroken hadden. Budail volgde 'Amr en daarna Soefyan en het nieuws werd bevestigd.