"Ik voelde de afwezigheid van vreugde in alles wat ik deed, ik voel dat nog steeds. Het is als een eeuwigdurende begrafenis, maar je weet niet van wie. Er is niemand overleden, er is niets tragisch gebeurd. Iedere ochtend word je wakker en ben je fysiek in staat uit bed te komen; fysiek maar niet mentaal. Het leven van je vrienden gaat intussen door, studies worden afgerond, relaties worden serieus. Anderen krijgen te maken met een kleine persoonlijke crisis en krabbelen weer omhoog; zij gaan verder, zij leven. Ik sta stil."