Ibn Hazm zei: “Liefde is in werkelijkheid een verbazende kwaal; het is een heerlijke kwaal, een meest wenselijke ziekte. Wie er vrij van is houdt er niet van om er immuun voor te zijn, en wie erdoor gekweld is verlangt er niet naar ervan te genezen. Onder mijn kennissen heb ik een jongen gekend die verzonken was in liefde, en zat vast in haar netten, passie had hem zwaar getroffen, ziekte had hem versleten. Desondanks vond zijn ziel er geen troost in om Allah te smeken deze ellende van hem te verwijderen; zijn tong was niet vrij om verlossing te verzoeken. Zijn enige smeekbede was verenigd en bezeten te worden met degene van wie hij hield, ondanks de enorme omvang van zijn lijden en lang voortdurende zorgen.”
[Tawq Al-Hamama"