De overledene redden van de straf
Hoe kan iemand zichzelf van de straf van de tussenruimte redden voordat het te laat is?
Wedijver om vergiffenis van uw Heer en voor het paradijs, waarvan de breedte gelijk is aan de breedte tussen hemel en aarde (Al-Hadied (57):21)
Aan de buitenkant is het graf stil terwijl binnenin zegen of lijden heerst. De verstandige mens is de mens die zichzelf tegen het kwaad van de straf beschermt, voordat het te laat is. Zo iemand weet zeker dat zijn tijd vroeg of laat zal komen, en wanneer dit is, weet alleen de Almachtige Schepper. Het kan zonder waarschuwing komen. Als het komt laat eenieder er weelde achter, die hij verzameld heeft en verplaatst zich naar een andere wereld.
Slechts daar zal hij spijt voelen, maar aan spijt heeft hij niets. Op die plaats zijn slechts zijn goede daden van waarde. Alleen dat is het geldige betaalmiddel op deze kritieke dag. Alleen met de goede daden is hij in staat om een prachtig huis in de Tuin te kopen met alle luxe en zegeningen, dat het bevat, een eeuwige verblijfplaats, en niet zo een dat na verloop van tijd verdwijnt, zoals de dingen in deze wereld doen.
WAT KAN EEN LEVENDE DOEN OM DE OVERLEDENE VAN DE STRAF TE REDDEN?
Zeg: "Van Allah is Iedere voorspraak. Hem behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Hem zult gij worden teruggebracht". (Az-Zoemar (39):44)
Wij verwijzen opnieuw naar de eerste zin van het eerste hoofdstuk: "De levenden gaan door en de doden niet".
Iemand leeft in ons midden. Plotseling haalt de dood hem bij ons weg.
Laten wij samen bedenken hoe we de dode persoon, die ons heeft verlaten, kunnen helpen. Hoe kunnen wij hem in die zware beproeving steunen. Hij heeft ons eigenlijk meer nodig dan de levenden. HIJ is nu alleen, begraven in een graf in de aarde. Hij kan nu niet meer handelen. Maar het nut van de handelingen, die de levenden voor hem doen, is niet tot een einde gekomen, mits Allah daar toestemming voor geeft, want Allah zegt in Zijn Almachtige Boek:
"Wie zal er bij Hem bemiddelen zonder Zijn verlof?" (Al Baqara (2):255)
De Boodschapper van Allah (moge Allah hem zegenen en vrede schenken), zei:
"Als iemand sterft, stoppen zijn handelingen, behalve drie dingen: een sadaqa gaat door; kennis waar de mensen profijt van hebben gaat door, of een rechtvaardige zoon die een smeekbede voor hem maakt."
Er zijn veel dingen, die de levenden kunnen doen om de dode te redden. Hier vallen ook smeekbeden onder, het vergiffenis voor hem vragen, daden van vrijgevendheid, hadj, vasten en andere daden van aanbidding. Dit kan, met Allah’s permissie, aan de overledene worden toegekend.
Nog belangrijker dan dit is het betalen van de schulden van de doden, of deze schuld nu financieel of spiritueel is, schulden aan andere levende personen of schulden van aanbidding, die Allah toebehoren.
Als een levende voor een dode, die gestraft wordt, bemiddelt, dan wordt zijn straf gestopt, zelfs al is het maar voor een tijdje. Wanneer hij voor iemand bemiddelt, die gezegend is, dan stijgt deze een graad.
Ibn Abi’d-Doenya vertelde, dat één van zijn metgezellen zei: "Mijn broeder is dood en ik zag hem in een droom. Ik zei: "Hoe was het, toen je in het graf werd geplaatst?" Hij antwoordde: "Iemand bracht mij een vurige vlam en als iemand anders geen smeekbeden voor mij had gemaakt, dan denk ik dat hij mij ermee geslagen had."
Bashar ibn ghalib zei: "Ik zag Rabi’a waarvoor ik vaak smeekbeden had gemaakt, in een droom. Zij zei tegen mij:
"Bashar ibn Ghaliibn Jou gaven zijn mij gebracht op platen van licht bedekt met zijden kleden." Ik vroeg: "Hoe kan dat?" Zij antwoordde: ‘Zo is het met de smeekbeden van de levenden. Als zij een smeekbede voor een dode maken, dan antwoordden de smeekbeden voor hem op platen van licht, bedekt met zijden kleden. Dan worden zij naar de dode persoon gebracht voor wie de smeekbeden worden uitgesproken en men vertelt hem: "Dit is een gave aan jou van die en die."
‘Amr ibn jarir zei, dat als de dienaren van Allah voor een dode broeder een smeekbede maken, dat een engel deze smeekbede voor hem naar het graf brengt en zegt:’ Jij, vreemdeling in het graf! Hier is een gave van een broeder die medelijden met jou heeft!"
De Boodschapper van Allah (moge Allah hem zegenen en vrede geven) zei:
"Na zijn overlijden kan de gelovigen slechts van de volgende handelingen en goede daden profiteren: kennis die hij onderwezen heeft en doorgegeven, een goede zoon, die hij achterlaat, een kopie van de Qor’aan die hij vermaakt heeft, een moskee die hij heeft laten bouwen, een huis dat hij voor een reiziger heeft laten bouwen, een kanaal dat hij heeft gegraven, of een handeling van liefdadigheid die hij uit zijn bezit heeft besteed, toen hij levend en in goede gezondheid was en dat nu naar hem toekomt, na zijn dood."
De Qor’aan zegt:
"en degenen, die na hen kwamen, zeggen: "Onze Heer, vergeef ons en onze broeders, die ons voorgingen in het geloof (Al-Hashr (59):1O).
Allah Hij zij verheerlijkt! - looft hen voor het vragen voor vergiffenis voor de gelovigen onder hen. Hij geeft aan, dat zij geholpen worden, als de levenden om vergeving voor hen vragen.
De Profeet (moge Allah hem zegenen en vrede geven) zei: "Als je voor een dode bidt, maak dan een oprechte smeekbede voor hem"
In zijn smeekbede zei hij:"0 Allah! Die en die, de zoon van die en die is onder Uw hoede geplaatst en in de nabijheid van U. Bescherm hem tegen de beproeving in het graf en de straf van het Vuur. U bent de trouw en de waarheid waardig, vergeef hem dus en wees genadig met hem. u bent de Vergevende, de Genadevolle."