De nacht was niet langer de opvolger van de dag voor mij, maar het dagdeel dat mijn geheimen met zich meedroeg. Geheimen die het daglicht niet verdragen kon, en daarom gehuld werden in een donkere sluier. Het waren geheimen die mijn bestaan definieerden, door mijn verleden gevormd waren en nu mijn toekomst zouden tekenen. Een toekomst die ik blind zou betreden, zonder aarzeling noch twijfel. Verbitterd, door het leven uitgelachen en niet langer meer ongeschonden. Gehavend zette ik door, sterker dan ooit tevoren, standvastiger in mijn doen. Op naar morgen, die mij nu nog onbekend was. Het gevreesde van gister de rug gekeerd, om onbevreesd de ochtend tegemoet te treden...
"Schiet verdomme eens op." Werd ik met een duw naar voren gecommandeerd. Ik had me inmiddels in de tweede set van kleding gehesen en wachtte tot het model voor mij de catwalk zou oplopen, waarna ik zou volgen. Het was een en al chaos hierachter. Modellen die op en af gingen, zich vliegensvlug uit en in kleding wurmden en weer met een strakke blik, ondanks de pijnlijk knellende hoge stelten, hun loopje volbrachten. We waren machines, voorgeprogrammeerde, gewillige menselijke robots die hun taak in stilte volbrachten. We werden geacht geen weerstand te bieden, geen kick te geven, en allemaal maar de bevelen van onze opdrachtgever op te volgen. De modellenwereld was hard, keihard. Als je niet op commando presteerde, werd je binnen enkele momenten ingewisseld voor een ander graatmager model dat te springen stond om jouw plek in te nemen. Het was de wildernis, overal lag het gevaar op de loer, en het was aan jou om je zelfstandig te redden.
Ik schudde mijn schouders los en liep de zoveelste catwalk van mijn leven op. Het licht, de muziek, het publiek, het was een tweede thuis voor mij geworden. Het was de invulling van mijn leven, al vijf jaar lang. Ik reisde de wereld rond, zag de mooiste plekken en ontmoette de meest belangrijke mensen. Mensen met aanzien, en dus logischerwijs ook macht. Eenieder van hen hield zich een masker voor, niemand was zichzelf in dat wereldje waar het ging om zien en vooral gezien worden. Het ging niet om inhoud, maar om verpakking. Hoe duurder de verpakking, des te meer men in smaak viel bij anderen. Deze anderen maakten door middel van hun oordeel, jou tot wie je bent. Ze konden je maken, maar vaker ook breken. Wie niet meeging in dit spelletje, viel uit de boot en zou nooit meer binnengehaald worden. Het was dan over en uit, meedogenloos hard. Wie het aangereikte keurslijf niet paste, zou zonder pardon afgedankt worden en niet in het ideale plaatje thuishoren. Het ideale plaatje dat geschept werd door een maakbare wereld, die de mensen in illusies deed wanen. Zolang maar genoeg mensen er deel vanuit maakten en hetzelfde gedachtengoed deelden, was het zo goed als de werkelijkheid. Een werkelijkheid waar geen mens werkelijk grip op had, maar ontzettend aantrekkelijk was. Het was een wereldje waar een hogere macht geen plek kreeg, maar de mens zelf boven alles en iedereen stond. Het was een wereld die ik jaren geleden voor het eerst uit noodzaak betreden had, en sindsdien niet meer uit los was geraakt. Het was mijn toevlucht geweest, afkomstig uit barre tijden en sobere gedachtes. Dit bedorven wereldje, was nu mijn wereld...
"Oke bedankt iedereen voor jullie inzet, jullie hebben allen goed werk geleverd." Sprak de kledingontwerper, en tevens onze baas van de avond, ons bedankend toe.
"En nu op naar de afterparty!" Waarna een luid geklap volgde.
Ik had me inmiddels omgekleed in een nauwsluitend zwart jurkje en volgde de rest van de modellen naar de zaal waar het feest zou losbarsten. Het was het gebruikelijke riedeltje, eerst je werk doen om je vervolgens klem te zuipen aan de bar nadat de show over was. Ik was dan wel geen praktiserende moslima in alle striktheid van het woord, maar bepaalde principes handhaafden ik wel. Zo rookte ik niet en dronk ik al helemaal niet.
"Wat sta je hier zo alleen. Ga je mengen tussen de mensen, wellicht loop je mister charming nog tegen het lijf vanavond." Knipoogde Selina mij toe. Ik schonk haar een glimlach terug en liep richting de uitgang. Ik had vanavond geen zin in socializing en verlangde naar mijn bed. Terwijl ik de drukte achter me liet, opende ik de deur en liep over de gang richting de uitgang. Her en der stonden nog wat verdwaalde fotograven die geen toegang verschaft kregen naar binnen en daarom maar afgedropen waren. Ik zag hoe een van hen mij opmerkte en direct zijn camera in de aanslag hield. "Oprotten met dat ding!" Beval ik hem, terwijl ik mijn hand voor m'n gezicht hief, om zo de foto enigszins te kunnen belemmeren. "Kom nou Salma, een foto maar." Smeekte de fotograaf mij zowat, die zonder op mijn respons te wachten een foto nam. "Jij valt mij al weken lastig en nu ben ik het echt spuugzat." Brieste ik, terwijl ik dreigend op hem af liep. Ik had de fotograaf herkend, het was namelijk dezelfde die op de loer had gelegen bij mijn huis. "Ik zei kappen, dus dan kap je ook!" Stond ik nu oog in oog met hem. Een vermakelijke grijns verscheen op zijn vadsige kop. "Ik voel ineens een mooie headline opdoemen. 'Dronken Selma valt fotograaf aan', die gaat vele lezers trekken." Op het moment ik hem verbaal wilde aanvallen, hoorde ik ineens een stem naast mij. "Als je nog een keer een dergelijke toon durft aan te slaan jegens haar, krijg je met mij te maken." Zei de man dreigend, terwijl zijn blik de woorden kracht bijzetten. Het was een man die ik nooit eerder had gezien, want anders was zijn verschijning mij zeer zeker bijgebleven. Goed gekleed, atletisch gebouwd en een knap gezicht stelde ik na een vlugge blik vast.
Hij pakte de camera vast en ik zag hoe de fotograaf enigszins angstig begon te kijken. "Laat dit de laatste keer zijn, want anders zullen er harde maatregelen volgen." Waarna hij de man verbluft achterliet. Ik had me omgedraaid en beende naar de uitgang, het haantjesgedrag achter me latend. De koude avond begroette me direct met een snijdende wind. Ik realiseerde me nu pas dat ik m'n jasje binnen was vergeten en had geen zin om weer terug te lopen. Ik deed verwoede pogingen om mijn jurkje naar beneden te trekken, om zo m'n koude benen enigszins te kunnen bedekken, maar dat hielp niets. "Je mag mijn jas wel lenen." Hoorde ik ineens dezelfde stem naast mij opdoemen. Ik keek opzij en schudde gauw mijn hoofd, waarna ik doorliep richting de parkeerplaats. Ik had een bloedhekel aan mannen, en die diep gewortelde haat koesterde ik niet voor niets. Ik kwam bij mijn auto aan en stapte in. De verwarming zette ik direct hoog en reed vervolgens weg, de donkere avond in...