Quotes van de Zionisten
''Als er nog mensen mochten zijn bij wie het kwaad wat schuilt in het zionistische gedachtengoed nog niet is doorgedrongen zouden deze quotes enig inzicht moeten verschaffen. In de hoop een goed en duidelijk beeld te geven van de prominenten van dit gedachtegoed de volgende 27 quotes.
1. "Wij kwamen hier aan naar een land dat door Arabieren werd bevolkt en wij bouwen hier een Hebreeuwse, een Joodse staat; in plaats van de Arabische dorpen, worden de Joodse dorpen gevestigd. U kent zelfs de namen van die dorpen niet, en ik verwijt het u niet omdat deze dorpen niet meer bestaan. Er is geen één enkele Joodse nederzetting die niet in de plaats van een vroeger Arabisch Dorp werd gevestigd." - Moshe Dyan, 19 Maart..1969, toespraak in Technion in Haifa, die in Ha'aretz, 4 April, 1969 werd geciteerd.
2. "Onder ons, moet het duidelijk zijn dat er geen plaats in het land voor beide volkeren samen is. Met de Arabieren zullen wij niet ons doel bereiken om onafhankelijke mensen in dit land te zijn. De enige oplossing is eretz-Israël, tenminste het westendeel van het eretz-Israël, zonder Arabieren... En er is geen andere manier dan om de Arabieren van hier over te brengen naar de naburige landen. Breng elk van hen over, niet één dorp of stam moeten zou moeten blijven..." - Joseph Weitz, ingang in zijn agenda voor 1940 (geciteerd in zijn artikel: `een oplossing voor het Probleem van de Vluchteling: een Israëlische Staat met een kleine Arabische Minderheid ', gepubliceerd in Davar, 29 September, 1967).
3. "Ik verzamelde elk van Joodse mukhtars, die contact met Arabieren in verschillende dorpen hebben en vroeg hen om in de oren van sommige Arabieren te fluisteren dat een grote Joodse versterking in Galilée is aangekomen en dat het alle dorpen van Huleh gaat verbranden. Zij zouden aan deze Arabieren, als hun vrienden moeten voorstellen, te ontsnappen terwijl er nog tijd is... De tactiek bereikte volledig zijn doel. Het gebouw van de politiepost in Halsa viel in onze handen zonder een schot. De brede gebieden werden schoongemaakt. .." - Yigal Allon, Ha Sepher Ha Palmach, Volume 2, p. 268, 1948.
4. "... als ongecontroleerde paniek die door alle Arabische woonwijken wordt uitgespreid, kwamen de Israëliërs met jeeps met luidsprekers die opgenomen 'horrorgeluiden' uitzonden. Deze omvatten schreeuwen, jammeren en lijdend gekreun van Arabische vrouwen, gejammer van sirenes en gekletter van brandalarm klokken, die door een grafstem wordt onderbroken in het Arabisch uitroepend: `bewaar uw zielen, oh jullie gelovigen: De Joden gebruiken gifgas en atoomwapens. Ren voor uw leven in naam van Allah'." - Leo Heiman, de Israëlische Ambtenaar van de Reserve van het Leger die in 1948 vocht, Krant van de Mariene Korpsen, Juni 1964.
5. "Omdat wij het land namen geeft dit ons het beeld van slecht te zijn, van agressief te zijn. De Joden waren altijd van mening dat het land tot hen behoorde, maar in feite behoorde het tot de Arabieren. Ik zou verder gaan: Ik zou zeggen dat de originele bron van dit conflict met Israël, met de Joden ligt - en u kunt me citeren." - Yehoshofat Harkabi, vroegere Israëlische Leider van Militaire Inlichtingen, in `Vrede zal geen vliegtuigticket naar Cairo zijn, 'Internationale krijgsmacht dagboek, Oktober 1973, p.30.
6. "Het is onaanvaardbaar dat de naties, welke uit mensen worden samengesteld die maar net neer zijn gekomen uit de bomen, zichzelf als wereldleiders zouden moeten nemen... Hoe kunnen dergelijke primitieve wezens een eigen opinie hebben?" - Yitzhak Shamir, in verwijzing naar de zwarte Afrikaanse naties die tot toestemming van de van 1975 V.N.-resolutie stemden, die Zionisme als vorm van racisme aan de kaak stelde, in Yediot Ahronot, 14 November, 1975.
7. "De veronderstelling dat het gevaar van volkerenmoord boven ons in Juni 1967 hing en dat Israël voor zijn fysiek bestaan streed is slechts bluf, die geboren en ontwikkeld was na de oorlog." - Israëlische Generaal Matityahu Peled, Ha'aretz, 19 Maart 1972.
8. " Laat ons vandaag de moordenaars geen beschuldigingen uiten. Wie zijn wij dat wij tegen hun haat zouden moeten debatteren? Acht jaar zitten zij nu in hun vluchtelingenkampen in Gaza, en voor hun eigenlijke ogen, veranderen wij in onze hoeve het land en de dorpen waarin zij en hun voorvaders hebben geleefd." - Moshe Dyan, 1953, geciteerd door Uri Avneri in Israël zonder Zionisten, p. 134.
9. "Ik begrijp uw optimisme niet. Waarom zouden de Arabieren vrede moeten maken? Als ik een Arabische leider was zou ik nooit een overeenkomst met Israël maken. Dat is normaal: wij hebben hun landgenomen." - David Ben Gurion, 1956, geciteerd door Nahum Goldmann in de Joodse Paradox, Weidenfeld en Nicolson, 1978, p.99.
10. "Wij nemen eerst het land en de wet komt daarna." - M. Palmon, Arabische zakenadviseur aan de Burgemeester van Jeruzalem, geciteerd in The Gaurdian, 26 April 1972.
11. "Wij moeten onze positie bepalen en basisprincipes voor een regeling bepalen. Onze eisen zouden gematigd en evenwichtig moeten zijn, en redelijk schijnen te zijn. Maar in feite moeten zij dergelijke voorwaarden impliceren om ervoor te zorgen dat de vijand hen verwerpt. Dan zouden wij manoeuvreren en moeten hem toestaan om zijn eigen positie te bepalen, en (moeten wij) een regeling op basis van een compromisoplossing te verwerpen. Wij zouden zijn eisen dan moeten publiceren als het opnemen van onredelijk extremisme." - Generaal Yehoshafat Harkabi, Ma'ariv, 2 November 1973.
12. "De status-quo handhaven zal niet afdoende zijn. Wij moeten een dynamische staat opzetten met aanleg naar uitbreiding." - David Ben Gurion, Wedergeboorte en Lot van Israël, de Filosofische Pers, New York, 1954, p. 419.
13. "Tijdens de laatste 100 jaar zijn onze mensen in een proces geweest om het land en de natie op te bouwen, van uitbreiding, van extra Joden brengen en van extra regelingen om de grenzen hier uit te breiden. Laat geen Jood zeggen dat het proces is beëindigd. Laat geen Jood zeggen dat wij dichtbij het eind van de weg zijn." - Moshe Dyan, Ma'ariv, 7 Juli 1968.
14. "Palestina is een grondgebied waarvan de belangrijkste geografische eigenschap dit is: dat de rivier Jordanië zijn grens omlijnt niet maar door zijn centrum vloeit." – Vladimir Jabotinsky, bij het 16de Zionist Congres (1929), geciteerd door Desmond Stewart in het Middenoosten: Tempel van Janus, p.304.
15. "neem bijvoorbeeld de Amerikaanse Verklaring van Onafhankelijkheid. Het bevat geen vermelding van de territoriale grenzen. Wij zijn niet verplicht om de grenzen van onze Staat te verklaren." - De agenda van Ben Gurion, 14 Mei 1948, dat door Michael Bar Zohar in Bewapende Prophet wordt geciteerd, p.133.
16. "De achilles hiel van de Arabische coalitie is Libanon. De moslim superioriteit in dit land is kunstmatig en kan gemakkelijk worden omvergeworpen. Een Christelijke Staat zou daar, met zijn zuidelijke grens op de rivier Litani, moeten worden opgezet. Wij zouden een verdrag van alliantie met deze Staat ondertekenen. Aldus wanneer wij de sterkte van het Arabische Legioen en Amman gebombardeerd hebben, kunnen wij Trans-Jordanië tenietdoen; nadat Syrië zou vallen. En als Egypte nog durfde oorlog tegen ons te beginnen, zouden wij Port Said, Alexandrië en Kaïro bombarderen. Wij zouden de oorlog zo moeten beëindigen en zouden enkel verrekend hebben met Egypte, Assyrië en Chaldea namens onze voorvaderen." - De Agenda van Ben Gurion, 21 Mei 1948, geciteerd door Michael Bar Zohar in Bewapende Profeet, p.139.
17. "Ik zal niet beschaamd zijn om te bekennen dat als ik de macht had, aangezien ik de wil heb, ik een tiental van efficiënte jonge -intelligente, fatsoenlijke, toegewijd aan ons ideaal en met de brandende wens te helpen de Joden te bevrijden - mensen zou selecteren en ik zou hen naar de landen zenden waar de Joden in zondige zelftevredenheid worden omgekomen. De taak van deze jonge mensen zou zijn (zich) als niet-Joden te vermommen, en Joden teistert met antisemitische slogans zoals 'Bloedige Jood', de 'Joden gaan naar Palestina' en gelijkaardige intimiteiten. Ik kan garanderen dat de resultaten in termen van een aanzienlijke immigratie naar Israël vanuit deze landen tien duizend keer groter zouden zijn dan de resultaten die door duizenden miseries worden gebracht die voor decennia tot dove oren hebben gepredikt." - Davar, 1952, Redacteur Sharan, die door Alfred Lilienthal in de Andere Kant van het Muntstuk wordt geciteerd, devin-Adair, New York, p.47.
hen als brandstof verzamelen voor het hellevuur, Ameen!