Citaat Geplaatst door jaheem_ar_roes
GRONDWET VAN EEN FUNDAMENTALIST


DEEL 1


ÝóÇÚúáóãú Ãóäøóåõ áóÇ Åöáóåó ÅöáøóÇ Çááøóåõ

Weet dat er geen ilah is dan Allah (47:19)


Inleiding

Vier Basis Termen

Ilah, Rabb, Deen en 'Ibadah zijn vier termen die de basis vormen van de hele leer van de Qor'an. In al zijn bladzijdes wordt keer op keer de nadruk gelegd op: dat de Almachtige Allah de Rabb en Ilah is; dat er geen ilah is dan Hij, noch dat er een andere Rabb is, noch dat Hij de kwaliteiten en eigenschappen (die in deze termen zijn ingesloten) met iemand anders deelt. Hij en Hij alléén zou daarom geaccepteerd moeten worden als iemands Ilah en Rabb. Niemand anders zou geloofd moeten worden, dat zij de eigenschappen die deze woorden bevatten bezitten. Het eist ook van ons dat we onze ibadah aan Hem en Hem alléén moeten geven en niet aan iemand anders, en onze deen exclusief voor Hem moeten maken en alle andere deens verwerpen!


En Wij stuurden niet één van de Boodschappers vóór jou, of Wij openbaarden aan hem dat er geen andere ilah dan Ik is, geef daarom jou 'ibadah aan Mij alleen. (31:25)

…En zij waren niets anders bevolen dan dat zij hun 'ibadah aan één ilah geven: er is geen ilah dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen. (9:31)

Voorwaar, deze godsdienst (Islam) is jullie godsdienst, de enige. Ik ben jullie Rabb, geef je 'ibadah daarom aan Mij alleen. (21:92)

Zeg: "Zal ik een andere Rabb dan Allah zoeken, terwijl Hij de Rabb van alle zaken is?" (6:164)

Wie dan hoopt op de ontmoeting met zijn Rabb: laat hem goede daden verrichten en laat hem bij de 'ibadah van zijn Rabb niet één deelgenoot toekennen. (18:110)

En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei "Geef je 'ibadah aan Allah alleen en houdt afstand van de Thaghoet." (16:36)

Zouden zij een andere Deen dan die van Allah zoeken, terwijl degenen die er in de hemelen en aarde zijn zich gewillig en ongewillig aan Hem hebben overgegeven? En tot Hem worden zij teruggekeerd. (3:83)

Zeg: "Voorwaar, ik ben bevolen om mijn 'ibadah aan Allah te geven, Hem zuiver aanbiddend. (39:11)

Voorwaar, Allah is mijn Rabb en jullie Rabb, geef dus daarom je 'ibadah aan Hem alleen; dit is een recht Pad." (3:51)

De geciteerde verzen hierboven dienen slechts als voorbeeld en zijn niet de enige van hun soort. Ieder die meer dan een cursus studie maakt van de Qor'an, zal gauw merken dat de hele inhoud alleen rond deze vier termen draait en dat het centrale idee van het hele boek is: Allah is de Rabb en de Ilah. Niemand anders bezit de kwaliteiten en eigenschappen die deze termen bevatten. Daarom zouden de mensen hun 'ibadah aan Hem em Hem alléén moeten geven en iemands deen zou exclusief voor Hem moeten zijn, zonder deelgenoot hierin.


Belangrijk:

Het zou echter duidelijk moeten zijn, zelfs van de gegeven citaten, dat het essentieel is voor het juiste begrip van de leerstellingen van de Qor'an om volledig de implicaties van deze vier termen te begrijpen. De Qor'an zal in feite zijn hele betekenis verliezen voor elke persoon die niet weet wat er bedoeld wordt met Ilah of Rabb, wat 'ibadah constitueert en wat de Qor'an bedoelt wanneer het woord deen wordt gebruikt. Hij zal falen om te leren wat Tawhid (geloof in de éénheid van Allah in zijn volle betekenis) is en Shirk, wat het tegenovergestelde ervan is.

Het zal voor hem niet mogelijk zijn om zijn 'ibadah of zijn deen exclusief voor Allah te verrichten. En niet veel beter dan zo'n compleet onwetend mens is degene die slechts een vaag idee heeft van wat deze termen impliceren. In dat geval zal de hele leerstelling van de Qor'an voor hem vaag en incompleet blijven en zal zowel zijn geloof als zijn optreden te veel aan fatale wensen over laten. Hij zal zonder enige twijfel de woorden van de Kalimah keer op keer reciteren en zelfs uitleggen dat het betekent dat er geen ilah is behalve Allah; en toch zal hij in de praktijk anderen blijven behandelen als ook een ilah. Hij zal verklarend door het leven gaan dat er geen rabb is behalve Allah; en toch zullen er veel anderen zijn die hij als rabbs behandeld. Hij zal plechtig verklaren en bevestigen, met alle ernstigheid en oprechtheid, dat hij zijn 'ibadah aan niemand geeft behalve Allah; en toch zal hij het aan anderen geven zonder het te weten. Als iemand maar enigszins insinueert dat hij een andere deen heeft, zal hij zich beledigd voelen en zal er een ruzie tussen hem en de beschuldiger uitbarsten; en toch zal hij in de praktijk onbewust trouw zijn aan vele andere deens. Niemand zal hem ooit de woorden Allah of rabb horen gebruiken met betrekking tot iets anders behalve in de specifieke betekenis die in de Qor'an is gebruikt; maar hij zal zichzelf gedragen alsof hij vele ilah en vele rabb heeft, zonder dat hij dit realiseert. Hij is net als de persoon die nooit heeft gerealiseerd totdat hij specifiek is verteld dat hij zijn hele leven proza heeft uitgesproken. Als iemand hem zou vertellen dat hij zijn 'ibadah aan iemand anders heeft gegeven en dus shirk pleegt; hij zou zich erg beledigd voelen en op een gewelddadige manier ruzie maken. Volgens de toepasbare criteria zal hij echter onbewust hebben geleefd als een aanbidder van anderen en als een volgeling van de deens van anderen, zonder ooit te vermoeden dat dit het geval is.


Waarom deze misvattingen?

De reden waarom de bovenstaande misvattingen zijn ontstaan; is een historische reden. Toen de Qor'an voor het eerst aan de Arabieren werd gepresenteerd, wisten zij allemaal wat er werd bedoeld met ilah en rabb; aangezien deze woorden al in hun eigen taal gangbaar waren. Het waren geen nieuwe termen, noch werden er nieuwe betekenissen aan hen verbonden. Zij wisten heel goed wat de betekenissen ervan inhielden. Toen er werd gezegd dat Allah alleen de Ilah en de Rabb is en dat niemand zelfs de kleinste eigenschappen en kenmerken (die de woorden aanduiden) deelt; begrepen zij meteen de volle inhoud. Zij begrepen volledig, zonder enige twijfel of onzekerheid, wat specifiek aan Allah exclusief behoorde en wat aan anderen werd ontkend. Degenen die de voorschrift verwierpen waren zich heel goed bewust wat betreft de implicaties van het verwerpen van anderen dan Allah als ilahs en rabbs (in elk opzicht). Terwijl degenen die het accepteerden evengoed begrepen wat zij moesten opgeven door hun acceptatie en wat zij moesten doorstaan.

Hetzelfde geldt voor de woorden deen en 'ibadah, die algemeen werden gebruikt. De mensen wisten wat er werd bedoeld met 'abd; wat voor een toestand 'uboodiyyah (toestand van het zijn van een 'abd) inhield; naar wat voor een soort houding gerefereerd werd wanneer het woord 'ibadah werd gebruikt en wat de betekenis van de term deen was. Toen hen dus werd verteld om hun 'ibadah op te geven voor al het andere en dit exclusief voor Allah te reserveren en alle andere deens op te geven en slechts de Deen van Allah alleen in te treden; hadden zij geen moeilijkheid in het concluderen van wat de Qor'anische d'awah (boodschap) impliceerde en wat voor een drastische revolutie het in hun manier van leven teweeg zou brengen.

Naar gelang de eeuwen passeerden, onderging de ware betekenis van deze termen geleidelijk subtiele veranderingen; zodat in de loop van de tijd, in plaats van de volle betekenissen ze slechts voor beperkte betekenissen en vage concepten kwamen te staan. Een reden was de geleidelijke afname van de intresse in de Arabische taal. De andere reden was dat de woorden ophielden met het hebben van dezelfde betekenissen voor de latere generatie Moslims, zoals die voor de originele Arabieren aan wie de Qor'an werd geopenbaard. Het is met name door deze twee redenen; dat in de recente woordenboeken en commentaren vele van de Qor'anische woorden niet bij hun originele betekenis worden uitgelegd, maar bij de betekenis waar zij in de loop van de tijd voor stonden, bijvoorbeeld:

Het woord ilah, zoals wordt gebruikt met betrekking tot anderen dan God, kwam synoniem te staan voor idolen of goden;

Het woord rabb kwam te staan voor de betekenis van slechts iemand die opvoedt of grootbrengt of een ander voedt of voor zijn wereldlijke behoeftes zorgt;

'Ibadah begon begrepen te worden als de verrichting van een set rituelen van "aanbidding";

Deen begon te betekenen: een religie of het geloof in bepaalde voorschriften;

Het woord Thaghoet begon vertaald te worden in de betekenis van een idool of de Duivel.
.