Ik tuurde de weg af, vanaf de brug,
Zoekend naar de grens langs de horizon.
Onervaren ging ik naar de grens toe.
Vertel mij, mens, wat een grens doet?
Luid en duidelijk hoor ik het gemekker al;
'Mens vraag niet naar de weg die je niet kennen moet.'
Onervaren keerde ik terug,
Daar stond ik weer,
Daar op de brug.
Next: vreemdeling