1. #1711
    MVC Lid

    Reacties
    360
    17-09-2009

    Nieuwe fan!!
    In een woord PRACHTIG, ik hoop dat je dit verhaal wel afmaakt, je hebt het te spannend gemaakt dat ik het zomaar kan vergeten. Dus ik zal regelmatig terugkijken of je een vervolg hebt geschreven. Dus insha allah stel je ons niet teleur.

  2. #1712
    MVC Premium

    Reacties
    367
    13-08-2002

    MVC Premium MVC Premium
    Ga aub gauw verder meid!
    Allah is groot en machtig. Zonder hem is het leven lastig. Laat in je hart zijn liefde bloeien, dan zal geluk in je leven vloeien...

  3. #1713
    story lover

    Reacties
    183
    06-06-2008

    Waaaw dit is echt een super verhaal, jammer dta ze niet elke keer vervolgjes zet waarom eigenlijk kan iemand me dit uitleggen

    Kuss

    Love
    [Story Lover]

  4. #1714
    _ I See You ..

    Reacties
    619
    27-06-2007

    UPP ... Love this story ..!!

    The most wonderful place to be is ... In Love!


  5. #1715
    Rustaaagh

    Reacties
    10.688
    15-02-2009

    .......................

  6. #1716
    Testa Dura

    Reacties
    2.891
    21-08-2007

    Nou!
    Who’s not crazy? Look around!
    Everyone’s drinking, smoking, shooting up… shooting each other, or just plain screwing their brains out cause they don’t want ‘m anymore.
    And I’m crazy? Honey, I’m the original one-eyed chicklet in the kingdom of the blind.
    Cause at least I admit the world makes me nuts.

  7. #1717
    Wat?!

    Reacties
    718
    22-06-2002

    Citaat Geplaatst door Nawel22 Bekijk reactie
    Hoofdstuk 58

    Ik teken de laatste papieren bij de bank en vertrek net zo geruisloos als ik binnenkwam. De bewaker groet me weer vriendelijk en ik knik slechts achterdochtig terug. Op straat kijk ik drie, misschien wel vier keer, om me heen voordat ik me met opgetrokken schouders en gebogen hoofd, mijn ogen verscholen achter een grote zonnebril, naar mijn auto beweeg. Zodra ik in ben gestapt, start ik de motor en rijd de drukke straat in.
    Dit is mijn leven de afgelopen dagen. Ik regel mijn zaken in stilte, op mijn gezicht wantrouwen en achterdocht getekend. Ik kan niet in- of uitademen, zonder dat ik zeker weet dat ik niet bekeken word. Krankzinnig? Misschien. Niemand kent me anders dan Imane El Anbari. Niemand, behalve Wael en dat drijft me tot waanzin. Ik ben bang dat het niet lang meer duurt, alvorens Imane El Anbari, Imane El Ghali wordt. Wael hoeft het BenNasser maar te vertellen. Mijn leven zal drastisch veranderen. Ik durf er niet aan te denken.
    Ik parkeer mijn auto voor mijn flatgebouw en gris mijn dossiers van de stoel naast me. Gehaast stap ik uit de auto en sluit het portier achter me. Ik houd mijn papieren stevig tegen mijn borst, bang dat ook maar iets zoekraakt en ik weer terug bij af ben. De portier voor het flatgebouw groet me zoals gewoonlijk, maar voor eens zegt hij meer dan zijn gewoonlijke ‘aSalam alaikoum dame.’ Ik verstijf als hij me informeert over mijn bezoeker. Lang, gitzwart haar, een pak aan. ‘Hij zag er belangrijk uit’, vertelt El Hachmi, waar ik, sinds ik ben ingetrokken, nooit meer mee heb gedeeld dan een vredesgroet. ‘Wael’, prevel ik, wanneer mijn hart weer normaal is gaan kloppen. ‘Ja, ja, die naam kwam inderdaad voor’, legt El Hachmi uit. ‘Is hij allang weg?’, vraag ik schor op mijn beurt. De oude man wrijft aan zijn achterhoofd. ‘Ja, ja, zeker zo’n uur geleden.’ Ik knik en loop zonder nog een woord te zeggen naar binnen. Op trillende benen loop ik de trappen op naar mijn appartement. Als ik de deur achter me heb gesloten, slaak ik een diepe zucht. Ik sluit kort mijn ogen om van de schrik bij te komen, als de telefoon overgaat. Met bonzende hart loop ik naar het toestel en vraag me af of het wel verstandig is om op te nemen. Ik denk er niet te lang over na en grijp de hoorn van de haak. Ik luister aandachtig naar het geruis, niet van plan me als eerst kenbaar te maken. Al gauw klinkt de stem van El Hachmi in mijn oor. ‘Het spijt me dat ik u storen moet, maar u hebt uw dossier beneden laten vallen.’ Met grote ogen zoek in naar het dossier en merk op dat het inderdaad verdwenen is. ‘Ik riep u nog meerdere malen, maar u hoorde me niet’, vervolgt El Hachmi. Paniekerig haal ik een hand door mijn haar. ‘Bedankt. Ik kom het nu ophalen’, zeg ik direct en gooi de hoorn op de haak. Ik gooi zuchtend mijn tas op de bank en herinner me dan dat ik de sleutels nodig heb. Vloekend buig ik me over de tafel en grijp mijn tas weer naar me toe. Ik vis de sleutels eruit en been dan naar de deur. Met een ruk trek ik de deur open en deins dan geschrokken achteruit. ‘Dag Anbari.’ Even voel ik me duizelen en bekijk hem met grote ogen. Ik dank God dat hij mijn ogen niet kan zien. Wanneer hij het dossier aangeeft, duurt het even voordat ik het aanneem. ‘Ik wilde u het traplopen besparen’, zegt hij dan lachend. Ik corrigeer me en schraap mijn keel. ‘Wat attent van u’, zeg ik quasi sarcastisch. ‘Ja, dat vond ik ook. Ook verkeerd om die oude El Hachmi naar boven te sturen’, vervolgt hij, terwijl hij zijn grote handen in de zakken van zijn pantalon steekt. ‘Wat doet u hier, BenNasser?’, vraag ik dan bars, nog net de controle over mijn stem niet verloren. ‘Ik kom kijken hoe het met u gaat.’ Ik trek mijn wenkbrauwen op. ‘Ik kwam u opzoeken op uw werk. Wael vertelde dat u onwel bent en daarom de laatste dagen niet bent komen werken.’ Ik staar wantrouwig in zijn ogen, opzoek naar enige oprechtheid, maar ik vind niks. Geen oprechtheid, geen hypocrisie. Niks. IJskoude ogen en een bevroren, flauwe glimlach op zijn lippen. ‘Wat is er, Anbari? Verrast?’, vraagt hij plagend en wipt de zonnebril van mijn neus. Ik kijk kwaad op in zijn ogen en zie hoe zijn koele blik verzacht. Ik voel me kwaad worden als ik me herinner dat hij de oorzaak is van alle ellende. Vlug been ik langs hem weg de trappen af. Hij volgt me zonder te twijfelen. El Hachmi die voor de ingang op zijn gammele stoeltje zit, staat direct op als hij het getik van mijn hakken hoort naderen. Hij glimlacht vriendelijk, wanneer ik verschijn, maar de lach verdwijnt abrupt. ‘Bent u helemaal gek geworden?’, bries ik tegen hem. El Hachmi kijkt verschrikt van mij naar BenNasser en dan weer naar mij. ‘Ik zei dat ik het kwam ophalen, dan geef je mijn spullen toch niet zo maar mee aan een vreemde!’ De oude man hakkelt en zoekt naar zijn woorden om zijn excuses aan te bieden, maar ik ben niet te kalmeren. ‘Wat? Is het dan anders? Voor hetzelfde geld zijn het belangrijke papieren. Ik neem aan dat je niet achterlijk bent!’ ‘Anbari, kalmeer’, hoor ik de diepe stem achter me, maar ik negeer hem en reageer al mijn woede af op de arme El Hachmi. ‘Ik had geen kwade bedoelingen. Dit is de bezoeker die eerder om u kwam vragen.’ ‘Ja? Is dat zo? Deze man heet geen Wael’, sis ik. ‘Anbari’, verzucht BenNasser achter me. ‘Luistert u goed naar me en ik herhaal het niet meer, doe nooit meer iets wat zo dom en onverantwoordelijk is.’ Ik draai me om, om ziedend weg te lopen, als El Hachmi zich verzet tegen mijn aanval. ‘Ik hoef dit niet van u te pikken, weet u dat’, zegt hij voorzichtig. ‘Mensen als u, die het net een klein beetje gemaakt hebben, denken dat ze zo over anderen heen kunnen walsen.’ Ik draai me naar hem om, bevend van woede. ‘Anbari’, probeert BenNasser weer. ‘Luister!’, gil ik nu, de hysterie nabij. ‘De mensen waar je het over hebt, zijn wel de mensen die ervoor zorgen dat jij elke maand een inkomen hebt! Achterlijk uitschot als jij, krijgt werk en blijft verdorie zeiken. Iedereen begint klein, ja! Iedereen. Jij bent klein, kleine, kleine… oude man!’ Ik weet niet meer wat ik zeg of wat ik voel en werp elke nog maar net samenhangende zin naar het hoofd van El Hachmi. BenNasser geeft praten op en heeft me inmiddels bij mijn elleboog vast. Terwijl hij me met zich meetrekt, blijf ik naar El Hachmi roepen en schelden. Wanneer de oude man zijn hoofd schudt, verlies ik alle controle en barst in tranen uit. De twee mannen schrikken zich wezenloos, terwijl ik, door mijn tranen heen, woorden brabbel die ik zelf niet begrijp. ‘Excuseert u ons’, hoor ik BenNasser nog zeggen, terwijl hij me achter zich aan, naar mijn appartement, sleurt.
    BenNasser loopt onuitgenodigd mijn woning in en ik blijf nog huilend voor de deur staan. Hij draait zich om en neemt me bevreemd en bezorgd op. ‘Anbari, wat is er aan de hand?’ Ik stik bijna in mijn eigen tranen en vervloek hem voor het afpakken van mijn zonnebril. ‘Het stopt niet’, stotter ik schokkend. ‘Het wil niet stoppen’, leg ik jankend uit. BenNasser zucht en bekijkt me, alle hardheid van zijn gezicht verdwenen. Met betraande ogen wend ik mijn blik af. Dan beent hij naar me toe. Met een ruk trekt hij me in zijn armen en sluit de deur met een klap achter ons dicht.
    -

    Ed7ak Le Douniya Ted7aklak


  8. #1718
    Wat?!

    Reacties
    718
    22-06-2002

    Dank voor alle reacties.

    Heeft weer een tijdje geduurd, sorry! Was inspiratieloos. En dit is ook een mislukt vervolg, dat ik met veel frustratie heb geschreven. So bear with me.


    ‘Hoe lang hebt u niet geslapen?’, vraagt BenNasser, nadat ik een tweede glas water op heb gedronken en enigszins ben gekalmeerd. ‘Achtendertig uur.’ BenNasser schudt zijn hoofd en neemt het lege glas van me aan. Als hij het op tafel heeft gelegd, komt hij naast me zitten op de bank en kijkt me aan. ‘Niet vreemd dat u dan zo emotioneel labiel bent.’ Lange tijd staar ik zwijgend naar zijn grote handen die zich geen moment geleden stevig tegen zich aan hadden gedrukt. Ik voel mijn wangen branden. Ik heb me belachelijk gedragen.
    ‘Gaat het weer?’, vraagt BenNasser om de stilte te breken. Ik kijk kort op in zijn ogen en wend mijn blik weer af. ‘Het gaat’, lieg ik en haal mijn handen door mijn haar. ‘Dit had ik niet achter u gezocht, Anbari’, mompelt BenNasser na enige tijd. Ik schud niet-begrijpend mijn hoofd. ‘U bent een van ons geworden.’ Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Wat bedoelt u?’, vraag ik. Hij glimlacht kort. ‘U hebt me vaak verwijten naar het hoofd gesmeten, dat mensen als ik, succesvolle mensen, niet met de kleine man weten om te gaan. U bent geen haar beter’, legt hij uit en kan een geamuseerde lach niet onderdrukken, wanneer ik hem een vernietigende blik toewerp. ‘Wat komt u doen, BenNasser?’, vraag ik, zonder op zijn pesterij in te gaan. ‘Zoals ik eerder al zei, Wael vertelde dat u ziek bent.’ Ik uit een spottende lach en recht mijn rug. ‘Wie probeert u voor de gek te houden? Draait u er niet omheen en zeg me waar ik u mee kan helpen.’ BenNasser verzucht en schuift dichter naar me toe. Ik houd mijn adem in om niet in zijn bekende geur bedwelmd te raken en kijk hem met een kille blik aan.
    ‘Goed dan’, zegt hij in zijn zware stem. ‘Ik heb uw hulp nodig.’ Ik frons mijn wenkbrauwen en sla mijn armen over elkaar. ‘Ja, ik heb misschien overhaast gehandeld toen u de vorige keer om tijd vroeg. Ik heb erover nagedacht, Anbari, en u blijft de enige persoon die meer weet over de dochter van El Ghali.’ Ik bevries als hij over mijn waarheid begint. ‘U weet toch meer? U zei dat u kon helpen.’ Ik knik kort. ‘Dat heb ik inderdaad gezegd’, zeg ik schor en schraap direct mijn keel. BenNasser glimlacht, ditmaal oprecht, en staart lange tijd in mijn ogen. Wanneer ik denk dat mijn blik verzacht, sta ik abrupt op. BenNasser volgt me verward met zijn ogen. Ik been naar de deur en hij volgt me traag. ‘Is er wat?’, vraagt hij, terwijl ik de deur open. ‘U moet gaat’, zeg ik, zonder hem aan te kijken. ‘Vertelt u me waar Imane El Ghali is en ik zal vertrekken.’ Gepikeerd neem ik hem op. ‘BenNasser, ik heb heel veel te doen.’ ‘Dat interesseert me weinig’, kaatst hij terug en verliest het kleine beetje vriendelijkheid. Ik buig me iets voorover en wijs hem de uitgang, wanneer zijn vingers mijn pols omvatten. Hij duwt de deur zacht dicht met zijn voet en terwijl ik me uit zijn greep probeer te wringen, trekt hij me naar zich toe. Hij brengt mijn hand, waar inmiddels al het bloed uit getrokken is, naar zijn mond. ‘Laat me los, BenNasser. Dit is onacceptabel!’, roep ik kwaad, maar hij negeert me volkomen en drukt zacht een kus op mijn witte knokkels. Ik voel het bloed naar mijn wangen razen en het schaamrood zich verspreiden over mijn gezicht. ‘Ik ben ongecharmeerd van uw brutaliteit’, sis ik zwak. Hij verslapt zijn grip en blikt dan in mijn ogen die allang hun hardheid zijn verloren.
    ‘Niemand stuurt BenNasser weg. BenNasser vertrekt wanneer hij dat wil.’ Ik wil hem graag op zijn arrogantie wijzen die hem ertoe zet over zichzelf te spreken in de derde persoon, maar ik zwijg. Niet omdat ik geen confrontatie wil, maar omdat mijn stem geen weg vindt, door de brok van emotie die zich in mijn keel heeft gevormd. ‘Anbari, u weet wat uw aantrekkingskracht is op mij. Ik ben een dwaze man in uw aanwezigheid. U leidt me af, maakt me woedend, ziedend, tot aan agressie toe, omdat u mijn helder denken van me afneemt. Ik veracht u, haat u uit het diepste van mijn hart, vrouw’, zegt hij zacht, op zijn gezicht pijn getekend en ik weet niet wat ik voelen moet. Bevreemd neem ik zijn expressie op en probeer het te begrijpen, maar ik begrijp niets meer. ‘Dit is precies wat ik zo verachtelijk aan u vindt. U hebt zo’n immens effect op me en nog doet u alsof u dit onbewust doet’, vervolgt hij en knijpt zijn ogen nauw samen. ‘U bent een gevaarlijke vrouw, Anbari, gevaarlijk’, en met die laatste woorden omvat hij mijn gezicht en drukt tegen alle verwachtingen in een kus op mijn voorhoofd. Als versteend blijf ik staan. Ik voel me beledigd en veracht, maar tegelijkertijd bemind en gekoesterd. BenNasser laat me dan los en opent de deur om te vertrekken. ‘U kunt hoog of laag springen, Anbari, maar ik heb net zoveel macht over u, als u die over mij hebt. En u zult me helpen met het vinden van El Ghali’s dochter. En u zult me nog meer verachten. En u zult me liefhebben.’ Nog voor ik kan reageren, klapt de deur achter hem dicht en is BenNasser verdwenen. ‘Ik zal tegen mijn gewillige hart vechten’, mompel ik verloren en druk mijn voorhoofd tegen de deur.

    Ed7ak Le Douniya Ted7aklak


  9. #1719
    Subliem.

    Reacties
    5.133
    17-02-2007

    Wauw! How romantic!

    Always wondering how..


  10. #1720
    IkJijHijZijWijJuliie

    Reacties
    1.125
    16-10-2003

    Hmmm...super!!

    Shokran.

    You can have whatever you can take, but you can only keep what you can hold.


  11. #1721
    _ I See You ..

    Reacties
    619
    27-06-2007

    Joehoee Eindelijk een vervolgje!!

    Great !!

    The most wonderful place to be is ... In Love!


  12. #1722
    MVC Lid

    Reacties
    249
    24-02-2009

    mooi geschreven!

  13. #1723
    Testa Dura

    Reacties
    2.891
    21-08-2007

    Oh-mijn-hart!!!

    Dat was een geweldig vervolg! Laat ons pliiizz niet meer zo lang wachten!
    Who’s not crazy? Look around!
    Everyone’s drinking, smoking, shooting up… shooting each other, or just plain screwing their brains out cause they don’t want ‘m anymore.
    And I’m crazy? Honey, I’m the original one-eyed chicklet in the kingdom of the blind.
    Cause at least I admit the world makes me nuts.

  14. #1724
    MVC Lid

    Reacties
    360
    17-09-2009

    Heerlijke drama, ook al zat je zonder inspiratie hij was weer top!

  15. #1725
    LilChakir (L)

    Reacties
    15.960
    07-09-2009

    goed gedaan meid!!!

    wordt alleen maar spannender!!
    Alhamdoulillah - Sabri my boy, 16-07-2016.

    Sabr is de sleutel - Liefs Vrouwzijnde

    (snap:Nima Tammant)