Hier lig ik dan. Verslagen door de jaren. Mijn huid zo gerimpeld als een uitgedroogde pruim.
Mijn haren grijs en dun. Voor mezelf zorgen kan ik nu niet meer. Al tijden niet. Ik voel dat mijn einde nadert. Het idee boezemt me niet langer angst in. Vroeger wel. Toen ik nog jong was en veel te verliezen had. Maar vroeger is voorbij. Ik ben nu slechts een oude vrouw> en als het leven een uur duurde, dan leef nu mijn laatste seconden weg.
Gek toch, dat ik juist nu de behoefte heb om mijn verhaal te vertellen. Mijn leven lang heb ik er niet over gesproken. Zelfs niet aan gedacht. En nu, in de zonsondergang van mijn bestaan, dringt het zich aan mij op.
In eerste instantie herken ik de emotie niet. Het knaagt aan me. Maar wat het is, stelt mij voor een raadsel. Maar nu kan ik het met de beste wil van de wereld niet ontkennen. Ik heb het wel eens bij anderen gezien. Op mijn leeftijd vallen er meer aan ten prooi, zo tegen het einde. Wanneer ik er iemand mee zag worstelen, lachte ik altijd een beetje neerbuigend in mezelf. Dat zou mij niet overkomen.
Wat is mijn geheugen barmhartig geweest al die jaren. Maar dat is nu voorbij. Ik moet het nu erkennen. Ik moet mijn verhaal vertellen. Mijn verhaal over spijt.