Dit verhaal is mijn eerste verhaal dat ik heb geschreven. Mijn tweede is Wat wil ik, nou? Dat ook op dit forum staat. Mijn eerste verhaal sloeg niet echt aan, maar mijn tweede verhaal wel. Dus nu heb ik besloten om mijn verhaal nog een keer te plaatsen. Om te kijken of deze dit keer wel aanslaat, dus als je denkt dit verhaal heb ik al een keer gelezen dan kan dat wel kloppen.
Ik hoop dat jullie het mooi vinden en een beetje begrijpen.
Dit is deels autobiografisch geschreven dus..........
De stilte die hier heerst is nergens zo bevredigend. Het licht dat hier schijnt is nergens zo mooi. Hoe verder ik in de gang kom hoe feller het licht word. Op de muren hangen foto’s van mensen die me bekend voor komen, maar ik kon ze niet plaatsen. Als mensen die je altijd bij de bushalte tegen komt en als je ze dan op een andere plaats tegenkomt je ze vaag zou herkennen. In de verte staat een man die een gebaar maakt, hij gebaart om dichterbij te komen. Opnieuw kijk ik naar de muren en kijk naar de foto’s. Ik krijg een koude rilling over mijn rug er staat kippenvel op mijn armen. Op de foto’s staan dode mensen. Mensen waar ik veel om gaf, die ik nog een dag langer naast me had willen hebben. Mijn gevoelens geven het gevoel dat ik hier weg wil. Ik kijk achter me. Wat me nog een onprettiger gevoel geeft. Het is donker en grauw. De man die gebaart, glimlacht me vriendelijk toe en vertelt om niet bang te zijn. Hoe dichter ik bij de man kom, hoe beter ik zijn gezicht kan zien. Ik krijg een brok in mijn keel. Het is mijn opa! Mijn hoofd draait, zwarte stipjes verschijnen voor mijn ogen. Ik probeer te blijven staan tot de stipjes voor mijn ogen zijn weggetrokken. Mijn ogen laten zich opnieuw op de foto’s vallen en ik verlies volledige controle over mezelf. De tranen stromen over mijn wangen van de zenuwen. De foto’s van mijn tante, oom, neven en nichten raken een gevoelige snaar. Ik wil mijn tranen drogen, maar mijn opa is me voor. Hij neemt me in zijn armen en fluistert me toe; “Kom mijn meisje, droog je tranen. Zijn armen om mij heen is een warm onthaal. Dit gevoel is niet te omschrijven. Om door iemand in de armen te worden genomen die je zoveel lief is, maar je hebt zijn liefde in geen jaren gevoeld. Mijn opa draait zich om en opent een deur. Voor mijn gevoel was die deur er eerst niet of ik realiseerde me niet dat die deur er stond. We kwamen in een kamer terecht. Ik voel me wat ongemakkelijk, want in die kamer zijn alleen mannen aanwezig. Op de tafel staat nah-nah thee, rijk gevulde schalen met zoete, honingachtige koekjes. Mijn oom ton-ton Mustapha staat op en loopt naar me toe. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht en zijn ogen worden klein, ze stralen van vreugde. Hij neemt mijn hoofd tussen zijn twee handen en geeft een kus op mijn voorhoofd. Hij kijkt me diep in mijn ogen en zegt me gemist te hebben. Hij vertelt hoe goed het hem doet zijn Nederlandse nichtje weer te zien. Voorzichtig lach ik hem toe en sluit mijn ogen knipogend. De mannen in de kamer genieten van de koekjes en thee. Ze maken grapjes over dingen op de televisie. En groeten me vriendelijk in koor. Voorzichtig mompel ik ;”Salam aleikoem” . Mijn opa staat voor een kralen gordijn en gebaart te komen. Hij schuift het kralen gordijn opzij en wijst naar de keuken. Overal staan dozen met dadels, pruimen, pepermunt en nog meer exotische voedselmiddelen. Er staan grote schalen met couscous. Hij doet een deur open die tot een andere kamer leidt. De kamer zit vol vrouwen. Iedereen is sierlijk gekleed in mooie jurken en draagt gouden sieraden. Ze maken henna tatoeages bij elkaar. Mijn nicht rent van vreugde op me af, ze slaat haar armen om me heen en geeft de vier gebruikelijke zoentjes. “Alles goed, Fadia?”;vraag ik belangstellend. “Natuurlijk mijn lieverd”; antwoord ze vrolijk. Mijn nichtje Miriam pakt me bij mijn been vast. Langzaam til ik haar op en geef een zoentje op haar wang. Ik krijg een natte smak terug en trek er een vies gezicht bij, want het kwijl van mijn nichtje blijft op mijn wang hangen. “Viespeukje!”,pest ik haar en kietel haar op haar buik. Er verschijnt een onschuldig lachje op haar gezicht. Ik en mijn nicht moeten lachen om het ondeugende gedrag van mijn nichtje. “Kom is hier meisje”;roept mijn tante Kheira. Ga zitten Fi Fi (dat was de bijnaam die ze me gegeven had) en ze legde haar hand op mijn been en geeft een knipoog. Een vrouw vraagt of ik een kopje thee wil, uit beleefdheid weiger ik niet. Een vrouw dwingt me een koekje te proeven, ik neem een slok van mijn hete, zoete thee. Een meisje rond de twintig jaar staat erop dat ik ook een henna tatoeage laat zetten. Ik leg mijn hand op haar been en ze maakt mooie sierlijke afbeeldingen op mijn hand. Ik vraag haar wat de reden is van deze feestelijke bijeenkomst. Voor ze antwoord kan geven komt mijn anderhalf jaar jongere nichtje Samia zingend de kamer in lopen met een vrouw die straalt van geluk. De tranen vloeien over haar wangen en de vrouwen slaan luid kreten en klappen uit vreugde. Ik klap ook mee ook al weet ik niet wat de reden is voor dit feestelijke gedrag. Het meisje dat rond de twintig jaar is vertelt me dat de vrouw een visum had gekregen voor Europa. Haar man was twee jaar geleden overleden en ze had alleen nog twee dochters. Een van haar dochters is een jaar geleden met haar man naar Spanje geëmigreerd. Hopend op een betere toekomst voor hun en de kinderen. Jammer genoeg realiseren ze zich niet wat het betekend als hun kinderen daar zullen opgroeien. Hun kinderen zullen nooit Algerijns zijn. Ze zullen hun cultuur niet ervaren zoals hun ouders dat doen en ze zullen andere normen en waarden hebben.
Zo te zien aan de vrouw realiseert ze zich het niet en geniet ze met volle teugen van het goede nieuws. Ze denkt dat ze een ticket naar het paradijs had gekregen en de geldboompjes vol in de bloei staan in Europa en het geld zo voor het plukken is. Ik heb medelijden met haar, ze realiseert zich niet waar ze aan begint. Mijn gedachten worden stop gezet door mijn nicht Fadia. Ze sleurt me van de bank en begint met me te dansen. De vrouwen klappen mee en zingen
Zacht hoor ik heel ver weg haar stem,” Sarah…..! Sarah…..!” De stem komt steeds dichterbij en harder. “Sarah zou je nou niet eens opstaan?” Ik voel een koude rilling over mijn benen gaan, mijn moeder heeft het dekbed van me afgetrokken. De zon die de kamer in schijnt voelt als een warm onthaal voor een mooie dag. Maar al snel kom ik tot de conclusie dat het vast een doodgewone dag op school zal worden, maar ik besluit niet te wachten en nog op tijd te komen. Ik pak een handdoek uit de kast en loop richting de badkamer de tegels op de vloer voelen koud aan. Ik draai de kraan van de douche open het water klettert op de tegeltjes. Ik maak mijn haar los en stap onder de douche. Het warme water dat langs mijn rug stroomt voelt lekker aan. Als ik het water voor mijn ogen weghaal kijk ik naar mijn handen. Geen henna tatoeage te bekennen. Het was maar een droom die zo dicht bij de realiteit was en die zo een fijn gevoel gaf. Ik draai de kraan dicht en stap uit de douche. Vervolgens veeg ik mijn gezicht af en wikkel de handdoek om me heen. Snel trek ik kleren aan kam mijn haar en snel de trap af. Mijn moeder stond in de keuken borden in de vaatmachine in te ruimen. Snel neem ik een slok van mijn thee en werk mijn boterham naar binnen. Ik poetst mijn tanden en groet mijn moeder. Rennend loop ik naar mijn tram en stap in. Hijgend zoek ik een plaatsje. Ik kijk uit het raam en observeer hoe mensen op hun fiets fietsen en voor het stoplicht wachten. Mijn gedachten dwalen af naar mijn droom die zo realistisch had geleken en me een fijn gevoel had gegeven.
Ik krijg een naar gevoel in mijn buik en er verschijnt kippenvel op mijn armen. Ik word weer geconfronteerd met de harde realiteit die me zoveel pijn doet. Tranen verschijnen in mijn ogen. Ach, het kon me niet meer schelen; wie ziet me nou? Langzaam stromen de tranen over mijn wangen.
Soms sluit ik mijn ogen en probeer te vergeten wat er is gebeurd.
En wat de ongeschreven toekomst te bieden heeft.
Hoop dat ik in slaap val en de mooiste droom van mijn leven heb.
Wakker wordt en de wereld op mijn mooiste droom lijkt.
Maar de realiteit is pijnlijker dan de ergste nachtmerrie die ik heb.