Ze wachtte al langer dan een uur,
te laat zijn was niets voor hem,
maar ze bleef wachten onder de hete zon
brandend als vuur
Ver*****ng wou ze vinden
Een schaduw van een boom,
welke leek op een linde
deed haar neerzakken, ze was zo loom
Opeens zag ze hem staan,
zijn gezicht vervuld met een glimlach.
Hij stond maar op enkele meters van haar vandaan,
en observeerde haar, hoe ze er lag
Weken spraken ze hier al af,
liepen langs het water, hand in hand
wisselden woorden uit, beloftes die een ieder elkaar gaf
Bij het vallen van de duisternis,
moest er afscheid genomen worden
De zon was al lang verdwenen
het werd langzaam fris
Ze rende naar haar ouderlijk huis,
bang dat ze zou worden bestraft
zoekend naar haar moeder,
snel proevend van het eten
op het fornuis
Haar ogen dwaalden door de gang
Waar zaten ze toch
Zouden ze het nu toch weten
Langzaam werd ze bang
Ze hoorde een stem,
roepende haar naam
“Kom hier mijn kind,
kom even bij me staan”
Het was de stem van haar vader,
gezeten in zijn oude stoel,
uitstekend zijn hand,
de hare was zijn doel
“Kom mijn lieve dochter
Ik wil even praten met jou,
moet je belangrijke dingen vertellen
laten zien hoeveel ik van je hou”
Ze keek hem aan in zijn
met diepe lijnen doorgroefd gezicht
Werd stil en luisterde aandachtig
naar de woorden tot haar gericht
“Ik zal je vertellen over je verre oom
een goede man,
bedeeld met een lieve vrouw en
een studerende zoon”
“Het is een familie van goede naam
Door hard werken
rijk geworden, genietend van een faam”
“Zijn zoon heeft de leeftijd bereikt
een vrouw te vinden,
die hem liefde geeft,
met kinderen verblijdt”
“Zij zijn bij ons geweest,
hebben naar jou gevraagd,
waren aardig en bedeesd,
niet iemand waar me om klaagt”
Haar handen begonnen te zweten,
bij het horen van deze woorden
nee, het waren geen woorden
het leken meer op vreemde kreten
uitgesproken door de man
waar ze zo van hield
als een kind van een ouder houden kan
Vertwijfeld zochten haar ogen de kamer af,
zoekend naar haar moeder
die haar het leven gaf
Een ziddering nam bezit van haar lichaam,
Mama waar ben je,
mama waarom zie je me nu niet staan
Haar mooie donkere ogen,
begonnen te glanzen van het tranenvocht,
het is niet waar, het moest zijn dat ze logen
het is niet die waarheid die zij zocht
Haar moeder kwam zachtjes de kamer in
omarmde haar teder
streelde haar over de kin
“Mijn kind dit is het beste voor jou
geloof me, je weet het toch
hoeveel ik van je hou”
Een drang om te schreeuwen,
benam haar lichaam
Een drang om weg te rennen
van huis , van haar ouders
ver hier vandaan
Langzaam kreeg ze zichzelf in bedwang,
luisterde naar de onhoorbare stilte,
veegde een traan van haar wang
Met trillende stem trachtte ze
enkele woorden uit haar mond te brengen
het lukte niet
Weg wou ze, dit moment niet meer verlengen
Ze zakte ineen op de grond
opgevangen door haar moeders arm
haar hart bloede, leek op een open wond
Ze staarde haar vader aan
smeekte hem met een fluisterende stem
“Doe met dit niet aan,
alsjeblieft geef mijn hart niet aan hem”
“Ik smeek u vader
Uit het diepste van mijn hart
Ik smeek u…….
wordt vervolgd