Qaaf
16. En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten alles wat zijn nafs hem toefluistert. En Wij zijn nader tot hem dan zijn halsader. 17. Wanneer de twee die te boek stellen, schrijven, zit de een aan de rechter-, de andere aan de linkerzijde. 18. Hij uit geen woord of er is een bewaker bij hem, die altijd klaar staat.
_________________________________________________