Bekijk volle/desktop versie : uitspraken van de mensen van de sunna over Allahs eigenschappen



18-05-2006, 14:22
Enkele uitspraken van de selef betreffende Allah's Eigenschappen en (de selef) hun idjmaa' (consensus, overeenstemming) betreffende de valsheid van ta'wiel [.


Al-Awzaa'ie (d. 157 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg az-Zoehri' en Makhoel over de ayaat betrekking hebbende op de Sifaat (Eigenschappen van Allah), dus zeiden zij: Laat hen zoals ze zijn.”


Al-Walied ibn Moeslim (d. 194 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg Maalik, al-Awzaa'ie, Layth ibn Sa'd en Soefyaan ath-Thawrie – rahiemehoemoellah - betreffende de vermeldingen verhaald over de Eigenschappen, dus zeiden zij allen: Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe (ze zijn).”

Imaam Ahmed (d. 241 H.) rahiemehoellah zei:

“Deze a'haadieth zouden gelaten moeten worden zoals ze zijn. We bevestigen hen en maken geen gelijkenis aan hen. Dit is waar overeenstemming over is bereikt bij de geleerden.”

Noe'aym ibn Hammah (d. 228 H.) rahiemehoellah zei:

“Wie dan ook tashbieh (gelijkenis) maakt van Allah met Zijn schepping, heeft koefr (ongeloof) gepleegd, en wie dan ook ontkent waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, heeft ook koefr gepleegd. Inderdaad, alles waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, of waar Zijn Boodschapper Hem mee heeft omschreven, dan is daarin helemaal geen tashbieh (gelijkenis).”

Imaam at-Tirmidhie (d. 279 H.) rahiemehoellah zei:

“Het is verklaard door meer dan één persoon van de Mensen van Kennis over zulke a'haadieth, dat er geen tashbieh (gelijkenis) is met de Eigenschappen van Allah, en onze Heer – de Gezegende en Allerhoogste – daalt af naar de laagste hemel iedere nacht. Dus zeggen zij: “Bevestig deze overleveringen, heb imaan (geloof) in ze, ontken ze niet, noch vraag hoe (deze zijn) . ” Dergelijks is overgeleverd van Maalik ibn Anas, Soefyaan ath-Thawrie, ibn ‘Oeyainah en ‘ Abdoellaah ibn al-Moebaarak, die allen zeiden over zulke a'haadieth: “ Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe.” Zulks is de uitspraak van de Mensen van Kennis van Ahloes Soennah wal Djamaa'ah.

Echter, de Djahmiyyah verzetten zich tegen deze overleveringen en zeggen:

“Dit is tashbieh (gelijkenis)!” Daarentegen, Allah de Meest Verhevene, heeft op verscheidene plaatsen in Zijn Boek de Eigenschap van al Yad (de Hand), as-Sam' (het Horen) en al-Basar (het Zien) genoemd – maar de Djahmiyyah maken ta'wiel (verdraaiing) van deze aayaat, hen uitleggend op een manier, anders dan ze zijn uitgelegd door de Mensen van Kennis. Zij zeggen: “Inderdaad, Allah schiep Adam (aleyhis salaam) niet met Zijn Eigen Hand.” Zij zeggen dat de Hand de Kracht van Allah betekent.

Ishaaq ibn Ibrahiem ar-Raahawaih (rahiemehoellah) zei:

Tashbieh (gelijkenis) is wanneer er wordt gezegd: Hand zoals mijn hand, of gelijk aan mijn hand; als wordt gezegd: Horen zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen, dan is dit tashbieh (gelijkenis). Maar wat wordt gezegd is wat Allah heeft gezegd: Hand, Horen, Zien; en er wordt niet afgevraagd hoe, noch wordt er gezegd: zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen – dan is het geen tashbieh (gelijkenis). Allah – de Meest Gezegende, Meest Verhevene – zei in Zijn Boek: . Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. (Soerah 42: ash-Shoera, aya 11).”

Al-Khattaabie (d. 388 H.) rahiemehoellah zei:

“De madhhab van de selef (de vrome voorgangers) met betrekking tot de Sifaat is hen te bevestigen zoals ze zijn ‘alaa dhaahier (met hun blijkende betekenis), iedere tashbieh (gelijkenis) aan hen tenietdoend, noch takyief (vragen hoe ze(de Sifaat) zijn).”

Imaam as-Saaboenie (d. 448 H.) rahiemehoellah zei:

“Inderdaad, Ashaaboel Hadieth (de geleerden van hadieth, zij die vasthouden aan het Boek en de Soennah) moge Allah hun levens beschermen en genade over hen die overleden zijn schenken, getuigen van de tawhied (Eenheid) van Allah en van het Gezantschap en Profeetschap van Zijn Boodschapper . Zij kennen hun Heer – de Machtige en Majesteitelijke – met de Eigenschappen waarover Hij gesproken heeft in Zijn Openbaring, en met wat Hij heeft neergezonden, of van getuigd, door middel van Zijn Boodschapper … Ze bevestigen voor Allah – de Machtige en Prachtige – wat Hij voor zichzelf bevestigt in Zijn Boek, of op de tong van Zijn Profeet . Zij geloven niet in tashbieh (gelijkenis) van Zijn Eigenschappen met de eigenschappen van de schepping. Zij zeggen: Inderdaad, Hij schiep Adam (‘aleyhis salaam) met Zijn Eigen Handen, zoals Hij – de Perfecte – tekstueel verklaart: “O Iblies, wat heeft jou verhinderd te buigen voor hem, die Ik met Mijn Handen heb geschapen?” (Soerah 38: Saad, aayah 75) Dus zij vervormen de woorden niet uit hun context door de betekenis van Yadain (de twee Handen van Allah) te veranderen naar de betekenis ni'matain (twee gunsten) of qoewwatain (twee machten) – welke de tahrief (verdraaiing) van de moe'tazilah en de djahmiyyah – moge Allah hen leiden. Zij (Ashaaboel Hadieth) vragen niet hoe de Eigenschappen zijn, noch vergelijken ze die met Zijn schepping… Allah – de Allerhoogste – beschermde Ahloes Soennah tegen zulke tahrief (verdraaiing), takyief (vragen hoe) en tashbieh (gelijkenis), en begunstigde hen met kennis en begrip.”

Qaadie Aboe Ya'laa (d. 458 H.) rahiemehoellah zei:

“Het bewijs van de nutteloosheid van ta'wiel (verdraaiing), is dat de sahaabah (radia Llah oe ‘anhoem) en zij die hen volgden van de taabi'ien (rahiemehoemoellah) hen
(de Eigenschappen ) ‘alaa dhaahier (met hun letterlijke betekenis) begrepen en zij namen geen toevlucht tot ta'wiel (verdraaiing), noch namen zij afstand van de dhaahier betekenis. Als ta'wiel (verdraaiing) toegestaan was, waren zij er ons in voorafgegaan.”

Ibn ‘ Abdoel Barr (d. 463 H.) rahiemehoellah zei:

“Ahloes soennah zijn eenduidig in het bevestigen van alle Sifaat die zijn verhaald in de Qor'aan en de soennah, imaan in hen hebbend, en hen begrijpend ‘alal haqieqah (in de werkelijke betekenis), niet ‘alal madjaaz (metaforisch). Hoe ze zijn wordt niet gevraagd. Echter, de djahmiyyah, de moe'tazilah en de khawaaridj , allen ontkennen hen en nemen hen niet ‘alal haqieqah; bewerend dat wie dan ook hen bevestigt tashbieh (gelijkenis) maakt, en zij beweren dat wie dan ook die hen reciteert (zoals ze zijn) een moeshabbieh is (iemand die tashbieh (gelijkenis) doet).” [11]
Ibn Qoedaamah (d. 620 H.) rahiemehoellah zei:

“De weg van de selef is om imaan te hebben in de Namen en Eigenschappen van Allah waarmee Hij zichzelf heeft omschreven in Zijn Openbaring, of op de tong van Zijn Boodschapper – zonder toename of vermindering ervan, noch de limieten overschrijdend, noch hen uitleggend (d.w.z. zoals de moe'tazilah) ” noch ta'wiel (verdraaiing) van hen makend die de dhaahier (letterlijke) betekenis verwerpt.”

Ibn Taymiyyah (d. 728 H.) rahiemehoellah zei:

“Van imaan in Allah is: Imaan in hetgeen waarmee Hij Zichzelf heeft omschreven en waar Zijn Boodschapper Mohammed Hem mee omschreef, zonder tahrief (verdraaiing) en ta'wiel (verdraaiing), en zonder takyief (vragen hoe) en tamthiel (gelijkenis maken) …”
__________________________________________________ ____________________

[1] De letterlijke betekenis van ta'wiel is interpretatie, in deze context is de betekenis het interpreteren, waarbij de authentieke betekenis wordt verlaten, kortom verdraaiing (van de werkelijke betekenis). (Voetnoot van de vertaler.)
[

18-05-2006, 14:27



Citaat door Ali Ibn Mohamad:
Enkele uitspraken van de selef betreffende Allah's Eigenschappen en (de selef) hun idjmaa' (consensus, overeenstemming) betreffende de valsheid van ta'wiel [.


Al-Awzaa'ie (d. 157 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg az-Zoehri' en Makhoel over de ayaat betrekking hebbende op de Sifaat (Eigenschappen van Allah), dus zeiden zij: Laat hen zoals ze zijn.”


Al-Walied ibn Moeslim (d. 194 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg Maalik, al-Awzaa'ie, Layth ibn Sa'd en Soefyaan ath-Thawrie – rahiemehoemoellah - betreffende de vermeldingen verhaald over de Eigenschappen, dus zeiden zij allen: Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe (ze zijn).”

Imaam Ahmed (d. 241 H.) rahiemehoellah zei:

“Deze a'haadieth zouden gelaten moeten worden zoals ze zijn. We bevestigen hen en maken geen gelijkenis aan hen. Dit is waar overeenstemming over is bereikt bij de geleerden.”

Noe'aym ibn Hammah (d. 228 H.) rahiemehoellah zei:

“Wie dan ook tashbieh (gelijkenis) maakt van Allah met Zijn schepping, heeft koefr (ongeloof) gepleegd, en wie dan ook ontkent waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, heeft ook koefr gepleegd. Inderdaad, alles waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, of waar Zijn Boodschapper Hem mee heeft omschreven, dan is daarin helemaal geen tashbieh (gelijkenis).”

Imaam at-Tirmidhie (d. 279 H.) rahiemehoellah zei:

“Het is verklaard door meer dan één persoon van de Mensen van Kennis over zulke a'haadieth, dat er geen tashbieh (gelijkenis) is met de Eigenschappen van Allah, en onze Heer – de Gezegende en Allerhoogste – daalt af naar de laagste hemel iedere nacht. Dus zeggen zij: “Bevestig deze overleveringen, heb imaan (geloof) in ze, ontken ze niet, noch vraag hoe (deze zijn) . ” Dergelijks is overgeleverd van Maalik ibn Anas, Soefyaan ath-Thawrie, ibn ‘Oeyainah en ‘ Abdoellaah ibn al-Moebaarak, die allen zeiden over zulke a'haadieth: “ Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe.” Zulks is de uitspraak van de Mensen van Kennis van Ahloes Soennah wal Djamaa'ah.

Echter, de Djahmiyyah verzetten zich tegen deze overleveringen en zeggen:

“Dit is tashbieh (gelijkenis)!” Daarentegen, Allah de Meest Verhevene, heeft op verscheidene plaatsen in Zijn Boek de Eigenschap van al Yad (de Hand), as-Sam' (het Horen) en al-Basar (het Zien) genoemd – maar de Djahmiyyah maken ta'wiel (verdraaiing) van deze aayaat, hen uitleggend op een manier, anders dan ze zijn uitgelegd door de Mensen van Kennis. Zij zeggen: “Inderdaad, Allah schiep Adam (aleyhis salaam) niet met Zijn Eigen Hand.” Zij zeggen dat de Hand de Kracht van Allah betekent.

Ishaaq ibn Ibrahiem ar-Raahawaih (rahiemehoellah) zei:

Tashbieh (gelijkenis) is wanneer er wordt gezegd: Hand zoals mijn hand, of gelijk aan mijn hand; als wordt gezegd: Horen zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen, dan is dit tashbieh (gelijkenis). Maar wat wordt gezegd is wat Allah heeft gezegd: Hand, Horen, Zien; en er wordt niet afgevraagd hoe, noch wordt er gezegd: zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen – dan is het geen tashbieh (gelijkenis). Allah – de Meest Gezegende, Meest Verhevene – zei in Zijn Boek: . Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. (Soerah 42: ash-Shoera, aya 11).”

Al-Khattaabie (d. 388 H.) rahiemehoellah zei:

“De madhhab van de selef (de vrome voorgangers) met betrekking tot de Sifaat is hen te bevestigen zoals ze zijn ‘alaa dhaahier (met hun blijkende betekenis), iedere tashbieh (gelijkenis) aan hen tenietdoend, noch takyief (vragen hoe ze(de Sifaat) zijn).”

Imaam as-Saaboenie (d. 448 H.) rahiemehoellah zei:

“Inderdaad, Ashaaboel Hadieth (de geleerden van hadieth, zij die vasthouden aan het Boek en de Soennah) moge Allah hun levens beschermen en genade over hen die overleden zijn schenken, getuigen van de tawhied (Eenheid) van Allah en van het Gezantschap en Profeetschap van Zijn Boodschapper . Zij kennen hun Heer – de Machtige en Majesteitelijke – met de Eigenschappen waarover Hij gesproken heeft in Zijn Openbaring, en met wat Hij heeft neergezonden, of van getuigd, door middel van Zijn Boodschapper … Ze bevestigen voor Allah – de Machtige en Prachtige – wat Hij voor zichzelf bevestigt in Zijn Boek, of op de tong van Zijn Profeet . Zij geloven niet in tashbieh (gelijkenis) van Zijn Eigenschappen met de eigenschappen van de schepping. Zij zeggen: Inderdaad, Hij schiep Adam (‘aleyhis salaam) met Zijn Eigen Handen, zoals Hij – de Perfecte – tekstueel verklaart: “O Iblies, wat heeft jou verhinderd te buigen voor hem, die Ik met Mijn Handen heb geschapen?” (Soerah 38: Saad, aayah 75) Dus zij vervormen de woorden niet uit hun context door de betekenis van Yadain (de twee Handen van Allah) te veranderen naar de betekenis ni'matain (twee gunsten) of qoewwatain (twee machten) – welke de tahrief (verdraaiing) van de moe'tazilah en de djahmiyyah – moge Allah hen leiden. Zij (Ashaaboel Hadieth) vragen niet hoe de Eigenschappen zijn, noch vergelijken ze die met Zijn schepping… Allah – de Allerhoogste – beschermde Ahloes Soennah tegen zulke tahrief (verdraaiing), takyief (vragen hoe) en tashbieh (gelijkenis), en begunstigde hen met kennis en begrip.”

Qaadie Aboe Ya'laa (d. 458 H.) rahiemehoellah zei:

“Het bewijs van de nutteloosheid van ta'wiel (verdraaiing), is dat de sahaabah (radia Llah oe ‘anhoem) en zij die hen volgden van de taabi'ien (rahiemehoemoellah) hen
(de Eigenschappen ) ‘alaa dhaahier (met hun letterlijke betekenis) begrepen en zij namen geen toevlucht tot ta'wiel (verdraaiing), noch namen zij afstand van de dhaahier betekenis. Als ta'wiel (verdraaiing) toegestaan was, waren zij er ons in voorafgegaan.”

Ibn ‘ Abdoel Barr (d. 463 H.) rahiemehoellah zei:

“Ahloes soennah zijn eenduidig in het bevestigen van alle Sifaat die zijn verhaald in de Qor'aan en de soennah, imaan in hen hebbend, en hen begrijpend ‘alal haqieqah (in de werkelijke betekenis), niet ‘alal madjaaz (metaforisch). Hoe ze zijn wordt niet gevraagd. Echter, de djahmiyyah, de moe'tazilah en de khawaaridj , allen ontkennen hen en nemen hen niet ‘alal haqieqah; bewerend dat wie dan ook hen bevestigt tashbieh (gelijkenis) maakt, en zij beweren dat wie dan ook die hen reciteert (zoals ze zijn) een moeshabbieh is (iemand die tashbieh (gelijkenis) doet).” [11]
Ibn Qoedaamah (d. 620 H.) rahiemehoellah zei:

“De weg van de selef is om imaan te hebben in de Namen en Eigenschappen van Allah waarmee Hij zichzelf heeft omschreven in Zijn Openbaring, of op de tong van Zijn Boodschapper – zonder toename of vermindering ervan, noch de limieten overschrijdend, noch hen uitleggend (d.w.z. zoals de moe'tazilah) ” noch ta'wiel (verdraaiing) van hen makend die de dhaahier (letterlijke) betekenis verwerpt.”

Ibn Taymiyyah (d. 728 H.) rahiemehoellah zei:

“Van imaan in Allah is: Imaan in hetgeen waarmee Hij Zichzelf heeft omschreven en waar Zijn Boodschapper Mohammed Hem mee omschreef, zonder tahrief (verdraaiing) en ta'wiel (verdraaiing), en zonder takyief (vragen hoe) en tamthiel (gelijkenis maken) …”
__________________________________________________ ____________________

[1] De letterlijke betekenis van ta'wiel is interpretatie, in deze context is de betekenis het interpreteren, waarbij de authentieke betekenis wordt verlaten, kortom verdraaiing (van de werkelijke betekenis). (Voetnoot van de vertaler.)
[
Volgens de koranische visie gebaseerd op de soenna is Allaah zoals Hij Zichzelf beschreven heeft zonder Hem te vergelijken met de schepping. Hij heeft waarlijk een Edele Gezicht, baard, twee Rechterhanden, Benen, Voeten, Kleed van onbeschrijfelijk Licht etc.

18-05-2006, 14:48

Citaat door Eliette_Nina:
Volgens de koranische visie gebaseerd op de soenna is Allaah zoals Hij Zichzelf beschreven heeft zonder Hem te vergelijken met de schepping. Hij heeft waarlijk een Edele Gezicht, baard, twee Rechterhanden, Benen, Voeten, Kleed van onbeschrijfelijk Licht etc.
ben je nou nog steeds niet weg, jood?
a.k.a. daliatje.

18-05-2006, 15:28

Citaat door Eliette_Nina:
Volgens de koranische visie gebaseerd op de soenna is Allaah zoals Hij Zichzelf beschreven heeft zonder Hem te vergelijken met de schepping. Hij heeft waarlijk een Edele Gezicht, baard, twee Rechterhanden, Benen, Voeten, Kleed van onbeschrijfelijk Licht etc.
baard waar haal je dat vandaaan en voeten en benen ????? agtoebillah we zeggen we weten niet we weten alleeen wat in de koran staat en sunna en dat is handen en aangezicht en de rest zeggen we Allahu aglem. en zoals de tksten boven staan


walkien jij bent echt een........D