Bekijk volle/desktop versie : Een wijze jonge moslimjongen



09-02-2006, 20:48
Een wijze jonge moslimjongen....


Vele jaren geleden, gedurende het tijdperk van de Tâbi´ien -de generatie moslims van na de sahâbah (metgezellen)-, behoorde Bagdad tot de voornaamste steden van de islam. Feitelijk was het de hoofdstad van het islamitische rijk en vanwege het grote aantal geleerden dat daar resideerde, was Bagdad het centrum van islamitische kennis.

Op een dag zond de toenmalige heerser van Rome een afgezant naar Bagdad met drie tartende vragen voor de moslims. Toen de boodschapper bij de stad aankwam, bracht hij de kalief op de hoogte dat hij drie vragen bij zich droeg waarmee hij de moslims uit moest dagen.

De kalief ontbood alle geleerden van de stad in zijn paleis en de Romeinse boodschapper klom er op een hoog podium en zei: “Ik ben gekomen met drie vragen. Als u ze beantwoordt, dan zal ik weg gaan, voor u een grote hoeveelheid rijkdom achterlatend die ik met me mee heb gebracht van de keizer van Rome. Wat de vragen betreft, dat zijn: “Wat was er voordat God er was?” “Tot welke richting wendt God zich?” “Waar is God op dit moment mee bezig?””.

De grote groep mensen was muisstil (Zou u een antwoord kunnen bedenken op deze vragen?) Temidden van deze schare van briljante geleerden en studenten stond er een man toe te kijken met zijn zoontje. “Oh mijn beste vader! Ik zal hem beantwoorden en hem het zwijgen opleggen!”, zei de jongen. Dus vroeg de jongen toestemming aan de kalief om op de vragen in te gaan. Zijn verzoek werd ingewilligd.

De Romein richtte zich tot de jonge moslim en herhaalde de eerste vraag: “Wat was er voordat God bestond?”
De jongen vroeg: “Kunt u tellen?”
“Ja”, zei de man.
”Tel dan eens van tien terug!”. Dus de Romein telde terug “tien, negen, acht…” Totdat hij bij “één” uitkwam. Toen stopte hij met tellen.
“Maar wat komt er voor “één”?, vroeg de jongen.
“Er is niets voor de één- zo zit dat!”, zei de man.
“Tsja, als er klaarblijkelijk niets voor het rekenkundige “één” is, hoe kunt u dan verwachten dat er iets bestaat voor de “Ene” die de Absolute Waarheid is, de Eeuwige, Eeuwigdurende, de Eerste, de Laatste, de Zichtbare, de Verborgene?”, zei de jongen.
De man was zichtbaar verbaasd door dit directe antwoord, waar hij niets tegenin kon brengen. Dus vroeg hij: “Vertel me dan tot welke richting God zich wendt”
“Breng een kaars en steek hem aan”, zei de jongen, “en vertel me welke richting de vlam opgaat”.
“Maar de vlam is gewoon licht- het verspreidt zich naar alle vier richtingen, het noorden, zuiden, oosten en westen. Het gaat niet slechts een kant op”, zei de man verwonderd.
De jongen riep uit: “Als dit tasbare licht zich in alle vier richtingen verspreidt waardoor u me niet kan vertellen welke kant het opgaat, wat verwacht u dan van de nur al-samawaat wa-l-ard: God- het licht van de hemelen en de aarde!? Licht op Licht; God richt zich tot alle richtingen op hetzelfde moment”.

De Romein was stomverbaasd dat er hier een kind aanwezig was die zijn uitdagende vragen beantwoordde op zo een manier dat hij de bewijzen niet kon weerleggen. Dus- de wanhoop nabij- zocht hij zijn toevlucht tot de laatste vraag. Maar voordat hij hier kans toe kreeg, zei de jongen: “Wacht! U bent degene die de vragen stelt en ik degene die uw uitdagende vragen beantwoord. Het is meer dan redelijk dat u van het podium afkomt en u zich hier waar ik mij bevind, begeeft en dat ik op het podium klim en de plek waar u nu bent inneem, zodat de antwoorden door een ieder goed gehoord kunnen worden”.

Dit vond de Romein een redelijk voorstel, dus verliet hij de plek waar hij stond en klom de jongen het podium op. Toen herhaalde de man zijn laatste vraag: ”Vertel me, waar is God op dit moment mee bezig?”

De jongen zei triomfantelijk: “Op dit moment dat wij spreken, toen God op dit hoge podium een leugenaar en bespotter van de islam aantrof, liet Hij hem naar beneden gaan en vernederde Hij hem. En wat degene betreft die in God’s eenheid gelooft, deze hief Hij op en Hij vestigde de waarheid. Hij beoefend iedere dag universele macht.

De Romein had niets meer te zeggen behalve dat hij weer weg moest naar zijn land, terneergeslagen. In de jaren daarop groeide deze jongen op om een van de meest beroemde geleerden van de islam te worden. God de Verhevene zegende hem met wijsheid en kennis van de religie. Zijn naam was Abu Hanifah (moge God genadig met hem zijn) en vandaag de dag staat hij bekend als al-imam al-a’zam, de grote imam en geleerde van de islam en de stichter van de hanafi-school. Moge God iets van Zijn genade op dezelfde wijze schenken aan onze moslimkinderen die vandaag de dag opgroeien.

_________________
Yarab ashjme3 shjamla almoslimien, amien!!

23-02-2006, 00:42



Citaat door anissa_moslima:
Een wijze jonge moslimjongen....


Vele jaren geleden, gedurende het tijdperk van de Tâbi´ien -de generatie moslims van na de sahâbah (metgezellen)-, behoorde Bagdad tot de voornaamste steden van de islam. Feitelijk was het de hoofdstad van het islamitische rijk en vanwege het grote aantal geleerden dat daar resideerde, was Bagdad het centrum van islamitische kennis.

Op een dag zond de toenmalige heerser van Rome een afgezant naar Bagdad met drie tartende vragen voor de moslims. Toen de boodschapper bij de stad aankwam, bracht hij de kalief op de hoogte dat hij drie vragen bij zich droeg waarmee hij de moslims uit moest dagen.

De kalief ontbood alle geleerden van de stad in zijn paleis en de Romeinse boodschapper klom er op een hoog podium en zei: “Ik ben gekomen met drie vragen. Als u ze beantwoordt, dan zal ik weg gaan, voor u een grote hoeveelheid rijkdom achterlatend die ik met me mee heb gebracht van de keizer van Rome. Wat de vragen betreft, dat zijn: “Wat was er voordat God er was?” “Tot welke richting wendt God zich?” “Waar is God op dit moment mee bezig?””.

De grote groep mensen was muisstil (Zou u een antwoord kunnen bedenken op deze vragen?) Temidden van deze schare van briljante geleerden en studenten stond er een man toe te kijken met zijn zoontje. “Oh mijn beste vader! Ik zal hem beantwoorden en hem het zwijgen opleggen!”, zei de jongen. Dus vroeg de jongen toestemming aan de kalief om op de vragen in te gaan. Zijn verzoek werd ingewilligd.

De Romein richtte zich tot de jonge moslim en herhaalde de eerste vraag: “Wat was er voordat God bestond?”
De jongen vroeg: “Kunt u tellen?”
“Ja”, zei de man.
”Tel dan eens van tien terug!”. Dus de Romein telde terug “tien, negen, acht…” Totdat hij bij “één” uitkwam. Toen stopte hij met tellen.
“Maar wat komt er voor “één”?, vroeg de jongen.
“Er is niets voor de één- zo zit dat!”, zei de man.
“Tsja, als er klaarblijkelijk niets voor het rekenkundige “één” is, hoe kunt u dan verwachten dat er iets bestaat voor de “Ene” die de Absolute Waarheid is, de Eeuwige, Eeuwigdurende, de Eerste, de Laatste, de Zichtbare, de Verborgene?”, zei de jongen.
De man was zichtbaar verbaasd door dit directe antwoord, waar hij niets tegenin kon brengen. Dus vroeg hij: “Vertel me dan tot welke richting God zich wendt”
“Breng een kaars en steek hem aan”, zei de jongen, “en vertel me welke richting de vlam opgaat”.
“Maar de vlam is gewoon licht- het verspreidt zich naar alle vier richtingen, het noorden, zuiden, oosten en westen. Het gaat niet slechts een kant op”, zei de man verwonderd.
De jongen riep uit: “Als dit tasbare licht zich in alle vier richtingen verspreidt waardoor u me niet kan vertellen welke kant het opgaat, wat verwacht u dan van de nur al-samawaat wa-l-ard: God- het licht van de hemelen en de aarde!? Licht op Licht; God richt zich tot alle richtingen op hetzelfde moment”.

De Romein was stomverbaasd dat er hier een kind aanwezig was die zijn uitdagende vragen beantwoordde op zo een manier dat hij de bewijzen niet kon weerleggen. Dus- de wanhoop nabij- zocht hij zijn toevlucht tot de laatste vraag. Maar voordat hij hier kans toe kreeg, zei de jongen: “Wacht! U bent degene die de vragen stelt en ik degene die uw uitdagende vragen beantwoord. Het is meer dan redelijk dat u van het podium afkomt en u zich hier waar ik mij bevind, begeeft en dat ik op het podium klim en de plek waar u nu bent inneem, zodat de antwoorden door een ieder goed gehoord kunnen worden”.

Dit vond de Romein een redelijk voorstel, dus verliet hij de plek waar hij stond en klom de jongen het podium op. Toen herhaalde de man zijn laatste vraag: ”Vertel me, waar is God op dit moment mee bezig?”

De jongen zei triomfantelijk: “Op dit moment dat wij spreken, toen God op dit hoge podium een leugenaar en bespotter van de islam aantrof, liet Hij hem naar beneden gaan en vernederde Hij hem. En wat degene betreft die in God’s eenheid gelooft, deze hief Hij op en Hij vestigde de waarheid. Hij beoefend iedere dag universele macht.

De Romein had niets meer te zeggen behalve dat hij weer weg moest naar zijn land, terneergeslagen. In de jaren daarop groeide deze jongen op om een van de meest beroemde geleerden van de islam te worden. God de Verhevene zegende hem met wijsheid en kennis van de religie. Zijn naam was Abu Hanifah (moge God genadig met hem zijn) en vandaag de dag staat hij bekend als al-imam al-a’zam, de grote imam en geleerde van de islam en de stichter van de hanafi-school. Moge God iets van Zijn genade op dezelfde wijze schenken aan onze moslimkinderen die vandaag de dag opgroeien.

_________________
Yarab ashjme3 shjamla almoslimien, amien!!
----->

23-02-2006, 11:30
Hm waar slaat deze onzin op?
Om Romeinen in een kwaad daglicht te stellen?
Wel raar...toen de islam opkwam was het Romeinse rijk al tenonder...

23-02-2006, 11:33
Eehm... Romeinse keizer en Islam?

Het West-Romeinse Rijk was al ten onder voordat Mohammed geboren werd, hoor. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk niet, maar die hadden geen keizer in Rome.

23-02-2006, 15:16



Citaat door golden_mocro:
Vele wenkbrauwen werden gefronst.
Imam Haselhoef begon te vertellen.
" Ik liep gisteren in de stad, toen ik een kleine jongen zag
met deze kooi in zijn handen.[/SIZE]
[SIZE=2]Op de bodem van de kooi zaten
drie vogeltjes te bibberen van angst. Ik stopte en vroeg
hem:"Wat heb je daar bij je, jongen?"
Een paar oude vogels", zei de jongen. "Wat ga je met ze
doen?", vroeg ik."Ik neem ze mee naar huis en ga er plezier
mee maken", antwoordde hij. "Ik trek ze de veren uit en laat
ze met elkaar vechten. Daar heb ik plezier in".
"En als je genoeg hebt van deze vogels, wat doe je dan met
ze?", vroeg ik hem.
O, we hebben een paar katten", zei de jongen, "en die houden
wel van een vogeltje".
Ik was even sprakeloos en vroeg toen:"hoeveel wil je voor [/SIZE][SIZE=2]die
vogels hebben?"
Hij vroeg:"Waarom wilt u deze vogels hebben, meneer?'Ze zijn
oud en lelijk en zingen niet eens".
Opnieuw vroeg ik hem:"Hoeveel wil je er voor hebben?'
De jongen keek me aan en dacht vast:"Die is gek", en zei: [/SIZE][SIZE=2]Vijf Euro".
[/SIZE]
[SIZE=2]Ik betaalde hem vijf euro's en in minder dan geen tijd was
hij verdwenen. Ik ben toen naar het eind van de straat
gewandeld, naar een plantsoen met bomen. Ik heb de kooi op de
grond gezet en de vogels vrijgelaten. Daarom die lege
vogelkooi...
Op een dag waren satan en Mohammed (vzmh) aan het
converseren. Satan was net terug van een bezoek aan de aarde
en pochte:"Ik heb net de aarde en alle mensen gekocht. Ik heb
een valstrik gezet die ze niet konden weerstaan, en ik heb ze allemaal".
Wat ben je van plan met ze te doen?", vroeg Mohammed (vzmh)
Satan antwoordde:"O, ik ga plezier met ze maken! Ik ga ze
leren hoe ze kunnen trouwen en weer kunnen scheiden, hoe ze
elkaar moeten haten, en hoe ze elkaar moeten misbruiken. Hoe
ze kunnen roken en drinken, ik ga ze leren hoe ze wapens en
bommen moeten maken en hoe ze elkaar moeten vermoorden. Dus
ik heb echt veel plezier met ze!"
"En wat ga je met ze doen als je klaar bent met hun?", vroeg
Mohammed (vzmh)
"Oh, ik vermoord ze allemaal", zei satan trots
"Hoeveel wil je voor hen hebben?", vroeg Mohammed (vzmh)
"Wat wil je met deze mensen", vroeg satan. "Ze zijn slecht,
waarom wil je ze hebben? Ze haten je en ze spugen je in het
gezicht, ze vervloeken en vermoorden je! Je wilt deze mensen
niet!". "Hoeveel", vroeg Mohammed (vzmh)weer.
satan keek Mohammed (vzmh) aan en lachte."Al je tranen en je
bloed", zei hij. Mohammed (vzmh) zei: "DEAL", en Hij
betaalde
de prijs.
Toen pakte de Imam de oude vogelkooi en liep..
Is het niet erg eenvoudig omAllah de schuld te geven
dat de wereld ten onder gaat? Is het niet droevig dat wij
alles geloven wat de kranten schrijven en kwesties in de
kiem
smoren die de Koran stelt? Is het niet droevig dat iedereen
verwacht naar de hemel te gaan, terwijl ze niet eens in hun
geloof geloven, nooit denken of spreken over hun geloof in

Allah of iets doen wat Allah van hen vraagt? Is
het niet beangstigend hoe sommigen zeggen:"Ik geloof in Allah ", [/SIZE]
[SIZE=2]en toch satan volgen? Terwijl satan wel degelijk in
Allah gelooft.
Het is droevig dat je duizend grappen per e-mail kan
versturen en iedereen neemt ze over, maar als je iets met
betrekking tot Allah verstuurt, dan zullen maar weinig
mensen het doorsturen.
Is het niet droevig hoe gemeenheid, grofheid, ordinaire
dingen, onzedelijkheid en porno vrije doorgang krijgen,
maar
een gesprek over Mohammed (vzmh)op school en op het werkwordt afgehouden?
Is het niet droevig dat iemand op Vrijdag in vuur en vlam kan
staan voor Allah , maar door de week een onzichtbare
Moslim is?
Lach je nu? Is het niet droevig, dat je dit verhaal niet
naar Iedereen in je adresboek durft te sturen, omdat je niet
weet of hij of zij geloven, of hoe ze over je zullen denken,
als je ze deze e-mail toestuurt. Is het niet droevig dat je
bezorgder bent over de vraag hoe mensen over je denken, dan
hoe Allah over jou denkt?
---->

23-02-2006, 15:27
Masha Allah

23-02-2006, 15:30
Een schrale troost is misschien dat veel mensen weliswaar niet meer in Allah/God geloven, maar ook niet meer in de Satan. Op die manier gaat hij ten onder aan zijn eigen succes.

23-02-2006, 17:03
Als mensen niet in Allah geloven, dan is dat een succes voor satan daarmee zal hij niet ten onder gaan, pas op de dag des oordeels zal hij zn straf proeven.

23-02-2006, 17:15
Kweenie. Ik geloof niet in God en in de Duivel.

Maar volgens mij zit de duivel over vijfhonderd jaar, als niemand meer ergens in gelooft, naast God op een steen te huilen dat ook niemand meer naar hem luistert. Het ging allemaal zo goed, hij had zoveel mensen van God afgebracht en nou hadden al die mensen hem ook verlaten! Nu had hij niemand meer!

23-02-2006, 17:20

Citaat door DaanA:
Kweenie. Ik geloof niet in God en in de Duivel.

Maar volgens mij zit de duivel over vijfhonderd jaar, als niemand meer ergens in gelooft, naast God op een steen te huilen dat ook niemand meer naar hem luistert. Het ging allemaal zo goed, hij had zoveel mensen van God afgebracht en nou hadden al die mensen hem ook verlaten! Nu had hij niemand meer!
Wij geloven. dat als je ongelovig bent dat je een volger van satan bent en hij jou misleid heeft, dus bij ons kan hij nooit zonder succes zijn.

23-02-2006, 17:24

Citaat door Edelmoedige:
Wij geloven. dat als je ongelovig bent dat je een volger van satan bent en hij jou misleid heeft, dus bij ons kan hij nooit zonder succes zijn.
Maar als de duivel tegen mij zegt dat ik iets moet doen, dan luister ik lekker ook niet naar hem. Hij heeft me, in jouw ogen, misschien losgemaakt van God, maar wel zonder zichzelf aan mij te binden.

En met mij de meeste niet-gelovigen.

Dus straks (nou ja, als het ooit gebeurt dat God geen aanhang meer heeft) is hij net zo eenzaam als God.

Zeg maar Jantje heeft een autootje, Pietje wil hem ook hebben, ze gaan vechten en daarbij raken ze het autootje kwijt. Nu hebben ze allebei niks.