Massinissa
In 218 v.C. viel Hannibal het Romeinse Rijk aan vanuit het noorden, via de Pyreneeën en de Alpen. Hij had het bevel over een leger van ongeveer 35.000 soldaten, waaronder een groot aantal Amazigh krijgers uit het Rif, het Atlas en de Sahara. Hij was zeer succesvol in zijn aanval, toch zouden uiteindelijk de Romeinen zegevieren. Dit was te danken aan de Amazighkoning Massinissa.
Rond die tijd was er een groot gebied in Noord-Afrika, dat ruwweg overeenkwam met het huidige Algerije, dat de naam Numidia droeg. Dit gebied werd bewoond door twee grote Amazir volkeren: de Masaesyli in het westen (waar nu steden Sétif, Algiers en Oran liggen) en de Massyli in het oosten. Massinissa regeerde over de Masaesyli en Syphax over de Massyli. Beide waren bondgenoten van de Carthagers.
Massinissa had in zijn jeugd in het Fenicische leger gediend en was danig onder de indruk van de Fenicische beschaving, hij begon deze dan ook te imiteren. Naar het voorbeeld van het Fenicische alfabet ontwikkelde hij het Tifinagh, het Imazighen alfabet. Hij zette een geordend bestuur op poten, bouwde een floot en schiep een vast leger dat bestond uit 50.000 man. Hij legde nederzettingen aan naar Fenicische model en zorgde dat Imazighen akkerbouw gingen bedrijven, en hun (semi-) nomadische leefstijl opgaven. Op te verhinderen dat ze hun nomadische leefstijl weer zouden oppikken vestigde hij de Imazighen niet op boerderijen maar in versterkte burchten, om deze manier werden ze ook gelijk verstedelijkt.
Massinissa wilde echter meer, hij wilde een groot onafhankelijk rijk der Imazighen, een rijk dat sterk genoeg was buitenlandse indringers te weerstaan. En hij wist dat dat alleen mogelijk zou zijn wanneer hij Carthago, de stad van zijn leermeesters, zou veroveren. In 204 v.C. scheen de tijd hiervoor rijp. Hannibal die de ene naar ander overwinning had behaald op de Romeinen scheen nu te verliezen. Massinissa verbrak zijn verbond met de Feniciërs en ging een verbond aan met de Romeinen. De Massyli en hun leider Syphax daarentegen bleven wel trouw aan Carthago.
Toen de romeinse zeevloot landde in Noord-Afrika zette Massinissa zijn leger in tegen de Feniciërs. In 202 v.C. vond de beslissende slag plaats, de slag van Zama (Zama bevond zich zuidwestelijk van Carthago). De romeinse voetsoldaten vochtten zij aan zij met de Imazirische krijgers te paard, de Romeinen vielen van voren aan en de Imazighen omsingelde de Feniciërs op hun snelle paarden. Na de overwinning op de Feniciërs volgden vredesbesprekingen en moesten ze een deel van hun gebied aan Massinissa afstaan. Het rijk van Syphax werd ook Massinissa toegekend, en Oost- en West-Numidia vormden nu een groot geheel.
Carthago, dat nog steeds een Fenicische stad was, had 50 jaar nodig om zich weer te herstellen. Carthago was weer uitgegroeid tot een grote handelsstad, zij het dat ze onder romeins toezicht stonden en het aan Rome belasting moest betalen. De herrijzenis van Carthago zou als reden worden aan gevoerd voor de derde Fenicische oorlog, van Rome tegen Carthago. De werkelijke reden was echter Massinissa. Hij had steeds meer land van de Feniciërs ingenomen, land waarop volgens de vredesbesprekingen recht op had, maar die door de Feniciërs niet altijd vrijwillig werd opgegeven. Het werd Rome al snel duidelijk dat Massinissa waarschijnlijk ook Carthago wilde. En ze besefte maar al te goed hoe machtig hij zou worden, en dat hun positie in Noord-Afrika in gevaar zou lopen. Dus ze hadden een excuus nodig om Carthago te vernietigen. In 146 v.C. vernietigde de Romeinen Carthago volledig, niets bleef overeind. Dat was het einde van de Fenicische beschaving in Noord-Afrika.
Kort hierna, in 148 v.C., zou Massinissa sterven op negentig jarige leeftijd. Hij werd begraven in Thugga (het huidige Dougga in Tunesië
in een mausoleum die een inscriptie in het Numidisch en Fenicisch bevat. Het is de oudste in Numidisch geschreven inscriptie, die gevonden is.
Door zijn dood is Massinissa een bittere teleurstelling bespaard gebleven. De Romeinen waren nooit van plan geweest hem de controle over Carthago te geven (ze zouden later zelf een Romeinse stad bouwen waar Carthago gestaan had). De Romeinen wilden zichzelf in Noord-Afrika vestigen. Uit Carthago en het achterland (ruwweg het huidige Tunesië
schiepen ze de Romeinse provincie "Africa". Later zou het complete continent Afrika gaan heten.
Numidia zelf bleef in eerste instantie verschoond van een Romeinse bezetting. Echter om de troonopvolging van Massinissa was een strijd uitgebroken. En de Romeinen maakten hiervan dankbaar gebruik. Om de Numidiërs te verzwakken zorgden ze dat het bestuur van Numidia verdeeld werd tussen drie zonen van Massinissa. Vermoedelijk had Massinissa 44 zonen (over hoeveel dochters hij had is niets bekend), zeker is dit niet, wel zeker is dat er nog 10 zonen waren na zijn dood. Zijn zoon Micipsa werd bestuurder, en dus koning. Hij zou de vriendschappelijke betrekkingen met Rome voortzetten. Gulassa werd legeraanvoerder, en Mastanabal werd opperrechter. Echter, doordat beide broers van Micipsa vroeg stierven was hij al gauw alleenheerser