Le-Sud
11-11-2005, 16:44
Salaam Alaikom,
Het belang van de tijd
Uit de soennah van de profeet Mohammed
“Twee gunsten brengen de mensen in verlies, gezondheid en vrije tijd.” Boechaarie…
Deze overlevering duid erop dat het de meerderheid is die geen gebruik maken van deze tijd
Enkele woorden van de voorgangers:
Imaam ibnoel-Qay-yim zegt in zijn boek Almadaaridj wat neerkomt op het volgende:
“Wij moeten jaloers zijn op onze tijd, want hij komt snel en gaat zeer snel weg, maar traag is het dat hij terugkomt…en wanneer de tijd aan je voorbij gaat is het onmogelijk om deze terug in te halen, want elke tijd ken zijn bezigheid waarmee het opgevuld dient te worden.” 3/49
En men moet ook weten dat spijt hebben over de tijd die je voorbij gegaan is ook behoort tot het verliezen van tijd en op deze manier word dit een vicieuze cirkel.
Ash-shaafi'ie: “Ik vergezelde een soefie en ik heb maar twee zaken van hem geleerd die van nut waren:
“Ten eerste:
de tijd is een zwaard, als je het niet breekt, dan zal zij jou breken, en
Ten tweede:
wanneer je jezelf niet bezighoud met de waarheid dan zal je ziel je bezighouden met de leugen.”
Er werd overleverd dat men zei tegen ‘Aamir bin ‘abd qais : “Spreek tegen mij, waarop hij antwoordde: “Stop de zon en houd deze tegen zodat ik met jou kan spreken, want de tijd gaat verder en hij komt niet terug nadat hij weggegaan is, en de tijd verliezen is een verlies dat men niet terug kan inhalen, want elke tijd kent een bezigheid waarmee zij opgevuld moet worden.”
‘Aboellah bin Mas'oed heeft het volgende gezegd: “Ik betreur niets zo erg als dat ik een dag betreurd heb waarvan de zon ondergegaan is en een deel van mijn leven korter van is geworden zonder dat mijn daden toegenomen hebben.”
Al-hasan Al-basrie heeft gezegd: “O kind van Adam, jij bestaat enkel uit dagen, wanneer een dag weggaat dan is een deel van jou mee weggegaan.” En hij heeft ook gezegd: “Ik ben een volk tegengekomen die meer uitwaren op het behouden van hun tijd dan dat eenieder van jullie uit is op zijn geld.”
Hoe de voorgangers omgingen met hun tijd:
De voorgangers en diegenen die hen op de beste manier volgenden gingen zeer gierig met hun tijd om, nog gieriger dan dat de mensen vandaag omgaan met hun geld, evengoed de geleerden onder hen als diegenen die gekend stonden omwille van hun aanbidding, allen streefden zij ernaar om geen enkel moment van hun leven verloren te laten gaan.
‘Abdoer-rahmaan bin Mahdie zegt het volgende over zijn leraar Hamaad bin salamah: “Als men tegen Hamaad zou zeggen dat hij de volgende dag zou sterven dan zou hij geen extra daden kunnen verrichten.”
Moesaa bin Ismaa'iel At-taboedhakie zegt het volgende over de voorvernoemde persoon: “Als ik zou zeggen dat ik Hamad nooit heb zien lachen dan zou ik de waarheid gesproken hebben, ofwel gaf hij de overleveringen van de profeet door, ofwel las hij, ofwel prees hij het lof van Allah, of bad hij, en hiernaar schikte hij zijn dag, en zo is hij ook gestorven, hij is in zijn gebed gestorven.”
Chaliel bin Ahmad heeft gezegd: “De zwaarste momenten zijn voor mij de momenten dat ik eet.”
Ibraahiem bin Djar-raah zegt het volgende over zijn leraar Aboe Yoesoef: “Aboe yoesoef was ziek (lag op zijn sterfbed) waarop ik hem bezocht, en ik zag dat hij zich in staat van bewusteloosheid bevond. Toen hij bijkwam zei hij: “Wat is jou opinie over deze zaak? Ik zei hem, in deze situatie? Waarop hij antwoordde: “Wie weet kan hier iemand door gered worden!”…ik bereikte de deur nog niet of ik hoorde dat het leven hem verlaten had, mag Allah hem barmhartig wezen.”
Er werd overleverd dat Ash-sheejbaanie weinig of niet sliep tijdens de nacht omdat hij bezig was te lezen, en dan legde hij verscheidene boeken bij hem, en als hij dan genoeg had van het ene boek dan las hij in het andere boek.
‘Amaar bin radjaah zegt dat hij ‘Oebeejd bin Ja'iesh (één van de geleerden van Al-boechaarie) het volgende heeft horen zeggen: “Ik heb gedurende dertig jaar 's avonds niet eigenhandig gegeten, mijn zuster stopte het mij toe terwijl ik de overleveringen neer schreef.”
Moehammad bin Alfadl zegt: : Yahya bin Ma'ien vroeg mij over deze overlevering de eerste keer dat hij bij mij zat, ik zei hem: “Hamaad bin salamah heeft overleverd dat…” waarop hij zei: “Als het nu van je boek zou zijn.” Waarop ik rechtstond om mijn boek te halen.” Vervolgens nam hij een deel van mijn kledingstuk vast en zei: “Lees het nu, want ik heb angst dat ik je hierna misschien niet meer zal tegenkomen.” Vervolgens las ik dit voor hem, vervolgens nam ik mijn boek en las hem voor uit het boek.”
Deze gebeurtenis laat ons zien hoe Ibnoe Ma'ien gebruik maakte van zijn tijd, en hoe hij geloofde in de voorbestemming van Allah, want op dit moment was de geleerde in staat om de overlevering op te zeggen en was hij in staat om te schrijven.
Deze geleerde is echter niet de enige die zo te werk ging, hier volgen nog enkele voorbeelden:
Al-djaahidh liet geen enkel boek aan zich voorbij gaan, wanneer een boek zich in zijn handen bevond dan las hij dit boek van het begin tot het einde, hij huurde zelfs de kamers van de war-raaqien om de nacht hierin door te brengen om op deze manier de boeken te lezen.
Al-Fath bin Chaaqaan had de gewoonte om zijn boek in zijn mouw mee te dragen, en wanneer hij dan opstond om zich naar het gebed of naar het w.c te begeven dan las hij onderweg in dit boek tot hij aan de plaats aankwam, en wanneer hij zich terug naar deze plaats begaf dan verrichtte hij net het zelfde. En wanneer hij zich in een lezing bevond en de geleerde wegging dan las hij dit boek tot de geleerde terugkwam.
Wanneer men bij Ismaa'iel bin Ishaaq Al-Qaadhie binnenkwam dan zag men dat hij steeds een boek in zijn hand had, of net een boek weglegde om een ander boek te nemen.
Sommige geleerden ondergingen zelfs hun dood omdat zij zich zo richtten tot de kennis:
Tha'lab was op weg naar huis nadat hij het gemeenschappelijke gebed van ‘asr gebeden had, hij las onderweg en er kwam een paard voorbij dat hem van de weg duwde waarop hij in een soort van put viel, waarop hij naar huis gevoerd werd en twee dagen later stierf, mag Allah met hem tevreden zijn.
Ibnoe Djarier At-tabarie stond gekend omwille van de vele boeken die hij geschreven heeft en omwille van het nut dat hij uit zijn tijd haalde, op een dag zei hij tegen zijn studenten willen jullie niet dat ik een boek over tafsier samenstel? Waarop zij zeiden: “Jazeker en hoe groot zal dit dan zijn?” Hij antwoordde: “Dertigduizend bladzijden.” Zij antwoordden: “Wij zullen sterven alvorens wij deze kunnen beëindigen.” En hetzelfde vroeg hij over een boek van geschiedenis, waarop hij net hetzelfde zei, vervolgens zei hij: “De wilskracht is gestorven.” Als hij na fadjr gedaan had met de zaken die hij moest doen dan sliep hij tot voor dohr.
Vervolgens schreef hij tot ‘Asr, na ‘Asr gaf hij les in overleveringen van de profeet tot Maghreb, vervolgens gaf hij les in fiqh en andere zaken tot ‘Ishaa, en op deze manier ging hij elke dag te werk. En zoals men leeft zal men sterven, kijk hoe deze Imaam op het einde van zijn leven zich nog bezighoud met de kennis, toen hij zich op het sterfbed bevond hoorde hij een smeekgebed dat hij niet kende en hij vroeg om papier en iets om mee te schrijven. Waarop men tegen hem zei: “Zelfs wanneer jij je in deze toestand bevindt?” Waarop hij zei: “Iemand moet het vergaren van de kennis niet laten tot de dood hem vindt.”
Andere geleerden gaven zelfs les onderweg, op zo'n manier dat het kon zijn dat zij in een put vielen
.
Het belang van de tijd
Uit de soennah van de profeet Mohammed
“Twee gunsten brengen de mensen in verlies, gezondheid en vrije tijd.” Boechaarie…
Deze overlevering duid erop dat het de meerderheid is die geen gebruik maken van deze tijd
Enkele woorden van de voorgangers:
Imaam ibnoel-Qay-yim zegt in zijn boek Almadaaridj wat neerkomt op het volgende:
“Wij moeten jaloers zijn op onze tijd, want hij komt snel en gaat zeer snel weg, maar traag is het dat hij terugkomt…en wanneer de tijd aan je voorbij gaat is het onmogelijk om deze terug in te halen, want elke tijd ken zijn bezigheid waarmee het opgevuld dient te worden.” 3/49
En men moet ook weten dat spijt hebben over de tijd die je voorbij gegaan is ook behoort tot het verliezen van tijd en op deze manier word dit een vicieuze cirkel.
Ash-shaafi'ie: “Ik vergezelde een soefie en ik heb maar twee zaken van hem geleerd die van nut waren:
“Ten eerste:
de tijd is een zwaard, als je het niet breekt, dan zal zij jou breken, en
Ten tweede:
wanneer je jezelf niet bezighoud met de waarheid dan zal je ziel je bezighouden met de leugen.”
Er werd overleverd dat men zei tegen ‘Aamir bin ‘abd qais : “Spreek tegen mij, waarop hij antwoordde: “Stop de zon en houd deze tegen zodat ik met jou kan spreken, want de tijd gaat verder en hij komt niet terug nadat hij weggegaan is, en de tijd verliezen is een verlies dat men niet terug kan inhalen, want elke tijd kent een bezigheid waarmee zij opgevuld moet worden.”
‘Aboellah bin Mas'oed heeft het volgende gezegd: “Ik betreur niets zo erg als dat ik een dag betreurd heb waarvan de zon ondergegaan is en een deel van mijn leven korter van is geworden zonder dat mijn daden toegenomen hebben.”
Al-hasan Al-basrie heeft gezegd: “O kind van Adam, jij bestaat enkel uit dagen, wanneer een dag weggaat dan is een deel van jou mee weggegaan.” En hij heeft ook gezegd: “Ik ben een volk tegengekomen die meer uitwaren op het behouden van hun tijd dan dat eenieder van jullie uit is op zijn geld.”
Hoe de voorgangers omgingen met hun tijd:
De voorgangers en diegenen die hen op de beste manier volgenden gingen zeer gierig met hun tijd om, nog gieriger dan dat de mensen vandaag omgaan met hun geld, evengoed de geleerden onder hen als diegenen die gekend stonden omwille van hun aanbidding, allen streefden zij ernaar om geen enkel moment van hun leven verloren te laten gaan.
‘Abdoer-rahmaan bin Mahdie zegt het volgende over zijn leraar Hamaad bin salamah: “Als men tegen Hamaad zou zeggen dat hij de volgende dag zou sterven dan zou hij geen extra daden kunnen verrichten.”
Moesaa bin Ismaa'iel At-taboedhakie zegt het volgende over de voorvernoemde persoon: “Als ik zou zeggen dat ik Hamad nooit heb zien lachen dan zou ik de waarheid gesproken hebben, ofwel gaf hij de overleveringen van de profeet door, ofwel las hij, ofwel prees hij het lof van Allah, of bad hij, en hiernaar schikte hij zijn dag, en zo is hij ook gestorven, hij is in zijn gebed gestorven.”
Chaliel bin Ahmad heeft gezegd: “De zwaarste momenten zijn voor mij de momenten dat ik eet.”
Ibraahiem bin Djar-raah zegt het volgende over zijn leraar Aboe Yoesoef: “Aboe yoesoef was ziek (lag op zijn sterfbed) waarop ik hem bezocht, en ik zag dat hij zich in staat van bewusteloosheid bevond. Toen hij bijkwam zei hij: “Wat is jou opinie over deze zaak? Ik zei hem, in deze situatie? Waarop hij antwoordde: “Wie weet kan hier iemand door gered worden!”…ik bereikte de deur nog niet of ik hoorde dat het leven hem verlaten had, mag Allah hem barmhartig wezen.”
Er werd overleverd dat Ash-sheejbaanie weinig of niet sliep tijdens de nacht omdat hij bezig was te lezen, en dan legde hij verscheidene boeken bij hem, en als hij dan genoeg had van het ene boek dan las hij in het andere boek.
‘Amaar bin radjaah zegt dat hij ‘Oebeejd bin Ja'iesh (één van de geleerden van Al-boechaarie) het volgende heeft horen zeggen: “Ik heb gedurende dertig jaar 's avonds niet eigenhandig gegeten, mijn zuster stopte het mij toe terwijl ik de overleveringen neer schreef.”
Moehammad bin Alfadl zegt: : Yahya bin Ma'ien vroeg mij over deze overlevering de eerste keer dat hij bij mij zat, ik zei hem: “Hamaad bin salamah heeft overleverd dat…” waarop hij zei: “Als het nu van je boek zou zijn.” Waarop ik rechtstond om mijn boek te halen.” Vervolgens nam hij een deel van mijn kledingstuk vast en zei: “Lees het nu, want ik heb angst dat ik je hierna misschien niet meer zal tegenkomen.” Vervolgens las ik dit voor hem, vervolgens nam ik mijn boek en las hem voor uit het boek.”
Deze gebeurtenis laat ons zien hoe Ibnoe Ma'ien gebruik maakte van zijn tijd, en hoe hij geloofde in de voorbestemming van Allah, want op dit moment was de geleerde in staat om de overlevering op te zeggen en was hij in staat om te schrijven.
Deze geleerde is echter niet de enige die zo te werk ging, hier volgen nog enkele voorbeelden:
Al-djaahidh liet geen enkel boek aan zich voorbij gaan, wanneer een boek zich in zijn handen bevond dan las hij dit boek van het begin tot het einde, hij huurde zelfs de kamers van de war-raaqien om de nacht hierin door te brengen om op deze manier de boeken te lezen.
Al-Fath bin Chaaqaan had de gewoonte om zijn boek in zijn mouw mee te dragen, en wanneer hij dan opstond om zich naar het gebed of naar het w.c te begeven dan las hij onderweg in dit boek tot hij aan de plaats aankwam, en wanneer hij zich terug naar deze plaats begaf dan verrichtte hij net het zelfde. En wanneer hij zich in een lezing bevond en de geleerde wegging dan las hij dit boek tot de geleerde terugkwam.
Wanneer men bij Ismaa'iel bin Ishaaq Al-Qaadhie binnenkwam dan zag men dat hij steeds een boek in zijn hand had, of net een boek weglegde om een ander boek te nemen.
Sommige geleerden ondergingen zelfs hun dood omdat zij zich zo richtten tot de kennis:
Tha'lab was op weg naar huis nadat hij het gemeenschappelijke gebed van ‘asr gebeden had, hij las onderweg en er kwam een paard voorbij dat hem van de weg duwde waarop hij in een soort van put viel, waarop hij naar huis gevoerd werd en twee dagen later stierf, mag Allah met hem tevreden zijn.
Ibnoe Djarier At-tabarie stond gekend omwille van de vele boeken die hij geschreven heeft en omwille van het nut dat hij uit zijn tijd haalde, op een dag zei hij tegen zijn studenten willen jullie niet dat ik een boek over tafsier samenstel? Waarop zij zeiden: “Jazeker en hoe groot zal dit dan zijn?” Hij antwoordde: “Dertigduizend bladzijden.” Zij antwoordden: “Wij zullen sterven alvorens wij deze kunnen beëindigen.” En hetzelfde vroeg hij over een boek van geschiedenis, waarop hij net hetzelfde zei, vervolgens zei hij: “De wilskracht is gestorven.” Als hij na fadjr gedaan had met de zaken die hij moest doen dan sliep hij tot voor dohr.
Vervolgens schreef hij tot ‘Asr, na ‘Asr gaf hij les in overleveringen van de profeet tot Maghreb, vervolgens gaf hij les in fiqh en andere zaken tot ‘Ishaa, en op deze manier ging hij elke dag te werk. En zoals men leeft zal men sterven, kijk hoe deze Imaam op het einde van zijn leven zich nog bezighoud met de kennis, toen hij zich op het sterfbed bevond hoorde hij een smeekgebed dat hij niet kende en hij vroeg om papier en iets om mee te schrijven. Waarop men tegen hem zei: “Zelfs wanneer jij je in deze toestand bevindt?” Waarop hij zei: “Iemand moet het vergaren van de kennis niet laten tot de dood hem vindt.”
Andere geleerden gaven zelfs les onderweg, op zo'n manier dat het kon zijn dat zij in een put vielen
.