Hoessein28
15-07-2005, 16:06
'Agent moest schieten'
AMSTERDAM - De agent die in december 2001 in Zuidoost een inbreker doodschoot na een achtervolging, kon niet anders, aldus justitie.
Martijn S. (33) móest zich wel verdedigen tegen de 19-jarige Saïd D., die hem in een nekklem hield. ''Het is voorstelbaar dat hij dacht dat zijn laatste uur geslagen had,'' oordeelde aanklaagster M. Hollander.
Hollander achtte het wel bewezen dat de agent, die gisteren in zijn uniform op de zitting verscheen, de inbreker opzettelijk heeft gedood, maar zij vindt dat hij geen straf moet krijgen omdat hij uit noodweer handelde. Zij eiste ontslag van alle rechtsvervolging.
Die opstelling is niet verrassend. Enkele jaren terug gaf het openbaar ministerie al aan af te zien van vervolging. Het gerechtshof besliste echter, naar aanleiding van een klacht van de nabestaanden, dat de rechtbank de zaak toch moest beoordelen.
S. en zijn collega waren op elf december 2001 aan het werk in de Bijlmer. Nadat zij een melding hadden gekregen over een inbraak in een kledingzaak op het Bijlmerplein, betrapten zij twee jongens op heterdaad.
De twee vluchtten op een scooter, waarna een achtervolging volgde. Uiteindelijk reed S. hen klem tegen een hek op de Arenaboulevard, waardoor de scooter viel. S.' collega ging achter de tweede jongen aan, die vluchtte; Saïd lag onder de scooter, op het omgevallen hek.
Volgens S. verzette Saïd zich daarop hevig op zijn pogingen hem te arresteren, waarop S. de man drie vuistslagen tegen zijn achterhoofd gaf. Maar dat sorteerde geen effect. ''Daar schrok ik van.''
Saïd wist, aldus S., overeind te komen. Op dat moment merkte de agent dat zijn voet vast zat in het hek. De inbreker greep hem daarop in een nekklem. ''Mijn adem werd afgeknepen, ik raakte in paniek.'' S. wist dat bij een dergelijke greep men het bewustzijn binnen seconden kan verliezen. ''Toen besloot ik mijn pistool te grijpen.''
Bovendien was S. bang dat Saïd een wapen had of dat hij zíjn wapen zou pakken. S. schoot twee keer. De jongen overleed ter plekke. Hij was in zijn bovenlijf geraakt.
De verklaringen van twee getuigen, die het voorval vanaf circa vijftig meter zagen gebeuren, werden gisteren door Hollander terzijde geschoven omdat deze volgens haar tegenstrijdig zijn en onvolledig.
Die getuigen zeggen geen nekklem te hebben gezien; zij menen dat S. schoot toen Saïd wilde weglopen. Een derde getuige bevestigt de versie van S. grotendeels, al heeft ook deze geen wurggreep gezien. Uit technisch onderzoek blijkt echter dat de kogels van zeer dichtbij zijn afgevuurd.
Politie-instructeur J. Stolk legde op verzoek van S. aan de rechtbank uit dat zo'n nekklem inderdaad snel tot bewusteloosheid kan leiden. ''De reflex is overleven.''
En criminoloog J. Timmer, gespecialiseerd in politiegeweld en uitgenodigd door de rechters, stelde dat S., door de aanval, geen tijd had te kiezen op welk deel van het lichaam hij zou schieten. ''Het schot moet er, naar je gevoel, zo snel mogelijk uit.''
S. heeft geen spijt. ''Het was hij of ik. Ik ben blij dat ik er nog ben.''
De familie van Saïd was niet op de zitting aanwezig.
Uitspraak 28 juli.
Jammer, Saïd was een goeie jongen..........
KAMILLA LEUPEN
AMSTERDAM - De agent die in december 2001 in Zuidoost een inbreker doodschoot na een achtervolging, kon niet anders, aldus justitie.
Martijn S. (33) móest zich wel verdedigen tegen de 19-jarige Saïd D., die hem in een nekklem hield. ''Het is voorstelbaar dat hij dacht dat zijn laatste uur geslagen had,'' oordeelde aanklaagster M. Hollander.
Hollander achtte het wel bewezen dat de agent, die gisteren in zijn uniform op de zitting verscheen, de inbreker opzettelijk heeft gedood, maar zij vindt dat hij geen straf moet krijgen omdat hij uit noodweer handelde. Zij eiste ontslag van alle rechtsvervolging.
Die opstelling is niet verrassend. Enkele jaren terug gaf het openbaar ministerie al aan af te zien van vervolging. Het gerechtshof besliste echter, naar aanleiding van een klacht van de nabestaanden, dat de rechtbank de zaak toch moest beoordelen.
S. en zijn collega waren op elf december 2001 aan het werk in de Bijlmer. Nadat zij een melding hadden gekregen over een inbraak in een kledingzaak op het Bijlmerplein, betrapten zij twee jongens op heterdaad.
De twee vluchtten op een scooter, waarna een achtervolging volgde. Uiteindelijk reed S. hen klem tegen een hek op de Arenaboulevard, waardoor de scooter viel. S.' collega ging achter de tweede jongen aan, die vluchtte; Saïd lag onder de scooter, op het omgevallen hek.
Volgens S. verzette Saïd zich daarop hevig op zijn pogingen hem te arresteren, waarop S. de man drie vuistslagen tegen zijn achterhoofd gaf. Maar dat sorteerde geen effect. ''Daar schrok ik van.''
Saïd wist, aldus S., overeind te komen. Op dat moment merkte de agent dat zijn voet vast zat in het hek. De inbreker greep hem daarop in een nekklem. ''Mijn adem werd afgeknepen, ik raakte in paniek.'' S. wist dat bij een dergelijke greep men het bewustzijn binnen seconden kan verliezen. ''Toen besloot ik mijn pistool te grijpen.''
Bovendien was S. bang dat Saïd een wapen had of dat hij zíjn wapen zou pakken. S. schoot twee keer. De jongen overleed ter plekke. Hij was in zijn bovenlijf geraakt.
De verklaringen van twee getuigen, die het voorval vanaf circa vijftig meter zagen gebeuren, werden gisteren door Hollander terzijde geschoven omdat deze volgens haar tegenstrijdig zijn en onvolledig.
Die getuigen zeggen geen nekklem te hebben gezien; zij menen dat S. schoot toen Saïd wilde weglopen. Een derde getuige bevestigt de versie van S. grotendeels, al heeft ook deze geen wurggreep gezien. Uit technisch onderzoek blijkt echter dat de kogels van zeer dichtbij zijn afgevuurd.
Politie-instructeur J. Stolk legde op verzoek van S. aan de rechtbank uit dat zo'n nekklem inderdaad snel tot bewusteloosheid kan leiden. ''De reflex is overleven.''
En criminoloog J. Timmer, gespecialiseerd in politiegeweld en uitgenodigd door de rechters, stelde dat S., door de aanval, geen tijd had te kiezen op welk deel van het lichaam hij zou schieten. ''Het schot moet er, naar je gevoel, zo snel mogelijk uit.''
S. heeft geen spijt. ''Het was hij of ik. Ik ben blij dat ik er nog ben.''
De familie van Saïd was niet op de zitting aanwezig.
Uitspraak 28 juli.
Jammer, Saïd was een goeie jongen..........