WhiteRose
02-07-2005, 16:23
Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) was een wees. Zij vader stierf voordat Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) werd geboren en zijn moeder stierf toen zij nog heel jong was. Dit is waarom Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) opgroeide bij zijn opa, Abdoel Moetallib. Later woonde hij bij zijn oom, Aboe Talib. Allebei hielden ze heel veel van Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) en allebei zorgden ze heel goed voor hem.
Toen hij groot werd en sterk genoeg om te werken zorgde Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) voor de schapen buiten de stad Mekkah. Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) was nog een jongen toen hij als schaapherder werkte. Later toen hij opgroeide tot een jongeman nam Mohammed's (sallallahoe aleihi wa salaam) oom Aboe Talib hem mee op handelsreizen. Veel mensen die in Mekkah woonden waren handelaars en zij gingen vaak op lange reizen. Met hun kamelen brachten ze veel goederen naar Mekkah. Dit was een hele goed en spannende ervaring voor Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) en toen hij later ouder was leidde hij zelf de handelsreizen.
In Mekkah woonde een rijke weduwe en haar naam was Khadidja. Zij nam Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) aan om handelsreizen voor haar te maken. Zij had daarin een hele goede keus gemaakt, want Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) was een hele eerlijke handelaar en ook heel succesvol. Later trouwden Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) en Khadidja met elkaar. Ze kregen kinderen en hadden een gelukkig en vredig leven in Mekkah.
De jaren gingen voorbij en Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) werd ouder en hij begon diep na te denken over een heleboel dingen. Ook al was Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) heel gelukkig met zijn gezin, er waren verschillende dingen die hem zorgen maakten. Hij ging vaak naar de bergen buiten Mekkah en in de grot Hira zat hij altijd alleen na te denken. Hij vroeg zich af hoe het kon, dat hij eerst een arme wees was en nu zo'n rijke man met een goede vrouw en lieve kinderen en toch was hij niet helemaal gelukkig. Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) wist heel goed wat hem dwars zat, namelijk wat er aan de hand was in Mekkah. De mensen daar wilden de arme mensen niet helpen. Ze wilden de wezen niet helpen en ook wilden ze niet voor de zieke mensen zorgen. Het enigste wat ze wel wilden was veel geld hebben en als ze dat hadden dan wilden ze nog meer! Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) maakte zich heel vele jaren zorgen over.
Toen hij veertig jaar oud was en hij op een dag in de grot bij de berg Hira was, zag hij een engel. Die engel was Djibriel en hij zei tegen Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) : 'Lees in de Naam van jouw Heer Die alles gemaakt heeft, Die de mens uit een bloedklonter heeft gemaakt.'
Toen hij groot werd en sterk genoeg om te werken zorgde Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) voor de schapen buiten de stad Mekkah. Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) was nog een jongen toen hij als schaapherder werkte. Later toen hij opgroeide tot een jongeman nam Mohammed's (sallallahoe aleihi wa salaam) oom Aboe Talib hem mee op handelsreizen. Veel mensen die in Mekkah woonden waren handelaars en zij gingen vaak op lange reizen. Met hun kamelen brachten ze veel goederen naar Mekkah. Dit was een hele goed en spannende ervaring voor Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) en toen hij later ouder was leidde hij zelf de handelsreizen.
In Mekkah woonde een rijke weduwe en haar naam was Khadidja. Zij nam Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) aan om handelsreizen voor haar te maken. Zij had daarin een hele goede keus gemaakt, want Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) was een hele eerlijke handelaar en ook heel succesvol. Later trouwden Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) en Khadidja met elkaar. Ze kregen kinderen en hadden een gelukkig en vredig leven in Mekkah.
De jaren gingen voorbij en Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) werd ouder en hij begon diep na te denken over een heleboel dingen. Ook al was Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) heel gelukkig met zijn gezin, er waren verschillende dingen die hem zorgen maakten. Hij ging vaak naar de bergen buiten Mekkah en in de grot Hira zat hij altijd alleen na te denken. Hij vroeg zich af hoe het kon, dat hij eerst een arme wees was en nu zo'n rijke man met een goede vrouw en lieve kinderen en toch was hij niet helemaal gelukkig. Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) wist heel goed wat hem dwars zat, namelijk wat er aan de hand was in Mekkah. De mensen daar wilden de arme mensen niet helpen. Ze wilden de wezen niet helpen en ook wilden ze niet voor de zieke mensen zorgen. Het enigste wat ze wel wilden was veel geld hebben en als ze dat hadden dan wilden ze nog meer! Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) maakte zich heel vele jaren zorgen over.
Toen hij veertig jaar oud was en hij op een dag in de grot bij de berg Hira was, zag hij een engel. Die engel was Djibriel en hij zei tegen Mohammed (sallallahoe aleihi wa salaam) : 'Lees in de Naam van jouw Heer Die alles gemaakt heeft, Die de mens uit een bloedklonter heeft gemaakt.'