Citaat door sssalima:als mijn moeder geen moslim zou zijn zou ik afstand nemen van me moeder maar wel met recpekt kijk een ongelovige zal nooit de paradijs binnentreden ......
Surah Al-Israa 17:54
"Jullie Heer kent jullie beter. Indien Hij wil, begenadigt Hij jullie; of, indien Hij wil, bestraft Hij jullie. En Wij hebben jou (O, Moehammad) niet als voogd tot hen gezonden"
Uitleg:
Het past niet bij gelovigen om op te scheppen en om te zeggen dat ze per definitie in het paradijs terecht zullen komen. Of om tegen andere personen of groep mensen te zeggen dat die tot het hellevuur zullen behoren. Want alleen Allah Ta'la heeft de bevoegdheid om te beslissen wie in paradijs komt of in het hellevuur komt. Hij is de enige die de mensen heel goed kent en de Enige die over zowel verborgen als onverborgen dingen weet, die nu en in de toekomst plaatsvinden. Hij is de enige die zal beslissen aan wie Hij Zijn Barmhartigheid toont en wie Hij bestraft.
Het enige dat een mens wel met zekerheid kan zeggen, om de leerstellingen van de Quraan te verkondigen, is aangeven welk type mensen de Barmhartigheid van Allan verdient en welk type mensen de bestraffing van Allah verdient. Niemand op deze aarde heeft het recht om te zeggen dat een bepaalde persoon gestraft of vergeven zal worden door Allah.
Vermoedelijk was deze uiting gedaan naar aanleiding van de voortdurende oppressie door de ongelovigen waaraan de Moslims onderworpen werden. Sommige Moslims zouden in de verleiding zijn gekomen om tegen hun meest wrede tegenstanders te zeggen dat ze tot het hellevuur gedoemd zouden zijn of dat Allah ta'la hen zou bestraffen voor hun gedrag.
De missie van een Boodschapper is slechts om mensen uit te nodigen tot het goede pad. Het lot van de mensen is niet in zijn handen, noch is hij geautoriseerd om een oordeel uit te spreken over de mensen of om te beslissen wie in het hellevuur zal komen of wie de Barmhartigheid van Allah Ta'la krijgt.
De hierbovengenoemde observatie kan absoluut niet impliceren dat de Profeet (s.a.w) zo een fout had en dat hij hierop werd aangesproken. Het belang van deze verklaring is, om als een waarschuwing te dienen voor moslims in het algemeen tegen het aannemen van zo een houding. Want zolang de Profeet (s.a.w) de autoriteit niet heeft om aan te geven wie het hellevuur verdient en wie de paradijs verdient, hoe is het dan mogelijk dat gewone moslims gerechtvaardigd zouden zijn om zulke beslissingen te maken.
[Uit "Towards Understanding the Quran" Vol. V by Abul Ala Mawdudi, (The Islamic Foundation, UK), p. 51-52]