RealBlood
25-01-2019, 00:43
Jou ipv jouw. (Ik zag jou vader gisteren.)
Ze ipv zijn (Ik heb ze fiets gestolen.)
"De" gebruiken om een bezittelijk voornaamwoord aan te duiden. (Mijn vader de auto is kapot.)
Me ipv mijn. (Jij hebt me boek gepakt.)
Er zijn er veel meer, maar dit zijn de meest frustrerende om te zien.
Ze ipv zijn (Ik heb ze fiets gestolen.)
"De" gebruiken om een bezittelijk voornaamwoord aan te duiden. (Mijn vader de auto is kapot.)
Me ipv mijn. (Jij hebt me boek gepakt.)
Er zijn er veel meer, maar dit zijn de meest frustrerende om te zien.