Aislin
05-03-2003, 00:24
'CHADOR-OORLOG' IN EUROPA
Met de regelmaat van een klok worden bij ons en in onze buurlanden verhitte discussies gevoerd over het dragen van een islamitische sluier of hoofddoek en of wij dat zomaar moeten gedogen. In Frankrijk en Duitsland is het alvast verboden op school. In Nederland mag het, net als in ons land. Hier wordt het dragen van een hoofddoek -na lang aanslepende rechtszaken- zelfs toegestaan op pasfoto's voor Belgische identiteitskaarten. De Turkse vrouw uit Wezet die dit zopas nog eens kon afdwingen bij de rechtbank heeft naar verluidt een dubbel staatsburgerschap. Dat betekent in de praktijk dat zij op haar Belgische identiteitskaart een hoofddoek mag dragen en op haar Turkse paspoort niet ...
Is het fenomeen van de oprukkende sjaaltjes het uitdagende symbool van een imperialistische islam of het tragische symbool van onze eenzijdige westerse 'verdraagzaamheid'? Of maken wij ons druk om een onschuldig lapje textiel?
Sluiers en sjaaltjes
De term "sluier" wordt meestal zeer slordig gebruikt. Soms bedoelt men een gewoon sjaaltje of hoofddoekje dat alleen de haren bedekt, soms de hidjaab die ook de hals en de schouders aan het oog onttrekt, en soms de verschillende varianten van echte sluiers die als maskers heel het gezicht verbergen. In Saoudi-Arabië hebben de lange, vormeloze kolenzakjurken een kap die slechts een smalle buisvormige opening voor het gezicht vrijlaat, zodat de vrouw door die koker net genoeg kan zien om niet te struikelen of nergens tegen aan te botsen. Door het beperkte zijdelingse gezichtsveld worden vrouwen wel zeer dikwijls het slachtoffer van aanrijdingen. In Pakistan en Afghanistan gebruikt met burqa's met kleine venstertjes van halfdoorzichtig gaas voor de ogen, en in andere landen laten sluiers alleen een kleine kijkspleet voor de ogen vrij. De hoofddoek en de hidjaab zijn dus geen echte sluiers.
Ongelukkig symbool
Saoudische vrouwen moeten in het openbaar niet alleen een hoofddoek dragen, ze moeten volledig gesluierd zijn en heel hun lichaam moet schuilgaan onder vormeloze zwarte gewaden. Egyptische vrouwen genieten een veel grotere vrijheid in de keuze van hun kleding. De meeste Egyptische vrouwen dragen geen sluiers, en velen kleden zich tamelijk westers, vooral in de steden. Wie zich blindstaart op uiterlijke criteria zou denken dat Egyptische vrouwen veel vrijer en geëmancipeerder zijn dan hun Saoudische zusters. Maar dat is slechts gedeeltelijk waar: de meeste Egyptische meisjes worden besneden. Onder de elegante westerse mantelpakjes gaan seksueel verminkte lichamen schuil. Terwijl vrouwenbesnijdenis in Saoudi-Arabië vrijwel nooit voorkomt. En volgens de alawieten - een islamitische sekte in Syrië, waartoe ook de presidentiële familie behoort - moeten vrouwen ook geen sluiers dragen. Dat is al evenmin een bewijs van progressiviteit of emancipatie, want volgens diezelfde alawieten hebben vrouwen geen ziel ...
Het is dus niet helemaal logisch dat de sluier en de hidjaab door vriend en vijand worden beschouwd als de ultieme symbolen van de onderdrukking van de islamitische vrouw. Maar symbolen ontlenen hun kracht nu eenmaal niet aan logica. Zelfs symbolen die naar objectieve criteria gemeten verkeerd gekozen zijn, kunnen een verschrikkelijke psychologische lading krijgen. Dat is zeker gebeurd met de hidjaab. Het dragen van een rood, zwart of bruin hemd was in de jaren dertig ook geen kwestie van esthetica of vestimentaire voorkeur. Het was een ondubbelzinnige politieke beginselverklaring, en een vergissing kon dodelijke gevolgen hebben. Zo is ook de hidjaab niet slechts een vestimentair onderdeel of zelfs maar een uiting van zedigheid, zoals de sjaaltjes van onze boerinnen vroeger. Het is een politiek-religieuze beginselverklaring. Tijdens een moslimconferentie in Genk werd dit enige jaren geleden bijzonder duidelijk verwoord door Kalim Siddiqui, de stichter van het Britse moslimparlement: "Een vrouw die de hidjaab draagt, draagt de vlag van de islam. Het is de hoofddoek die de maat aangeeft voor het verschil tussen de islam en het westen. De moslimvrouw zegt openlijk en uitdagend dat de westerse beschaving onaanvaardbaar voor ons is, dat ze een ziekte is, een pest voor de mensheid, en dat alleen de islam de mens waardigheid kan geven."
Dank zij de dood van haar zuster was Nabela Benaïssa in één klap een nationale beroemdheid geworden. Zij had daardoor een forum gekregen in de media. Als zij die kans had aangegrepen om de wantoestanden aan te klagen bij de justitie, de politiediensten en de gerechtspsychiatrie zou zij bij vriend en vijand respect hebben afgedwongen. En in een eerste fase deed zij dat ook. Maar daarna ging zij één noodlottige stap verder. In haar boek 'In naam van mijn zus' maakte zij schaamteloos misbruik van haar de facto diplomatieke onschendbaarheid en van het lijden van haar zusje om haar fundamentalistische islamitische ideologie te verkondigen. De uittreksels in de pers spraken daarbij boekdelen. Het opvallendst daarbij was haar lofzang op de sluier: "De sluier is als de bloem die gaat bloeien nadat je het land hebt bewerkt, geduldig hebt gewacht op wat zichtbaar is."
Een vrouwenprobleem?
Als men echt gelooft dat het aantal echtscheidingen, verkrachtingen of lustmoorden kan teruggedrongen worden door alle vrouwen een hoofddoek en lange jurken met lange mouwen te laten dragen, dan zou men die remedie zeker moeten overwegen. Vergeleken met de reusachtige winst in termen van mensenlevens die gered worden en menselijk lijden dat voorkomen wordt, zouden die kledijvoorschriften slechts een kleine beperking van de vrijheid zijn. Vele fatsoenlijke en goedmenende moslims redeneren op die manier. Zij denken niet in dezelfde oorlogszuchtige termen als Kalim Siddiqui. Maar zij maken wel een andere typisch islamitische - of typisch mannelijke?- denkfout: zij geloven dat verkrachting en seksueel geweld het gevolg zijn van iets wat vrouwen hebben gedaan of nagelaten. Terwijl het natuurlijk duidelijk is dat de schuldigen in dit geval altijd mannen zijn. Verkrachting is een gevolg van het gebrek aan beschaving bij mannen. Alle kledijvoorschriften en alle sluiers van de wereld zullen daaraan niets veranderen. Voor de westerse lezer is dat misschien vanzelfsprekend, maar voor vele moslims is die gedachte verwarrend en vreemd, en dat verklaart hun obsessie voor sluiers, hoofddoeken en lange gewaden. Het idee dat individuele of maatschappelijke problemen inzake seksualiteit niet alleen door vrouwen veroorzaakt worden, maar ook door mannen, heeft in hun cultuur nog geen wortel geschoten. In zekere mate geldt dat ook voor hun beoordeling van verschijnselen als echtscheiding, prostitutie, pornografie, buitenechtelijke geboorten en tienerzwangerschappen. In de islamitische visie worden die problemen alleen veroorzaakt door vrouwen, en zijn mannen er de onschuldige passieve slachtoffers van. In werkelijkheid wijzen pornografie en prostitutie natuurlijk in de eerste plaats op problemen bij de seksualiteitsbeleving van mannen, niet van vrouwen. Bij overspel en echtscheiding zijn er natuurlijk gemiddeld evenveel schuldige mannen als vrouwen. Maar in het islamitische wereldbeeld passen zulke overwegingen niet. Men verwaarloost de innerlijke beschaving - bij de opvoeding van jongens nog meer dan bij die van meisjes - en men spitst zich met een obsessieve verbetenheid toe op materiële uiterlijkheden: sluiers, hoofddoeken en kolenzakjurken. Alle nuances en relativeren gaan daarbij verloren. Als men in Arabische kranten verontwaardigde discussies leest over "naakte" vrouwen op een strand, dan gaat dat niet over nudisten of exhibitionisten, maar over vrouwen die aan het strand geen sluier dragen ... "Ongesluierd" is voor vele islamitische mannen ongeveer hetzelfde als "spiernaakt".
Moordende fixatie
Hoe moordend die obsessie voor kledijvoorschriften kan zijn, bleek op 11 maart 2002 bij een brand in een Saoudisch internaat voor meisjes: de leerlingetjes die uit het brandende gebouw wilden vluchten werden door bewakers van de mutawa'een, de religieuze politie, met knuppels geslagen en terug in de school gejaagd omdat zij niet volgens de islamitische voorschriften gekleed waren. Daarna probeerde de religieuze politie zelfs de hulpdiensten en de brandweermannen te beletten het gebouw binnen te gaan. Dat waren immers mannen, en de ongesluierde meisjes mochten niet aan hun blikken blootgesteld worden. In de waanzinnige logica van de mutawa'een konden zij nog beter levend verbranden ... Veertien meisjes kwamen om door verstikking achter een buitendeur die door de mutawa'een was afgesloten. In een normaal land zou er bij een identieke brand in een identiek schoolgebouw waarschijnlijk niet één dodelijk slachtoffer zijn gevallen.
In Iran worden vrouwen gearresteerd en gegeseld omdat hun hidjaab niet zorgvuldig is vastgemaakt, zodat er enkele haarlokken zichtbaar zijn. Tot welke ziekelijke kronkelredeneringen de fixatie op de hidjaab kan leiden blijkt uit het beroemde citaat: "Het is de plicht van vrouwen om hun hoofd te bedekken, omdat het haar van vrouwen vibraties uitstraalt die mannen opwinden, misleiden en corrumperen" En dit komt niet van een onontwikkelde fanaticus, maar van de beroemde ayatollah Rafsanjani.
Met de regelmaat van een klok worden bij ons en in onze buurlanden verhitte discussies gevoerd over het dragen van een islamitische sluier of hoofddoek en of wij dat zomaar moeten gedogen. In Frankrijk en Duitsland is het alvast verboden op school. In Nederland mag het, net als in ons land. Hier wordt het dragen van een hoofddoek -na lang aanslepende rechtszaken- zelfs toegestaan op pasfoto's voor Belgische identiteitskaarten. De Turkse vrouw uit Wezet die dit zopas nog eens kon afdwingen bij de rechtbank heeft naar verluidt een dubbel staatsburgerschap. Dat betekent in de praktijk dat zij op haar Belgische identiteitskaart een hoofddoek mag dragen en op haar Turkse paspoort niet ...
Is het fenomeen van de oprukkende sjaaltjes het uitdagende symbool van een imperialistische islam of het tragische symbool van onze eenzijdige westerse 'verdraagzaamheid'? Of maken wij ons druk om een onschuldig lapje textiel?
Sluiers en sjaaltjes
De term "sluier" wordt meestal zeer slordig gebruikt. Soms bedoelt men een gewoon sjaaltje of hoofddoekje dat alleen de haren bedekt, soms de hidjaab die ook de hals en de schouders aan het oog onttrekt, en soms de verschillende varianten van echte sluiers die als maskers heel het gezicht verbergen. In Saoudi-Arabië hebben de lange, vormeloze kolenzakjurken een kap die slechts een smalle buisvormige opening voor het gezicht vrijlaat, zodat de vrouw door die koker net genoeg kan zien om niet te struikelen of nergens tegen aan te botsen. Door het beperkte zijdelingse gezichtsveld worden vrouwen wel zeer dikwijls het slachtoffer van aanrijdingen. In Pakistan en Afghanistan gebruikt met burqa's met kleine venstertjes van halfdoorzichtig gaas voor de ogen, en in andere landen laten sluiers alleen een kleine kijkspleet voor de ogen vrij. De hoofddoek en de hidjaab zijn dus geen echte sluiers.
Ongelukkig symbool
Saoudische vrouwen moeten in het openbaar niet alleen een hoofddoek dragen, ze moeten volledig gesluierd zijn en heel hun lichaam moet schuilgaan onder vormeloze zwarte gewaden. Egyptische vrouwen genieten een veel grotere vrijheid in de keuze van hun kleding. De meeste Egyptische vrouwen dragen geen sluiers, en velen kleden zich tamelijk westers, vooral in de steden. Wie zich blindstaart op uiterlijke criteria zou denken dat Egyptische vrouwen veel vrijer en geëmancipeerder zijn dan hun Saoudische zusters. Maar dat is slechts gedeeltelijk waar: de meeste Egyptische meisjes worden besneden. Onder de elegante westerse mantelpakjes gaan seksueel verminkte lichamen schuil. Terwijl vrouwenbesnijdenis in Saoudi-Arabië vrijwel nooit voorkomt. En volgens de alawieten - een islamitische sekte in Syrië, waartoe ook de presidentiële familie behoort - moeten vrouwen ook geen sluiers dragen. Dat is al evenmin een bewijs van progressiviteit of emancipatie, want volgens diezelfde alawieten hebben vrouwen geen ziel ...
Het is dus niet helemaal logisch dat de sluier en de hidjaab door vriend en vijand worden beschouwd als de ultieme symbolen van de onderdrukking van de islamitische vrouw. Maar symbolen ontlenen hun kracht nu eenmaal niet aan logica. Zelfs symbolen die naar objectieve criteria gemeten verkeerd gekozen zijn, kunnen een verschrikkelijke psychologische lading krijgen. Dat is zeker gebeurd met de hidjaab. Het dragen van een rood, zwart of bruin hemd was in de jaren dertig ook geen kwestie van esthetica of vestimentaire voorkeur. Het was een ondubbelzinnige politieke beginselverklaring, en een vergissing kon dodelijke gevolgen hebben. Zo is ook de hidjaab niet slechts een vestimentair onderdeel of zelfs maar een uiting van zedigheid, zoals de sjaaltjes van onze boerinnen vroeger. Het is een politiek-religieuze beginselverklaring. Tijdens een moslimconferentie in Genk werd dit enige jaren geleden bijzonder duidelijk verwoord door Kalim Siddiqui, de stichter van het Britse moslimparlement: "Een vrouw die de hidjaab draagt, draagt de vlag van de islam. Het is de hoofddoek die de maat aangeeft voor het verschil tussen de islam en het westen. De moslimvrouw zegt openlijk en uitdagend dat de westerse beschaving onaanvaardbaar voor ons is, dat ze een ziekte is, een pest voor de mensheid, en dat alleen de islam de mens waardigheid kan geven."
Dank zij de dood van haar zuster was Nabela Benaïssa in één klap een nationale beroemdheid geworden. Zij had daardoor een forum gekregen in de media. Als zij die kans had aangegrepen om de wantoestanden aan te klagen bij de justitie, de politiediensten en de gerechtspsychiatrie zou zij bij vriend en vijand respect hebben afgedwongen. En in een eerste fase deed zij dat ook. Maar daarna ging zij één noodlottige stap verder. In haar boek 'In naam van mijn zus' maakte zij schaamteloos misbruik van haar de facto diplomatieke onschendbaarheid en van het lijden van haar zusje om haar fundamentalistische islamitische ideologie te verkondigen. De uittreksels in de pers spraken daarbij boekdelen. Het opvallendst daarbij was haar lofzang op de sluier: "De sluier is als de bloem die gaat bloeien nadat je het land hebt bewerkt, geduldig hebt gewacht op wat zichtbaar is."
Een vrouwenprobleem?
Als men echt gelooft dat het aantal echtscheidingen, verkrachtingen of lustmoorden kan teruggedrongen worden door alle vrouwen een hoofddoek en lange jurken met lange mouwen te laten dragen, dan zou men die remedie zeker moeten overwegen. Vergeleken met de reusachtige winst in termen van mensenlevens die gered worden en menselijk lijden dat voorkomen wordt, zouden die kledijvoorschriften slechts een kleine beperking van de vrijheid zijn. Vele fatsoenlijke en goedmenende moslims redeneren op die manier. Zij denken niet in dezelfde oorlogszuchtige termen als Kalim Siddiqui. Maar zij maken wel een andere typisch islamitische - of typisch mannelijke?- denkfout: zij geloven dat verkrachting en seksueel geweld het gevolg zijn van iets wat vrouwen hebben gedaan of nagelaten. Terwijl het natuurlijk duidelijk is dat de schuldigen in dit geval altijd mannen zijn. Verkrachting is een gevolg van het gebrek aan beschaving bij mannen. Alle kledijvoorschriften en alle sluiers van de wereld zullen daaraan niets veranderen. Voor de westerse lezer is dat misschien vanzelfsprekend, maar voor vele moslims is die gedachte verwarrend en vreemd, en dat verklaart hun obsessie voor sluiers, hoofddoeken en lange gewaden. Het idee dat individuele of maatschappelijke problemen inzake seksualiteit niet alleen door vrouwen veroorzaakt worden, maar ook door mannen, heeft in hun cultuur nog geen wortel geschoten. In zekere mate geldt dat ook voor hun beoordeling van verschijnselen als echtscheiding, prostitutie, pornografie, buitenechtelijke geboorten en tienerzwangerschappen. In de islamitische visie worden die problemen alleen veroorzaakt door vrouwen, en zijn mannen er de onschuldige passieve slachtoffers van. In werkelijkheid wijzen pornografie en prostitutie natuurlijk in de eerste plaats op problemen bij de seksualiteitsbeleving van mannen, niet van vrouwen. Bij overspel en echtscheiding zijn er natuurlijk gemiddeld evenveel schuldige mannen als vrouwen. Maar in het islamitische wereldbeeld passen zulke overwegingen niet. Men verwaarloost de innerlijke beschaving - bij de opvoeding van jongens nog meer dan bij die van meisjes - en men spitst zich met een obsessieve verbetenheid toe op materiële uiterlijkheden: sluiers, hoofddoeken en kolenzakjurken. Alle nuances en relativeren gaan daarbij verloren. Als men in Arabische kranten verontwaardigde discussies leest over "naakte" vrouwen op een strand, dan gaat dat niet over nudisten of exhibitionisten, maar over vrouwen die aan het strand geen sluier dragen ... "Ongesluierd" is voor vele islamitische mannen ongeveer hetzelfde als "spiernaakt".
Moordende fixatie
Hoe moordend die obsessie voor kledijvoorschriften kan zijn, bleek op 11 maart 2002 bij een brand in een Saoudisch internaat voor meisjes: de leerlingetjes die uit het brandende gebouw wilden vluchten werden door bewakers van de mutawa'een, de religieuze politie, met knuppels geslagen en terug in de school gejaagd omdat zij niet volgens de islamitische voorschriften gekleed waren. Daarna probeerde de religieuze politie zelfs de hulpdiensten en de brandweermannen te beletten het gebouw binnen te gaan. Dat waren immers mannen, en de ongesluierde meisjes mochten niet aan hun blikken blootgesteld worden. In de waanzinnige logica van de mutawa'een konden zij nog beter levend verbranden ... Veertien meisjes kwamen om door verstikking achter een buitendeur die door de mutawa'een was afgesloten. In een normaal land zou er bij een identieke brand in een identiek schoolgebouw waarschijnlijk niet één dodelijk slachtoffer zijn gevallen.
In Iran worden vrouwen gearresteerd en gegeseld omdat hun hidjaab niet zorgvuldig is vastgemaakt, zodat er enkele haarlokken zichtbaar zijn. Tot welke ziekelijke kronkelredeneringen de fixatie op de hidjaab kan leiden blijkt uit het beroemde citaat: "Het is de plicht van vrouwen om hun hoofd te bedekken, omdat het haar van vrouwen vibraties uitstraalt die mannen opwinden, misleiden en corrumperen" En dit komt niet van een onontwikkelde fanaticus, maar van de beroemde ayatollah Rafsanjani.