-Versace.
09-05-2018, 20:48
In Nederland wonen ongeveer dertigduizend Marokkanen van de eerste generatie. Ze praten liever met een Nederlander dan met een landgenoot, zegt onderzoeker F....
Marokkanen van de eerste generatie hebben in Nederland opvallend weinig contact met elkaar. Ze onderhouden in de eerste plaats banden met familie in de geboortedorpen. Met familie of plaatsgenoten in Nederland is veel minder contact.
Dit blijkt uit een onderzoek van godsdienstpsycholoog F. Kemper naar religie en welbevinden van eerste generatie Marokkanen. Kemper promoveert vandaag aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op zijn onderzoek, getiteld Religiositeit, etniciteit en welbevinden.
De Marokkanen van de eerste generatie, zo constateert de promovendus, voelen zich in de eerste plaats Marokkaan. Maar van gemeenschapszin is geen sprake. Ze gaan trouw naar de moskee, maar die fungeert vooral als gebedshuis en veel minder als sociale ontmoetingsplaats. Ondanks hun moskeebezoek zijn deze Marokkanen nauwelijks op de hoogte van de elementaire geloofsleer van de islam.
Kemper heeft er geen echte verklaring voor, maar constateert dat Marokkanen van de eerste generatie de onderlinge contacten tot het minimum beperken. 'Ze bemoeien zich liever met niemand, dan krijgen ze ook geen problemen.
'Deze Marokkanen, merendeels werkloos, vinden contacten met mensen uit het herkomstland niet zo prettig. Ze bellen met de familie thuis en reizen minstens eens per twee jaar naar Marokko. Maar op de man af gevraagd, leven ze liever in een wijk met Nederlanders. Tot hun spijt verlaten die juist de wijken waarin Marokkanen wonen.'
- Is de islam, de moskee, dan geen verbindende factor?
'Deze groep Marokkanen heeft nauwelijks kennis van de geloofsleer van de islam. Ze vinden het prima dat ze in Nederland de ruimte hebben om hun geloof te beleven in de moskeeën. De eerste generatie Marokkanen, naar schatting dertigduizend man, tracht zin te geven aan hun leven door meer te bidden en vaker te vasten. Minder dan de helft van de eerste generatie Marokkanen ontmoet vrienden bij de moskee, of heeft contact met het moskeebestuur. Daarnaast zijn de moskeeën erg naar binnen gericht. De sociale toevluchtsfunctie van moskeeën moet je niet te rooskleurig schilderen.'
- Richten zij zich uit wanhoop niet op fundamentalisten, die een oplossing beloven voor hun problemen als maar overal de islam wordt ingevoerd?
'Dat interesseert ze nauwelijks. Ze zijn niet met fundamentalisme bezig. Het fundamentalisme heeft hun ook weinig te bieden. Ze vinden het leven hier goed verenigbaar met de voorschriften van de islam. Deze eerste generatie participeert niet maar ze is, ondanks het sociale isolement, redelijk op de Nederlandse samenleving gericht.
'Iets meer dan de helft van hen spreekt redelijk tot goed Nederlands, tweederde volgt het nieuws op de Nederlandse televisie. Met andere woorden: voor zover ze zich met politiek inlaten, zien ze ook wel dat een fundamentalistische islam in Nederland niet reëel is. Wat zouden ze er beter van worden?
'Verder heeft de eerste generatie nog steeds de touwtjes in handen in de moskeebesturen. Het organisatorisch vermogen van die besturen is vaak dramatisch slecht. Het is veel ruzie en nog eens ruzie. Er is geen gemeenschapsgevoel of gevoel voor solidariteit. De moskeeën zijn onderling niet of nauwelijks georganiseerd. Voor fundamentalisten, die goede organisatie op prijs stellen, is daar geen enkele eer aan te behalen.'
- De eerste generatie lijkt afgeschreven. Werk is het sleutelwoord voor integratie, en ze zijn bijna allemaal werkloos. Wat is er misgegaan? Had de eerste generatie desnoods tot integratie gedwongen moeten worden?
'Pas in 1989 gaf de overheid officieel toe dat de Marokkaanse gastarbeiders zouden blijven. Het uitgangspunt was tot dan toe dat ze terug zouden keren. Ook bij Marokkanen zelf. Met de massale werkloosheid is het misgegaan. Toen verloren ze het contact met de Nederlandse samenleving. Verder hebben ze niet overzien wat het betekent om je gezin naar Nederland te halen.'
- Dat had niet gemoeten?
'Dat zeg ik niet. Vrouw en kinderen komen over en plotseling is de boer uit een dorpje in de bergen verantwoordelijk voor de opvoeding van zijn kinderen, in een maatschappij waarbij hij maar zijdelings is betrokken omdat hij toch weer weg zou gaan.
'Dus hij roeit met de riemen die hij heeft. Hij bidt veel en speelt de vaderrol die hij in een klein dorpje met een grote sociale controle zou spelen. Dat is niet genoeg gebleken. Maar dat kun je de mensen niet kwalijk nemen. De ouders zijn niet bij machte hun kinderen op te voeden. Hun opvoedkundige bagage past bij het leven in een Rif-dorpje, dertig jaar geleden.'
- Waarom lukt de integratie van deze generatie maar niet?
'Omdat alle maatschappelijke bindingen weg zijn. Ze hebben geen contact meer met hun vroegere collega's, want ze zijn werkloos. Ze hebben weinig contact met mede-Marokkanen, behalve als ze hulp nodig hebben. Het enige dat rest, is de moskee. Maar veel Marokkanen vertrekken meteen na het gebed, omdat ze bang zijn voor ruzies. De Marokkaanse gemeenschap is niet erg hecht en er is geen kader.
'Tot mijn verbazing vindt slechts een derde van de eerste generatie Marokkanen dat hun leven geen voorland kan zijn voor hun kinderen. Ze willen dat hun kinderen een beter leven hebben dan zijzelf. Als een zoon de lts haalt, vindt een analfabete vader dat prachtig. De rest laat hij aan God over.'
http://https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/godsdienstpsycholoog-onderzocht-welbevinden-eerste-generatie-gastarbeiders-uit-marokkookkaanse-gemeenschap-is-niet-hecht-~b16d5af9/
Marokkanen van de eerste generatie hebben in Nederland opvallend weinig contact met elkaar. Ze onderhouden in de eerste plaats banden met familie in de geboortedorpen. Met familie of plaatsgenoten in Nederland is veel minder contact.
Dit blijkt uit een onderzoek van godsdienstpsycholoog F. Kemper naar religie en welbevinden van eerste generatie Marokkanen. Kemper promoveert vandaag aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op zijn onderzoek, getiteld Religiositeit, etniciteit en welbevinden.
De Marokkanen van de eerste generatie, zo constateert de promovendus, voelen zich in de eerste plaats Marokkaan. Maar van gemeenschapszin is geen sprake. Ze gaan trouw naar de moskee, maar die fungeert vooral als gebedshuis en veel minder als sociale ontmoetingsplaats. Ondanks hun moskeebezoek zijn deze Marokkanen nauwelijks op de hoogte van de elementaire geloofsleer van de islam.
Kemper heeft er geen echte verklaring voor, maar constateert dat Marokkanen van de eerste generatie de onderlinge contacten tot het minimum beperken. 'Ze bemoeien zich liever met niemand, dan krijgen ze ook geen problemen.
'Deze Marokkanen, merendeels werkloos, vinden contacten met mensen uit het herkomstland niet zo prettig. Ze bellen met de familie thuis en reizen minstens eens per twee jaar naar Marokko. Maar op de man af gevraagd, leven ze liever in een wijk met Nederlanders. Tot hun spijt verlaten die juist de wijken waarin Marokkanen wonen.'
- Is de islam, de moskee, dan geen verbindende factor?
'Deze groep Marokkanen heeft nauwelijks kennis van de geloofsleer van de islam. Ze vinden het prima dat ze in Nederland de ruimte hebben om hun geloof te beleven in de moskeeën. De eerste generatie Marokkanen, naar schatting dertigduizend man, tracht zin te geven aan hun leven door meer te bidden en vaker te vasten. Minder dan de helft van de eerste generatie Marokkanen ontmoet vrienden bij de moskee, of heeft contact met het moskeebestuur. Daarnaast zijn de moskeeën erg naar binnen gericht. De sociale toevluchtsfunctie van moskeeën moet je niet te rooskleurig schilderen.'
- Richten zij zich uit wanhoop niet op fundamentalisten, die een oplossing beloven voor hun problemen als maar overal de islam wordt ingevoerd?
'Dat interesseert ze nauwelijks. Ze zijn niet met fundamentalisme bezig. Het fundamentalisme heeft hun ook weinig te bieden. Ze vinden het leven hier goed verenigbaar met de voorschriften van de islam. Deze eerste generatie participeert niet maar ze is, ondanks het sociale isolement, redelijk op de Nederlandse samenleving gericht.
'Iets meer dan de helft van hen spreekt redelijk tot goed Nederlands, tweederde volgt het nieuws op de Nederlandse televisie. Met andere woorden: voor zover ze zich met politiek inlaten, zien ze ook wel dat een fundamentalistische islam in Nederland niet reëel is. Wat zouden ze er beter van worden?
'Verder heeft de eerste generatie nog steeds de touwtjes in handen in de moskeebesturen. Het organisatorisch vermogen van die besturen is vaak dramatisch slecht. Het is veel ruzie en nog eens ruzie. Er is geen gemeenschapsgevoel of gevoel voor solidariteit. De moskeeën zijn onderling niet of nauwelijks georganiseerd. Voor fundamentalisten, die goede organisatie op prijs stellen, is daar geen enkele eer aan te behalen.'
- De eerste generatie lijkt afgeschreven. Werk is het sleutelwoord voor integratie, en ze zijn bijna allemaal werkloos. Wat is er misgegaan? Had de eerste generatie desnoods tot integratie gedwongen moeten worden?
'Pas in 1989 gaf de overheid officieel toe dat de Marokkaanse gastarbeiders zouden blijven. Het uitgangspunt was tot dan toe dat ze terug zouden keren. Ook bij Marokkanen zelf. Met de massale werkloosheid is het misgegaan. Toen verloren ze het contact met de Nederlandse samenleving. Verder hebben ze niet overzien wat het betekent om je gezin naar Nederland te halen.'
- Dat had niet gemoeten?
'Dat zeg ik niet. Vrouw en kinderen komen over en plotseling is de boer uit een dorpje in de bergen verantwoordelijk voor de opvoeding van zijn kinderen, in een maatschappij waarbij hij maar zijdelings is betrokken omdat hij toch weer weg zou gaan.
'Dus hij roeit met de riemen die hij heeft. Hij bidt veel en speelt de vaderrol die hij in een klein dorpje met een grote sociale controle zou spelen. Dat is niet genoeg gebleken. Maar dat kun je de mensen niet kwalijk nemen. De ouders zijn niet bij machte hun kinderen op te voeden. Hun opvoedkundige bagage past bij het leven in een Rif-dorpje, dertig jaar geleden.'
- Waarom lukt de integratie van deze generatie maar niet?
'Omdat alle maatschappelijke bindingen weg zijn. Ze hebben geen contact meer met hun vroegere collega's, want ze zijn werkloos. Ze hebben weinig contact met mede-Marokkanen, behalve als ze hulp nodig hebben. Het enige dat rest, is de moskee. Maar veel Marokkanen vertrekken meteen na het gebed, omdat ze bang zijn voor ruzies. De Marokkaanse gemeenschap is niet erg hecht en er is geen kader.
'Tot mijn verbazing vindt slechts een derde van de eerste generatie Marokkanen dat hun leven geen voorland kan zijn voor hun kinderen. Ze willen dat hun kinderen een beter leven hebben dan zijzelf. Als een zoon de lts haalt, vindt een analfabete vader dat prachtig. De rest laat hij aan God over.'
http://https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/godsdienstpsycholoog-onderzocht-welbevinden-eerste-generatie-gastarbeiders-uit-marokkookkaanse-gemeenschap-is-niet-hecht-~b16d5af9/