Bekijk volle/desktop versie : Tafsier van surati'l Fatiha



10-05-2005, 23:18



(Nederlandse uitleg):

1. In naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.

2. Alle lof zij Allah, de Heer der `Aalamien' (mensheid, djiens en alles wat bestaat).

3. De Erbarmer de Meest Barmhartige.

4. Heerser van de Dag der Vergelding (de Dag van het Laatste Oordeels).

5. (O onze Heer!) U (alleen) aanbidden wij en U (alleen) smeken wij om hulp.

6. Leid ons op het rechte pad (de Islaam).

7. Het pad van dergenen, aan wie U Uw gunsten hebt geschonken - niet (de weg) van degenen, op wie Uw toorn rust (zoals de joden), noch degenen die dwalen (zoals de christenen) ons op het rechte pad.


INLEIDING.

Van Abu Sa`id bin Al-Mu`all overgeleverd: Terwijl ik (in de moskee) de salaat verrichtte riep de Nabiyya (Profeet) (s.a.s.) mij, maar ik gaf hem geen antwoord. (Nadat ik mijn salaat voltooid had ging ik naar hem toe). Ik antwoordde: 'O, Rasoel'lullaah (sas) ik deed salaat'.

Hij zei: 'Heeft Allaah niet gezegd: (Nederlandse betekenis) 'Antwoord Allaah (door Hem te gehoorzamen) en Zijn Rasoel (Gezant) wanneer hij jullie oproept...'(8:24) (M.a.w. toen ik je riep had je je salaat moeten verbreken en naar mij moeten luisteren).

Vervolgens zei hij tegen mij: 'Let op, voordat je de moskee verlaat, ik zal je een soera (hoofdstuk uit de Qur'aan) leren die de grootste soera is in de Qur'aan'.

En hij hield mijn hand vast. Toen hij (de moskee) wilde verlaten zei ik tegen hem: 'O, Rasoelolah zei u niet tegen mij, 'Ik zal jou een soera leren die de grootste soera in de Qur'aan is?'.

Hij zei: 'Al-Hamdu-Lillaahi Rabbil-`Aalamien (Lof aan Allaah de Heer der wereldwezens). Deze soera is de "as-Sab`u'l-Mathaanie (zeven maal herhaalde verzen) en de Grote Qur'aan die aan mij is gegeven' (Kutub'us Sitta)

Van Abie Hurayra (r.a.): Ik heb van de Nabie (Profeet) (s.a.s.) gehoord dat hij het volgende zei:

'Allaahu Ta`alaa (Verhevene) heeft gezegd: 'Ik verdeel de salaat (Soerat Al-Fatiha) in tweeen tussen Mij en Mijn dienaar, (want in deze soera) vraagt Mijn dienenaar iets van Mij.

Als de dienaar:..., zegt, dan zegt Allaahu Ta`alaa: Mijn dienaar heeft mij lofgeprijsd.

Als de dienaar:..., zegt, dan zegt (Allaahu Ta`alaa): Mijn dienaar heeft mij verheven. En een ander keer: Mijn dienaar heeft zijn zaken aan Mij toevertrouwd.

Als de dienaar: ... zegt, dan zegt (Allaahu Ta`alaa): dit is iets dat tussen Mij en Mijn dienaar is, wat hij vraagt zal er zijn.

Als de dienaar: ... zegt, dan zegt (Allaahu Ta`alaa): dit is voor Mijn dienaar, wat hij vraagt zal er zijn.' (Moeslim, Aboe Daawoed, Ibni Maadja en Nasaie)




UITLEG:

'De openende' wordt door de christelijke orientalisten soms wel vergeleken met het 'Gebed des Heren ' of' Onze Vader'. De zeven verzen ervan zijn de vaakst herhaalde verzen van de Qur'aan en het introduceert enkele van de meest gebruikte benamingen van Allaahu Ta`ala.

'Alle lof zij Allaah'...: het hier voorkomend bepalend lidwoord geeft, deze uitspraak een categorisch karakter: als de Bron van alles wat er is, komt uiteindelijk alleen Allaahu Ta`ala lof toe. Lof is een aspect van dankbaarheid, de helft van het 'rechte pad' tot Allaahu Ta`ala vormt.

'de Heer der `Aalamien' (mensheid, djiens en alles wat bestaat).

...:het woord voor 'Heer' is afgeleid van de wortel R-B-B, waarvan het stamwerkwoord meester zijn, heer zijn, in het bezit zijn van, beheersen, bevel of gezag hebben over betekent. Het woord voor `aalamien', dat in de bepalende meervoudsvorm heelal of kosmos betekent, is aflomstig van dezelfde wortel als 'kennis' en 'onderscheidingsteken' (`A-L-M. Het idee is dat er verschillende werelden zijn: de wereld van het mensenvolk, de wereld van het engelenvolk, en de wereld van het demonenvolk (de djinn). Van al deze werelden, en de wezens die in die werelden leven, is Allaah de Heer. Op tal van plaatsen (bijv. Qur'aan 3:42) kan het meervoud 'alamien gezien de context niet anders betekenen dan 'schepselen'. Vandaar dat veel vertalers, ook Kramers, gekozen hebben voor 'wereldwezens', 'wereldbewoners' e.d.

'De Erbarmer, de meest Barmhartige'...: deze namen van Allaahu Ta`ala zijn versterkende afleidingen van de wortel R-H-M, die erbarmen en barmhartigheid aanduidt. Alle andere eigenschappen van Allaahu Ta`ala zijn inherent aan deze twee namen en daarom worden ze als eerste in de Qur'aan vermeld. De algemene 'erbarmen' van Allaahu Ta`ala is de reden waarom alles (levende, levenloze en muslims en niet-muslims) bestaat; de bijzondere 'barmhartigheid' van Allaahu Ta`ala is voor de muslims alleen op de Dag des Oordeels.

'Leid ons op het rechte pad'...:

Leiding kan op twee manieren:

a) Taufieq: leiding dat geheel van Allaah komt, d.w.z. Allaah opent iemands hart om de Waarheid (van het ongeloof (kufr) naar het geloof (iemaan) te ontvangen.

b) Irshaad: leiding d.m.v. de prediking van R.. en de rechtgeleidde en vrome verkondigers van de Waarheid (Tawhied: Islamitische monotheisme)

Het woord voor 'recht' ... is afkomstig van de wortel Q-W-M die in zijn stamvorm betekenissen heeft als rechtop staan, volvoeren, volbrengen...., actief tegenwoordig deelwoord van de achtste vorm van deze wortel, heeft nuances als rechtop, recht, juist, goed, in orde, gelijkmatig, regelmatig, symmetrisch, evenredig, evenwichtig, harmonieus, eerlijk, oprecht, rechtvaardig, rechtschapen: al deze betekenissen moeten worden gelezen in de uitdrukking 'rechte pad', zoals de Qur'aan die gebruikt.



Wa'l hamdulillaahi Rabbi'l `aalamien



[/SIZE]

11-05-2005, 13:23


Djazakallahou gairan oegti voor het plaatsen
Moge Allah je belonen!!