Bekijk volle/desktop versie : De liefde tussen Turkije en Israël lijkt opnieuw bekoeld



13-06-2017, 14:55
De liefde tussen Turkije en Israël lijkt opnieuw bekoeld

De drijfveer van Israël om het bij te leggen met Erdogan leek vooral gelegen in het lucratieve transport van Israëlisch aardgas naar de EU via Turkse bodem.


Gedurende het vorige decennium kon de in Turkije in regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) niet alleen prima door één deur met de VS en de EU, maar ook met Israël. Dat bleek bijvoorbeeld uit de onderscheidingen die toenmalig premier Recep Tayyip Erdogan kreeg uitgereikt van pro-Israëlische organisaties in de VS.

De mallotige seculiere en nationalistische publicist Ergun Poyraz ging destijds zelfs zo ver om te stellen dat Erdogan door Israël in Turkije was neergezet om een einde te maken aan het Turkse secularisme. Poyraz, die vorig jaar onder enigszins duistere omstandigheden overleed, zal in 2009 raar opgekeken hebben toen Erdogan op het World Economic Forum in Davos tegenover president Shimon Peres fel van leer trok tegen de Israëlische apartheidspolitiek .

Mavi Marmara
Een jaar later vertrok een scheepskonvooi, waaronder het Turkse passagiersschip Mavi Marmara, met hulpgoederen aan boord naar Gaza. Het was de bedoeling de Israëlische blokkade te doorbreken, maar zo ver kwam het niet want commando’s beëindigden de actie door al schietend de Mavi Marmara te enteren, waarbij tien dodelijk slachtoffers vielen.

Erdogan was des duivels. Hij kondigde aan bij een volgend konvooi naar Gaza zelf mee te varen. Hij kwam die belofte nooit na maar door zijn felle retoriek tegen Israël verkreeg hij een heldenstatus en zijn zijn ster rees in het Midden-Oosten.

Het conflict leidde ertoe dat de diplomatieke betrekkingen met Israël tot een minimum werden terugbracht en sancties afgekondigd. Van een economische boycot was geen sprake, de handel tussen beide landen nam in de jaren na het incident alleen maar toe.

Gülen
De steun van Erdogan aan het konvooi naar Gaza viel niet in goede aarde bij imam Fethullah Gülen, met wie de AKP destijds nog nauw samenwerkte. Het was toen al duidelijk dat de Gülen-beweging op goede voet stond met pro-Israëlische organisaties in de VS. Dit was het eerste signaal van onenigheid tussen Gülen en Erdogan die in de volgende jaren verder opliep, en vanaf 2013 in een regelrechte oorlog ontaardde.

In de eerste helft van vorig jaar kwam de tekenen dat een herstel van de betrekkingen tussen Israël en Turkije op handen was. Er werd onderhandeld en na de aanslag in Istanbul van 19 maart door de Islamitische Staat (IS) waarbij ook Israëliërs omkwamen, verscheen voor het eerst sinds jaren weer een Israëlische diplomaat in Turkije.

Alptekin
De drijfveer van Israël om het bij te leggen met Erdogan leek vooral gelegen in het lucratieve transport van Israëlisch aardgas naar de EU via Turkse bodem. In maart werd bekend dat Michael Flynn, voormalig veiligheidsadviseur van Donald Trump, door de Turks-Nederlandse zakenman Ekim Alptekin betaald werd om een rapport over Gülen op te stellen en in de VS een lobby tegen de imam te beginnen. Alptekin bekende uiteindelijk dat de Israëlische gasonderneming Ratio voor het rapport had betaald. Het bedrijf ontkent dat, wat de weg opende naar veronderstellingen dat Alptekin het geld uit een andere richting ontving.

Voorwaarden
Turkije verbond drie voorwaarden aan het herstel van de betrekkingen met Israël. Excuses, opheffing van de blokkade van Gaza en een financiële compensatie voor de nabestaanden van de konvooi-slachtoffers.

Onder druk van de Amerikaanse president had premier Netanyahu die excuses feitelijk al aangeboden. Wat betreft de blokkade van Gaza nam Erdogan genoegen met de toezegging dat Turkse hulpgoederen naar Gaza getransporteerd mogen worden. Veel stelt dat niet voor, want in feite stond Israël dit al in 2010 toe. Erdogans medestanders riepen niettemin trots dat de zionistische staat zijn meerdere in hun held had gevonden.

Twintig miljoen dollar
Verder stortte Israël twintig miljoen dollar op de rekening van het Turkse ministerie van Financiën voor de nabestaanden. Bijna een jaar later hebben die nabestaanden hier nog geen dollar van gezien. Ze stapten naar de rechter, die door het ministerie van Financiën werd verzocht de zaak te seponeren wegens ‘oneigenlijke verrijking’. Het ministerie zal haar zin wel krijgen, want geen rechter die de AKP-regering durft tegen te spreken. Dat leidt immers binnen de kortste keren tot een associatie met de Gülen-beweging, en daarmee tot ontslag of arrestatie. Achter de uiteindelijke bestemming van die twintig miljoen dollar komt zo een groot vraagteken te staan.

Normalisering
De normalisering van de betrekkingen tussen Israël en Turkije viel bijna samen met de mislukte staatsgreep van 15 juli. Gülen wordt daarvoor verantwoordelijk gehouden door Erdogan, waarbij zijn media wel verbanden leggen met de VS maar niet met Israël. Wat dat betreft lijkt sinds de recent ontstane crisis rond Qatar iets veranderd te zijn in de perceptie van de AKP over de couppoging. Gülen blijft de hoofdverdachte voor Erdogan, hij is ook overtuigd van Amerikaanse betrokkenheid maar volgens de Turkse journaliste Amberin Zaman zou hij nu ook uitgaan van een Israëlische rol.

FDD
Amberin Zaman is lid van de adviesraad van de Foundation for Defence of Democracies (FDD), een neoconservatieve en zeer pro-Israëlische denktank. Eerder deze maand ontvingen Amerikaanse kranten en tijdschriften gehackte e-mails tussen John Hannah, een adviseur van de FDD en Yousef al-Otaiba, de ambassadeur van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) in de VS.

In een van die e-mails suggereerde Hannah dat de FDD en de VAE beide verantwoordelijkheid droegen voor de couppoging in Turkije. Amberin Zaman schreef enigszins schoorvoetend:

‘De VAE, die vooropstaan bij het isoleren van Qatar, zijn door regeringsgezinde Turkse media beschuldigd van het doorsluizen van fondsen naar Gülen-volgelingen, in de weken voorafgaand aan de couppoging. Een aantal van die beschuldigingen zijn gebaseerd op gehackte e-mails van de ambassadeur van de VAE in Washington, Yousef al-Otaiba.’

Tahiroglu/Erdemir
Er zijn nog twee Turken aan de FDD verbonden, die al even kritisch ten opzichte van de AKP staan als Amberin Zaman. De eerste is Merve Tahiroglu. Deze onderzoekster is gespecialiseerd in de – internationale – politiek van Turkije, waaronder de relatie tussen Ankara en Teheran. Daarnaast is Aykan Erdemir, oud-parlementslid voor de oppositionele CHP, als senior fellow bij de denktank betrokken.

Dat drie critici van de AKP verbonden zijn aan de pro-Israëlische FDD is nu uiteraard koren op de molen van de regeringsgezinde media in Turkije. Tel hierbij op dat het erg stil is geworden rond de plannen om Israëlisch aardgas door Turkije naar de EU te pompen en de indruk ontstaat dat het feest rond het herstel van de betrekkingen tussen Israël en Turkije niet erg lang heeft geduurd.

http://https://joop.vara.nl/opinies/de-liefde-tussen-turkije-en-israel-lijkt-opnieuw-bekoeld